Woordgebruik Stapel verraadt fraude

Zou je aan het woordgebruik van een wetenschapper kunnen zien of hij of zij liegt? Uit een onderzoek van de Amerikaanse universiteit Cornell blijkt van wel. Zij analyseerden 49 papers van ex-hoogleraar Diederik Stapel en vonden interessante patronen in zijn publicaties.

Twee wetenschappers van de Amerikaanse universiteit Cornell bogen zich over 49 papers van de Tilburgse oud-hoogleraar Diederik Stapel en haalden deze door een analyseprogramma. De belangrijkste vraag: kun je aan het taalgebruik van wetenschappers zien of zij frauderen? In dit geval wel. De twee Amerikaanse onderzoekers vergeleken namelijk 25 echte en 24 verzonnen papers.

De uitkomsten waren verrassend. In zijn frauduleuze publicaties kwamen de bijvoeglijk naamwoorden extreem, uitzonderlijk en enorm vaker voor dan in zijn niet-verzonnen papers. “Deze woorden gaven de valse resultaten extra gewicht”, aldus het onderzoek. “Dit patroon is ook te herkennen in hotel-reviews: neppe hotelbeoordelingen bevatten veel meer woorden in de overtreffende trap dan echte beoordelingen.”

Ook opvallend: de nuancerende woorden slechts, minder en enigszins kwamen daarentegen minder vaak voor in zijn frauduleuze publicaties. Verder ontdekten de wetenschappers dat Stapel vaker de behoefte had om in zijn verzonnen papers de wetenschappelijke methodes toe te lichten, om het onderzoek extra kracht bij te zetten. De woorden feedback, patroon en procedure gebruikte hij regelmatig. Dit was frequenter het geval dan in de niet-verzonnen onderzoeken.

De ex-hoogleraar deed dit omdat hij zijn onderzoek niet wilde afzwakken. Stapel was overigens minder happig met nep-data in publicaties die hij schreef met andere auteurs. “In een grote groep mensen valt bedrog sneller op”, aldus het onderzoek.

Lees de bevindingen hier.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.