Recensie: Lowlands 2014
Vooraf leed Lowlands 2014 onder negatieve verwachtingen. Een knaller ging het dit jaar niet worden. Daarvoor waren programma en weersvoorspelling te wisselvallig. Velen lieten hun Quechua op zolder en dumpten kaartjes ver onder de prijs. Univers deed drie dagen Lowlands en moest toegeven: het viel best mee.
De sfeer was zoals altijd prima. Het mensen kijken was zeer vermakelijk en het geld vloog je zakken uit. Het straattheater prikkelde en je kon ook nog een Human Rights-tattoo nemen. Hieronder een paar meningen over de muziek.
Niet
Selah Sue heeft een overtuigende stem en is een indrukwekkende verschijning. Toch oogt het grote podium van de Alpha de hele tijd zo leeg. Ik zou zeggen: als je er eenmaal staat, neem dan ff een batterij blazers mee. Nu komt het koper uit een synthesizer en dat is eigenlijk geen gezicht. Verder klinkt het allemaal best mooi en verzorgd en wil je na twintig minuten weer weg.
Tja. Op Into The Great Wide Open was de Australische singer-songwriter Josef Salvat blijkbaar geweldig. Er wordt (ook door Salvat zelf) erg vaak verwezen naar die overdonderende show. De man ziet er goed uit en weet het prima te verkopen. Maar muzikaal is het allemaal erg braaf. Salvat heeft een beer van een bassist bij zich die nergens echt mag knallen. Want dat zou weleens ten koste kunnen gaan van de zoete stem, de lauwe samples en de horde dagdromende meisjes. Voor even lijkt Lowlands wel Vrienden van Amstel Live.
Filosoof Ad Verbrugge (in het programmaboekje aangekondigd als ‘rock & roll’-filosoof) vertelt in de Titty Twister over de gevaren van internet. De portee: door internet zit iedereen zo in zijn eigen wereldje dat we straks geen aansluiting meer zoeken bij elkaar. Dat is ontzettend vervelend voor de echte wereld. Er is veel af te dingen op zijn vlot vertelde verhaal. Het is te lang (Verbrugge loopt ruim een kwartier uit), leunt zwaar op De Cirkel van Dave Eggers en het klopt gewoon niet. Een paar uur later zorgt de enige echte regenbui van deze Lowlands-editie er al voor dat iedereen op slag met elkaar verbonden raakt in de echte wereld.
Misschien
Stromae is een vrolijke vulkaan, vandaag gekleed in een schooluniform. De Vlaams-Rwandese Paul van Haver is de sensatie van 2014. Sensatie of hype? Ook het drukbezochte optreden in de Alpha helpt niet echt om die vraag te beantwoorden. De podiumperformance van Stromae (een anagram van Maestro) is een verhaal apart. De beats klinken lekker multiculti. En kom, Alors On Danse is een keileuk liedje. Toch is het ook wel een tikkeltje glad en voorspelbaar. Stromae is goedlachs, maakt een keurig WK-hitje en danst al uw zorgen weg. Zijn roots liggen in melting pot Brussel en zijn nummers hebben vaak een akelig serieuze ondertoon. Vandaag valt het in ‘Circus Stromae’ te weinig op. Het kan best wat scherper en schurender. Stromae wordt toch ook met Jacques Brel vergeleken?
Met Snoop Dogg kun je lachen. O ja, Snoop heeft zich recent een alter ego aangemeten. Na een verblijf op Jamaica heette hij ineens Snoop Lion. Hij lijkt het zelf na een minuut of tien alweer vergeten. De bitches en MF’s vliegen je als vanouds om de oren. Zijn Greatest Hits-show in de Alpha-tent is charismatisch en lekker ironisch. Ik kan zo van verre niet goed zien wat hij aanheeft, maar het blijkt een soort pyjama met luipaardprint te zijn. Vanaf de allereerste tonen blijkt het witte publiek ineens behoorlijk streetwise en beginnen de joints te walmen. Zelfs als je allang bent weggelopen om ergens anders naartoe te gaan, trekt Snoop nog je aandacht. Hij is begonnen met het zingen van I Love Rock & Roll.
Zeker wel!
Het lijkt nogal liefjes wat First Aid Kit doet, maar het blijft wel hangen. De zusjes Johanna en Klara Söderberg maken Zweedse country die toch ook een beetje esoterisch klinkt. Het publiek slikt het terecht als zoete koek. Vijf jaar geleden braken ze door met een cover van Fleet Foxes (inderdaad een geestverwant). Maar ook hun eigen composities zijn nooit saai. De twee mannelijke begeleiders van de zusjes (bas en drums) gooien er voortdurend een lekkere, aardse popsound overheen. Precies goed.
Vorig jaar nog afsluiter op Lowlands: dit jaar is Nick Cave alleen op het witte doek te bewonderen. Twee Australische filmmakers volgden hun landgenoot een jaar lang. 20,000 Days on Earth is het resultaat. Een puntgaaf inkijkje in de donkere, ongewoon broeierige wereld van Cave. Zelfs als Nick op de bank zit en pizzapunten eet met zijn kinderen gebeurt er iets. Soms stoor je je een beetje aan de gekozen enscenering (gesprekken bij de psychiater als verkapt interview). Maar dat er in deze muziekdocu relatief weinig muziek zit, dat is dan weer mooi. Hoogtepunt: Cave’s uitvoering van Jubilee Street, gefilmd in het Sidney Opera House. De intensiteit doet zelfs op film niet onder voor wat bijvoorbeeld The National en Temples deze dagen live laten zien.
Temples: op vrijdag staan ze in de India en al bij de eerste oogopslag zie je dat het klopt. Er staat dan wel een jongen met een ‘Smoke Weed, Eat Pussy’-pet voor je, maar soit. Temples is opgebouwd rond zanger-gitarist James Bagshaw en bassist Thomas Warmsley. Hun geluid vang je heel aardig met ‘een mix van Radiohead en Hawkwind’. Maar dat is misschien te makkelijk. Doorwrochte popmuziek met razend spannende psychedelische uitstapjes. Tripjes die niet stroperig zijn maar messcherp. Elk nummer klinkt anders; en overal is over nagedacht. 3 voor 12 klaagt over het matte publiek en de misschien nog wat verlegen bandleden. Maar voor mij is dit gewoon hét hoogtepunt van Lowlands 2014.