Reorganisatie TSH door Uraad
De reorganisatie van het departement cultuurwetenschappen (DCU) van Tilburg School of Humanities is door de universiteitsraad. Op één onthouding na, kwam er een positief advies over de reorganisatieplannen. Het sociaal plan is aangescherpt en de levensvatbaarheid van het departement is duidelijk door een advies van Frits van Oostrom, voorzitter van het Landelijk Regieorgaan Geesteswetenschappen.
De fracties stuurden de plannen van het College van Bestuur tijdens de vorige vergadering nog terug naar de tekentafel. Om het departement op termijn levensvatbaar te laten zijn, moesten er 36 studenten instromen per jaar. Hoe dit behaald werd, was voor de fracties vorige keer te onduidelijk om in te stemmen.
Daarom werd in de tussentijd het externe advies van Van Oostrom ingewonnen. Zijn plan om de opleiding attractiever te maken, veranderde het oordeel van de fracties. Daarnaast werd het sociaal plan aangepast, vertelt Marinus Verhagen van medewerkersfractie AbvaKabo: “We vroegen specifieke aandacht voor een groep voormalige theologen.” Deze medewerkers waren ouder dan zestig. “Daarvan kun je zeggen dat de kans dat zij een vergelijkbare baan vinden nihil is. Dat heeft grote consequenties voor hun pensioen. Op dat vlak moest het College iets aanvullend regelen.” Het College ging akkoord met die extra maatregelen: de uitwerking daarvan ligt bij het Lokaal Overleg, daarin zitten vertegenwoordigers van de vakcentrales.
Daarnaast moet het departement ook toekomstbestendig zijn: geen ‘sterfhuisconstructie’. Het departement gaat de onderwijsvisie van Van Oostrom uitwerken en wil investeren om drie postdocs en een onderwijsontwikkelaar aan te trekken. Zij moeten de visie van Van Oostrom realiseren. Het College was positief over de inhoud van de investeringen, maar over de financiering nog niet: “[We zijn] bereid om bij de integrale afweging rondom de begroting te bezien of het mogelijk is om deze investeringen toe te staan. Hierbij zal het uitgangspunt zijn dat de investeringen gefinancierd moeten worden uit de reguliere exploitatie van de faculteit.” Dat geeft weinig duidelijkheid over waar de investeringen vandaan moeten komen. Het College wil niet vooruitlopen op dit zogenaamde reservebeleid: in deze vergadering werd een voorzichtige, eerste voorzet gedaan voor dit beleid. Het beleid is nu dat iedere afdeling van de universiteit op zijn minst een sluitende begroting heeft.
Reservebeleid
Onverminderd wilde fractie Onafhankelijken hierover duidelijkheid van het College van Bestuur: “Het College van Bestuur wil met budgetten schuiven, niet investeren vanuit de reserves.” Namens het College van Bestuur antwoordde voorzitter Becking: “De discussie over de begroting komt terug. Elke eenheid moet de exploitatie op orde hebben. We kijken naar wat we kunnen doen.”
In een vergadering voorafgaand aan de Universiteitsraad, antwoordde het College van Bestuur op dezelfde vraag van Fractie Onafhankelijken: “TSH heeft de afgelopen jaren ruimte gekregen van het College van Bestuur om een aanzienlijk deel van de facultaire reserves in te zetten voor investeringen, niet in het minst ook in het Departement Cultuurwetenschappen en daar komt de inzet van de reserves voor de reorganisatiekosten nu bij. Ieder pleidooi voor investeringen ten behoeve van het Departement Cultuurwetenschappen moet door het FB van TSH worden afgewogen tegen dringende investeringswensen bij andere departementen en Liberal Arts onder handhaving de algemene richtlijn van het CvB dat de faculteit als geheel zorg dient te dragen voor sluitende exploitatie.”
Door de reorganisatie van het departement verdwijnen er 8,9 van de 27,1 fte’s. 7,4 fte hiervan moet herplaatst of ontslagen worden. In 2016 moet het departement een sluitende begroting hebben.