‘Het drama van een generatie’
Professor Sylvester Eijffinger, hoogleraar Financiële Economie van Tilburg University, onderschrijft het jaarlijkse rapport van het Internationaal Monetair Fonds. Het fonds vindt dat Nederland zucht onder te veel schulden bij de verkeerde groep burgers: de starters.
Onlangs publiceerde het IMF zijn jaarlijkse rapport over Nederland. Daarin onderschreven zij het belang van het creëren van zo min schulden onder de jonge bevolking. Hierdoor worden zij ontmoedigd om te investeren en risico’s te nemen, waardoor de opleving van de economie in ons land uitblijft. Want juist die jongeren zijn hét middel zijn tot innovatie en een kenniseconomie.
Onder water staan
Het IMF benoemt een opvallend sterk, negatief aspect in het macrobeeld. En dat is zeer terecht, zegt Eijffinger tegen ScienceGuide. “De angel zit daar waar je kijkt naar de verdeling van de schuldenlast over burgers van verschillende generaties. Velen onder de 40 en nog meer onder de 30 hebben hun huis gekocht op de top van de markt met vaak een ‘tophypotheek’, vaak ook op basis van met twee inkomens in het huishouden.” Wanneer zij hun huis willen verkopen heeft tot 70% van hen te maken met ‘onder water staan’ en blijven deze jongeren met een vermogensverlies en dus restschuld achter.
À la Griekenland
Zoals het IMF benadrukt, bedreigt deze situatie de groei en de dynamiek van de Nederlandse economie. Eijffinger onderstreept dat vooral de dynamiek op de arbeidsmarkt van jonge talenten hierdoor ernstig belemmerd wordt. Ze zitten vast aan een woning waar ze alleen met verlies van welvaart vanaf kunnen. Hij ziet hij een oplossing à la Griekenland, als denkbaar en wenselijk. “De overheid heeft grote schulden aangemoedigd door fiscale bescherming en de banken hebben zulke zware schulden helpen accommoderen. Zij moeten hen daarom helpen uit deze situatie te geraken en zo weer kansen te geven, met name bij de dynamiek op de arbeidsmarkt.”
“Deze jonge mensen kunnen zich nu niet ontwikkelen. Kinderen krijgen zal niet kunnen, investeringen in een eigen bedrijf of project ook niet en mobiliteit op de arbeidsmarkt is niet mogelijk vanwege die schuld. Dit is het drama van een generatie.”
Volgende negatieve klem
Naast de huidige starters met een restschuld, komt er een volgende generatie aan die op jonge leeftijd een fikse schuld zal hebben: de studenten die onder het studievoorschot vallen. Daarin ziet Eijffinger een volgende negatieve klem op de groei en dynamiek van onze economie in. “Alles is hier pro-cyclisch. De kredietverstrekking aan het midden-en kleinbedrijf en voor hypotheken is al zwaar beperkt. Dat zet de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de kansen voor de zzp’ers onder druk.”
“Daar komen dan nu nog de jongeren bij die met schulden starten vanwege het leenstelsel en daar tot hun pensioen mee moeten rekenen. De kredietverlening aan deze starters wordt daarom sterk belemmerd en dat is echt een groot maatschappelijk probleem. Dit is niet in het belang van de economische groei, niet in het belang van een kennissamenleving en niet in het belang van de banken zelf, trouwens.”