Tilburg University wil voorlopig geen beurspromovendi
Met het nieuwe experiment van Bussemaker krijgen 2000 promovendi straks een studiebeurs in plaats van een salaris. Tilburg University heeft voor op de korte termijn nog geen concrete plannen om mee te doen, maar sluit voor de toekomst niks uit. In de volgende bijeenkomst van de U-raad-commissie Onderwijs en Onderzoek wordt het experiment besproken.
Met het experiment kunnen studenten na hun bachelor- en masteropleiding ook als student promoveren. De promotie-studenten zijn dan niet in dienst van de universiteit. Hierdoor kunnen ze sneller promoveren omdat ze bijvoorbeeld geen onderwijstaken hebben. Dit moet het aantrekkelijker maken voor Nederlanders om te gaan promoveren.
Er is echter ook veel kritiek op de nieuwe regeling. Het verschil tussen een salaris en een studiebeurs is tamelijk groot, ondanks dat het een verhoogde beurs is. In deze nieuwe constructie hoeft een universiteit niet te betalen voor sociale premies. Een student-promovendus levert honderden euro’s per maand in en werkt daardoor praktisch voor een minimumloon. Ook bouw je zo geen pensioen op, heb je geen recht op WW en je hebt geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Daarnaast zullen veel promotieplekken opgevuld worden door buitenlandse studenten. Ook zij kunnen op deze manier sneller promoveren. Het nadeel daarvan is dat de meeste buitenlandse promovendi uiteindelijk weer weg gaan uit Nederland. De kennis blijft zo niet in ons land.
De voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland Victor de Graaff laat aan het NOS weten dat het bij de universiteiten vooral om de besparingen draait. Zo zegt hij dat een normale promovendus de universiteit ongeveer 170.000 euro kost. ‘Een beurspromovendus kost ‘maar’ 70.000 euro. Universiteiten krijgen 93.000 euro bonus als iemand promoveert. Ze maken dus 23.000 euro winst.’
Advertentie.
