Bussemaker bezorgd over malaise in geesteswetenschappen

“De gegeven oordelen zijn ernstig.” Dit schrijft Jet Bussemaker naar aanleiding van de 26 opleidingen in de geesteswetenschap die een onvoldoende kregen van de NVAO. Lichtpuntje: gelukkig is er geen sprake van fraude.

“Laat ik vooropstellen dat ik de uitkomst zorgelijk vind: 26 van de 212 opleidingen met een herstelperiode is echt te veel,” schrijft de minister. Twee dagen geleden luidde de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de noodklok. Maar liefst dertien procent van de universitaire bachelor- en masteropleidingen in de geesteswetenschappen zijn van onvoldoende kwaliteit. In haar brief reageert onderwijsminister Bussemaker op de alarmerende cijfers.

De minister is bezorgd, maar prijst de voortvarende aanpak van universiteiten. “Voor alle opleidingen met een herstelperiode zijn door de instelling verbeterplannen ingediend die inmiddels zijn goedgekeurd door de visitatiepanels en de NVAO.” De minister heeft er vertrouwen in dat de tekortkomingen op korte termijn worden hersteld.

Diploma’s zijn veilig

Bussemaker is opgelucht dat er geen sprake is van fraude bij de opleidingen. “Er is derhalve geen reden om te twijfelen aan de geldigheid van de diploma’s,” schrijft zij. Studenten die zich toch zorgen maken om de waarde van hun diploma, adviseert Bussemaker om contact op te nemen met de eigen universiteit. “De examencommissie van de opleiding is verantwoordelijk voor het afstuderen van een student. Die commissie kan beoordelen of er aanvullende stappen wenselijk zijn.”

Diverse oorzaken

De tekortkomingen bij de geesteswetenschappelijke opleidingen kennen meerdere oorzaken, schrijft Bussemaker. Zo is er sprake van eindwerkstukken waarvan de kwaliteit onvoldoende is, hebben examencommissies hun taken niet altijd goed uitgevoerd, en zijn er te hoge beoordelingen toegekend.

Daarnaast hebben de afgelopen jaren verschillende ontwikkelingen een grote impact gehad op de geesteswetenschappen. Bussemaker noemt de teruglopende studentenaantallen, kleinere opleidingen en bredere programma’s. Ook stelt ze vast dat de focus op onderzoek het onderwijs onder druk heeft gezet.

Er is werk aan de winkel, constateert Bussemaker, maar tegelijkertijd moeten opleidingen niet teveel worden dichtgetimmerd. “In het bijzonder bij de Geesteswetenschappen tellen ook vaardigheden als creativiteit, verbeelding en interdisciplinair werken. En ook die willen we bevorderen.”