Recensie: Putting it Together
“Elitair en onverkoopbaar: Sondheim, begin er niet aan, daar krijg je zalen niet mee vol.” Deze eerste zinnen van het stuk zijn wat ironisch, want het theater is inderdaad maar voor de helft gevuld. De musicals van Steven Sondheim, de componist van onder andere West Side Story, Into the Woods en Sweeney Todd, zijn dan ook geen makkelijke materie. Putting it Together is daar geen uitzondering op.
We bevinden ons midden in een diner. Het oudere echtpaar Charles en Amy – hij een succesvol uitgever, zij een succesvol uitgever van zijn geld – heeft het jonge stel Lynette en John en vrijgezel Buddy uitgenodigd om mee te eten. Ze lachen, dansen en genieten van het diner, maar al snel ontstaan de eerste barstjes in de gezelligheid. Afgunst, lust en wraak volgen elkaar op.
De show begint luchtig met huishoudelijke mededelingen over mobieltjes, gehoest in de zaal en gefluister van het publiek. Dit alles gegoten in wat gelijk een van de leukste nummers van de avond is. Ook het daarna volgende ‘Kunst is geen kunstje’, waarin de spelers het zware leven van acteur-zijn bespreken, slaat goed aan. Dan is het echter gedaan met de pret, want de oude Charles legt het aan met de jonge Lynette, waardoor er haat en nijd ontstaat tussen de twee dames op het podium. De jonge John benijdt op zijn beurt stiekem het vrijgezellenleven van Buddy, die tussen alle commotie door onverstoorbaar de avond aan elkaar praat. Dansend en kruipend toont hij op het toneel zijn fraaie bouwvakkersdecolleté, terwijl Amy zich afvraagt of een kind haar huwelijk kan redden en de jonge Lynette en John twijfelen of ze elkaars liefde wel verdienen.
Eerlijk is eerlijk, soms is de vraag waar het publiek nu eigenlijk naar zit te kijken. De teksten en muziek van Sondheim zijn lastig, niet mee te zingen en wisselend van kwaliteit. Het publiek wordt heen en weer geslingerd tussen luid applaudisseren en de zaal uit willen lopen. Hoewel in deze musical Sondheim’s mooiste nummers zouden zijn verwerkt, lijkt het enigszins een allergaartje van bij elkaar gezochte liedjes.
Ster van de avond is zonder twijfel de ‘vrijgezel’ Paul Groot, die met zijn humor, flair en fijne stem het publiek uit zijn hand laat eten. Ook Brigitte Heitzer weet als Lynette alle hoge noten moeiteloos te raken. Porgy Franssen stelt als Charles daarentegen wat teleur, hij lijkt de muziek niet bij te kunnen benen en komt vocaal gezien tekort. De meerstemmige stukken klinken daarentegen weer als een klok.
Een wisselende voorstelling dus, die ongetwijfeld prima te volgen zal zijn voor de Sondheim-liefhebber, maar de gemiddelde musicalbezoeker in verwarring achterlaat.