Cultuurlijke selectie
Nou mensen, wat een nieuws was dat hè? Nederlanders zijn lang. Heul lang! Zeg maar gerust de allerlangste van de wereld. Tenminste, de mannen dan. Vrouwen en kinderen niet, natuurlijk. Die zijn kleiner dan hun hubbies en pappies. Maar de mannen, die zijn lang! Langer dan de mannen van welk ander volk ook. En we groeien lekker door. Dat bleek deze week uit uitgebreid onderzoek van Schulp en anderen. Breed uitgemeten in de media uiteraard! Want Nederlanders blinken uit, en daar houden we van!
De vraag is hoe dit in vredesnaam mogelijk is. Natuurlijk, we zijn een gezond, sterk volkje – we drinken melk, eten kaas en bruine boterhammen waardoor we groeien als kool. Andere volkjes zijn ook heel gezond. Die gieten zich bijvoorbeeld vol met olijfolie, duwen hun nekken vol met superfoods als quinoa, en met rauwe vis. Ook heel gezond allemaal. Maar hele ladingen kleine Italiaantjes, Peruaantjes, en Japannertjes laten al zien dat goede voeding alleen niet genoeg is als verklaring. Dus wat dan?
Gelukkig hebben we de onderzoekers nog. Zij stellen dat, en nu komt het, ‘natuurlijke selectie’ een voorname rol speelt in het steeds langer worden van de Nederlanders. Langere mannen krijgen meer kinderen dan kleine mennekes. En onder de meest vruchtbare mannen vind je doorgaans maar weinig kaboutertjes. Omdat lengte nogal erfelijk is, geven Nederlandse langerds hun lengte makkelijker door aan hun (soon to be) reusachtige kinderen. Et le voilà: Darwin heeft gelijk, het is natuurlijke selectie!
Maar is dat wel zo? Wil natuurlijke selectie een beetje slagen, dan moeten de genetische aanpassingen beter passen bij de, let op, NATUURLIJKE omgeving. Langere mannen hebben dan een evolutionair voordeel. Nu is het wel zo dat een groot deel van de Neerlandse bevolking achter de dijken leeft – wil je weten wat zich er daar achter afspeelt, kan je maar beter een beetje lang zijn. Lange jannen kunnen zo beter het gevaar zien dat van achter de dijken komt, en hebben dus een betere overlevingskans. Én kunnen zich, nadat ze de rampspoed overleefd hebben, lekker voortplanten. (Meer onderzoek is uiteraard nodig. Bijvoorbeeld vergelijkend onderzoek naar mannen op de Italiaanse po-vlakte, waar ook dijkjes te vinden zijn, bladibla). Maar dit lijkt de Socioloog des Vaderlands niet een erg waarschijnlijke verklaring – vrouwen willen immers ook wel eens over een dijkkie koekeloeren om te zien wat er aan komt. Maar kennelijk overleven die ook gewoon zonder dat ze zo verschrikkelijk groot zijn geworden. En wat te denken van good old Hansje Brinker – dat niet al te grote mannetje met zijn pieterpeuterige vingertje in de dijk??
Nu ja, goed. De Socioloog des Vaderlands ziet daarom meer in het proces van ‘CULTUURLIJKE selectie’. Niet de natuurlijke omgeving, maar de culturele is bepalend voor het selectieproces. Op de een of andere manier, zo suggereren de onderzoekers zelf trouwens ook, hebben Nederlandse vrouwen kennelijk verschrikkelijk the hots voor reusachtig grote mannen. Dat vinden ze mooi. Ze houden ervan. Vinden ze geil. En de lange man profiteert volop, produceert kinderen waar ie kan, terwijl de kleintjes niet meer aan de reproductieve bak komen. Niet omdat ze minder overlevingskansen achter de dijken hebben, maar omdat Nederlandse vrouwen niet geloven dat kleine mannen ook aantrekkelijke partners zijn. Natuurlijk is dit allerminst natuurlijk te noemen. De lange man is hier dus gewoon een sociale constructie. Van culturele selectieprocessen door vrouwen. Berger en Luckmann eat your heart out!
Dit alles heeft natuurlijk ook nadelen. De Socioloog des Vaderlands is, als gevolg van dit proces van cultuurlijke selectie, inmiddels zo groot geworden dat ie maar amper in de natuurlijke omgeving van een winkelwagentje van de Albert Heijn past. En zeg nou zelf. Echt leuk kan dat toch niet wezen? Vrouwen van Nederland, bedankt!
PA