Recensie: Drivin’ N’ Cryin’, goud in de Paradox
Vijfennegentig man en vijf vrouwen in de Paradox voor de band Drivin’ N’ Cryin’. Het gehalte popjournalisten is daarentegen verrassend hoog, ik tel er minstens vijf. Een liefhebbersavond dus. Drivin’ N’ Cryin’ is zo’n bandje dat je denkt nooit gehoord te hebben. Maar zo gauw je de stem van zanger Kevn Kinney hoort weet je het weer. Een stem die met niks te vergelijken is, maar als het dan toch moet, een kruising tussen Bonnie Tyler en een kind. Hoog en rauw tegelijk. Een lenige stem met een perfecte timing. Hij hoort bij de grootste rockstemmen. Kevn Kinney is al sinds 1985 samen met bassist Tim Nielsen, een retestrakke Fenderbeul. Inmiddels is Drivin’ N’ Cryin’ al 15 albums verder, maar nog steeds niet bekend bij het grote publiek. Ze spelen een soort hardrock, maar ze omschrijven het zelf als een kruising tussen punkrock en bluegrass.Het is in Paradox niet zozeer de opbouw van de nummers die bijzonder is. Met name in het stevige repertoire kiest het viertal vaak voor een standaard rockbenadering, waarin de bluesy gitaarriffs van Kevn Kinney en Warner E. Hodges (Jason and the Scorchers) alle ruimte krijgen om langs elkaar te schuren. Southern rock op z’n best, al was het maar omdat de twee elkaar voortdurend uit lijken te dagen, waardoor de hoogtepunten elkaar moeiteloos opvolgen. De ene solo na de andere komt langs, en Hodges blijkt een perfecte combi te vormen met de harde kern Kinney and Nielsen. Bij drummer Dave Johnson twijfel je af en toe, hoe kan hij met een enkele bass toch een speedmetal tempo halen? Maar er is niks fake, de man heeft gouden voeten.
Bijna haaks op de snelle nummers staan de momenten waarop Kinney gas terugneemt en iets meer aanschurkt tegen country en folk. Pas dan komt zijn aangename nasale stemgeluid optimaal tot zijn recht, vooral in het prachtige A good country mile. Alleen met gitaar klinkt Kinney bijna zwart, maar met de spaarzame, opnieuw rauwe begeleiding krijgen de soms uitgesponnen songs een bijna magische lading. Tijdens de ballads kun je een speld horen vallen, maar dan spelen ze ‘m nog even voor de grap in metalvorm, net zo makkelijk. Ze gooien er nog een gospeltje tegenaan, gewoon omdat het kan.
Dit is muziek zoals God het bedoeld heeft. Lang geleden dat ik zo’n goed bandje heb gezien. Was er nog iets negatiefs te melden? Nou misschien dat de man die naast me stond zo’n zoete zware aftershave op had dat het ene biertje naar warme vanillepudding smaakte. Verder gewoon perfect op een gewone woensdagavond in de Paradox in Tilburg.
Vijf van de vijf ballen, geschreven door Paul Geerts en Francine Bardoel
Nog te zien in het noorden des lands. Doen mensen.