Gehakt, dikke dwergen en de wetenschap

Vorig jaar, ik was ongeveer halverwege mijn cursus aan de eerstejaars studenten Sociologie, kwam er na het college een vertwijfelde student naar mij toe. Of ik wel wist dat er op internet (Geenstijl) gezegd werd dat sociologie met stip op één staat als meest zinloze studie. Het is de ‘Pretstudie der pretstudies’, het vervangt ‘common sense…door ideologie met een wetenschappelijk sausje’. En de studie leert je bovendien  te werken met ‘verjaarde argumentatie, natte vinger statistieken’ en is dus hooguit  een ‘fopwetenschap’.

Dat sociologie een fopwetenschap zou zijn wordt ook elders wel gezegd. Bijvoorbeeld op deze mooie Facebook-pagina. Of bijvoorbeeld door held van het eerste uur (en tevens Nobelprijswinnaar) Richard Feynman. Sociale wetenschappen zijn volgens hem hooguit een pseudowetenschap: Het heeft vooralsnog geen ‘harde wetten’ opgeleverd die altijd en overal waar zijn. En inderdaad, waar de theorieën van Newton, Einstein en Darwin een stevig fundament bieden voor Natuurkunde en Biologie, heeft de Sociologie niets. Niks, nakkes, nada! (Al wordt het soms, hier en daar, wel geprobeerd, natuurlijk…).  Maar is de sociale wetenschap daarom zomaar te classificeren als ‘pseudo-wetenschap’?  De socioloog des vaderlands beantwoordt die vraag natuurlijk met NEE.

Een paar eenvoudige experimentjes zal dat demonstreren. Ga strakjes naar de slager en bestel een kilootje of 80 rauw gehakt (Halfom- of rundergehakt, dat maakt hier weinig uit). Gooi het spul in een mooie zak. En zet deze, zo goed en zo kwaad als het kan, overeind. Nu komt ‘de stimulus’: Geef die zak gehakt maar eens een flinke klap. Toe maar. Doe het maar eens. Je zult er geen spijt van krijgen.  Natuurkundig valt met een precisie die zijn weerga niet kent te voorspellen wat er zal gebeuren. Hoe hard de zak naar achteren zal vallen. Hoe diep de deuk in de zak zal zijn. Het valt allemaal te berekenen aan de hand van een paar simpele, doeltreffende, maar keiharde natuurkundige wetten. Een kind kan de was doen. En je kunt dit experiment eindeloos herhalen, tot je een ons weegt. De vleeskathedraal valt gewoon steeds keurig precies hetzelfde. Het is allemaal waar. Het is allemaal tot op de vierkante centimeter voorspelbaar. Behoorlijk saai eigenlijk.

Ok. We zijn nu halverwege onze serie experimentjes. Selecteer iemand van ongeveer 80 kg.  Of het een vrouw of een man is, kaal of behaard, dik of dun, oud of jong, het maakt niets uit. De enige vereiste voor nu is dat de proefpersoon 80 kilootjes aantikt (that’s right, een obese dwerg mag ook gewoon). Geef deze fatsige dwerg vervolgens eens een even zo flinke beuk op precies dezelfde manier als je net de zak dierenrestanten hebt geraakt. Zelf heb ik geen idee wat er gebeurt. Valt de dikke dwerg? Blijft ie staan? Gaat ie huilen? Slaat ie terug? Schelden? Lachen? Misschien begint ie wel te zeuren over ‘ethisch onderzoek doen’ en zo ? Het kan eigenlijk allemaal wel. Noteer in ieder geval de reactie. Zet de dwerg nu weer overeind, en herhaal de stimulus. Rossen maar. En noteren maar. De grap is natuurlijk dat de vetzuchtige dwerg niet precies hetzelfde zal reageren na experiment 1 en 2. En je kunt dit experiment eindeloos herhalen, tot je een ons weegt, maar de vette dwerg zal na elke proef weer anders reageren. Gebruik je een andere proefpersoon in plaats van de dwerg, bijvoorbeeld een bokser in het cruisergewicht, een bijtgrage Zuid-Amerikaanse voetballer, een schreeuwende BN’er,  of een of andere irritante babyboomer die je misschien weleens in de naam der wetenschap op zijn bek zou willen rossen? Dan zullen de reacties weer anders zijn. Het valt simpelweg niet makkelijk te voorspellen.12_rundergehaktKijk, en dat is het machtig interessante probleem waarvoor de sociale wetenschap en de sociologie is gesteld. De complexiteit van de sociale werkelijkheid is enorm. Wat in sommige samenlevingen werkt, werkt in andere weer niet. Wat bij de ene persoon leidt tot bijzonder positieve reacties leidt bij anderen tot negatieve reacties. En deze grote complexiteit noopt sociologen tot realisme: Een ijzeren wet die overal en altijd waar is zal dus niet ontdekt worden. Maar we kunnen wel proberen kaas te maken de complexe, steeds veranderende, realiteit die we bestuderen. Aan de hand van rigoureus empirisch onderzoek deze complexiteit beschrijven.  Nagaan in hoeverre bepaalde theorieën  bepaald gedrag kunnen voorspellen. Nagaan waar en wanneer dat dan niet lukt. En dit vervolgens weer proberen te verklaren. Je zou er een dagtaak aan hebben.

Natuurlijk, de Socioloog des Vaderlands zou graag eens een dagje willen experimenteren met wat gehakt. Maar hij zou het al snel zat zijn.  Sociologen (des Vaderlands) houden van mensen. Niet omdat ze zielig zijn. Niet omdat ze aardig zijn. Niet omdat ze mooi zijn. Maar omdat ze zo complex zijn. En zo interessant. En omdat sociologen daar dan lekker wetenschappelijk onderzoek naar kunnen doen. En dat raak je nooit zat. Dit alles meldde ik mijn student. Hij studeert inmiddels in het tweede jaar.

PA

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.