Nick Cave: rommelig en intens

Nick Cave doet een weekendje Nederland. Het leidt tot lange rijen wachtenden voor de deur van een literatuurfestival(!), een horde dwepende 40-plus vrouwen en één op het podium geslingerd zwart behaatje.Bij DWDD zul je zijn naam niet horen, maar anno 2015 lijkt Nick Cave populairder dan ooit. Na zijn zilveren jubileum als heroïnejunk kickte de Australische muzikant/schrijver begin deze eeuw af en trouwde hij met een fotomodel. Hij trok zich terug in het landerige Brighton. En hij ging aan het werk.

Kotszakjes
Vrijdag was Cave te gast op het literatuurfestival City2Cities in Utrecht. Abdelkader Benali interviewt hem over zijn boek The Sick Bag Song, een verzameling dagboekaantekeningen gemaakt tijdens een Amerikaanse tournee in 2014. Onderweg per vliegtuig noteerde Cave zijn indrukken op kotszakjes, vandaar de titel. Dat de organisatie er goed aan deed hem als hoofdgast te boeken, blijkt na afloop. De grote zaal is alweer voor driekwart leeg als de echte schrijvers komen.

Op zaterdag staat Nick Cave voor een uitverkocht World Forum in Den Haag. Sinds zijn laatste album (Push The Sky Away, 2013) heeft hij niet stilgezeten. Er was dat boek, een documentaire en inmiddels loopt de derde concertreeks. Net als een dag eerder maakt Cave een ontspannen indruk. De man zit ontegenzeggelijk goed in zijn vel. Volgens de aankondiging is het een soloconcert, maar Cave wordt gewoon omringd door vier van zijn vaste begeleiders. Ook in uitgeklede vorm halen The Bad Seeds met gemak het straaljagervolume, zo blijkt al bij het derde nummer.

Twee titels later − tijdens het koortsige Higgs Boson Blues − maakt Cave ook korte metten met het woordje ‘seated’ op het affiche. Hij stormt het publiek in en trekt mensen letterlijk uit hun stoel. Vervolgens ontstaat er een broeierig nachtclubsfeertje in de wat statige zaal. Mooi. Op zijn beste momenten is de inmiddels 57-jarige Cave ronduit magistraal. Zijn lichaamstaal: de perfecte mix tussen de jonge Elvis Presley en een verwaaide vogelverschrikker. Zijn zang klinkt overtuigend en lijkt minder sonoor dan vroeger. Het geluid is prima. De vijf strak in het pak gestoken middelbare mannen hebben een swag waarvan Mumford and Sons c.s. alleen maar kunnen dromen.

Ook in uitgeklede vorm halen The Bad Seeds met gemak het straaljagervolume

Pingelen
In zo’n 2½ uur bloemleest Cave uit zijn 15 solo-albums. De ‘hits’ worden afgewisseld met obscuurder werk, zoals Brompton Oratory en Up Jumped The Devil. Toch is er minder magie dan andere keren. Cave’s pianospel is soms slonzig en meer dan eens zit hij met één hand wat te pingelen. Gitarist Warren Ellis zit er een paar keer naast, ook als hij eenmalig de accordeon ter hand neemt voor Black Hair. Verder is Cave naar mijn smaak iets te veel met het publiek bezig. Daardoor lijkt de focus soms weg. Al met al leidt het tot een wat rommelig geheel. Maar gelukkig: ook op mindere dagen fietsen Nick Cave & The Bad Seeds met gemak richting hemel.

4/5 sterren

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.