Sauerstoff of toch oxygen?
Engels is dé wetenschapstaal, we zijn niet anders gewend. Honderd jaar geleden was dat nog geen uitgemaakte zaak. “Wetenschappers geloofden niet in één standaardtaal. Een mix van Frans, Duits en Engels lag meer voor de hand.” In zijn boek Scientific Babel beschrijft Michael Gordin het ontstaan van een lingua franca in de wetenschap.
Gordin is professor moderne geschiedenis op Princeton University. “Rond 1900 is Duits de dominante wetenschapstaal. Het verhaal van de twintigste eeuw is niet zozeer de opkomst van het Engels, maar de teloorgang van het Duits.”
Boycot
Na de Eerste Wereldoorlog worden Duitse wetenschappers geboycot. Zo ontstaan er twee blokken in wetenschapsland: de voormalige geallieerden versus Duitsland en zijn bondgenoten. Ook in de internationale vakorganisaties van academici komt het Duits niet langer im Frage. De Verenigde Staten gaan nog verder. Op het moment dat Amerika zich mengt in WOI wordt de Duitse taal verboden in 23 staten. Het leidt ertoe dat een nieuwe generatie geleerden zich volledig richt op het Engels. Als de Amerikaanse wetenschappers in de jaren daarna steeds dominanter worden, is er weinig keus meer. Gordin: “Het gevolg is een sterk Amerika-gerichte, en dus Engelstalig-gerichte, academische gemeenschap na de Tweede Wereldoorlog.”
Gordin beschrijft de spraakverwarring rond het begrip ‘zuurstof’. De term ontstaat rond 1770. Bij het bestuderen van verbrandingsprocessen concluderen Franse scheikundigen (onterecht) dat de stof een katalysator is van zuren. Zo komen ze op het Griekse ‘oxygen’, letterlijk zuurmaker. De Engelsen nemen het woord grif over. Andere landen doen dat niet. Duitsers, Nederlanders en Zweden kiezen voor een letterlijke vertaling in de moedertaal: Sauerstoff, zuurstof en syrgas. Met name de Duitsers hebben dat nog lang volgehouden, stelt Gordin. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog krijgen nieuwe ontdekkingen direct een Engelse term mee: online, transistor, microchip. Die eensgezindheid is eigenlijk best handig.