Bussemaker in debat

In het universiteitsdebat van de Volkskrant uit minister Jet Bussemaker (OCW) haar zorgen over het hoger onderwijs. VWO-studenten moeten volgens haar betere studiekeuzes maken. “Het komt erop neer dat we het mbo en het hbo onderwaarderen.”

Tijdens het debat stelt ze dat de uitval van studenten in het hoger onderwijs nog steeds hoog ligt. Op universiteiten loopt deze op tot 30 procent bij eerstejaarsstudenten. Eerder hield Bussemaker in dezelfde krant al een pleidooi voor meer differentiatie: “Die enorme groep studenten die we tegenwoordig hebben in het hoger onderwijs moeten wij een plek geven die bij hen past.”

Volgens de minister worden vwo-studenten aangemoedigd om naar de universiteit te gaan en wordt er gek gekeken als ze kiezen voor een hbo-opleiding. “Misschien zijn universitaire studenten op een andere plek beter af.” Maar wie bepaalt die plek? Volgens de minister is dat allereerst de student zelf die in overleg gaat met een universiteit of een hogeschool. “Dat betekent dat je als onderwijsinstelling ook andere opties moet aanbieden.”

“Het ligt dan toch ontzettend voor de hand om voor het hoogst mogelijke te gaan”

Juiste studiekeuze
Uit onderzoek blijkt dat je met een universitair diploma nog altijd gemiddeld 15 procent meer salaris verdient dan met een hbo-bachelor. “Het ligt dan toch ontzettend voor de hand om voor het hoogst mogelijke te gaan”, vindt gespreksleider Martin Sommer. Bussemaker: “Ik neem niemand kwalijk dat ze dat willen. Maar worden studenten daar ook gelukkig van en maken ze de juiste keuze bij wat ze ambiëren?” De studiekeuzetest moet daarbij belangrijker worden.

Geldstromen
In het debat sluit Rianne Letschert aan, hoogleraar internationaal recht aan Tilburg University. Zij heeft geldvragen voor Bussemaker: “Wat de minister doet is mooi, maar het blijft een lapmiddel in vergelijking tot de fundamentele oorzaak van wat er niet goed gaat. En dat zijn geldstromen.”

Daar zijn drie van: de eerste geldstroom voor universiteiten is de basisfinanciering afkomstig van de overheid. De universiteit mag dat geld naar eigen inzicht besteden aan onderwijs en onderzoek. De tweede geldstroom komt van zelfstandige publieke organisaties, zoals de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Ook een instituut als NWO ontvangt haar geld voornamelijk van de minister van Onderwijs. De derde geldstroom is projectgebonden financiering, via bijvoorbeeld bedrijven of de Europese Unie.

Wat is er mis volgens Letschert? “Universiteiten krijgen 30 procent minder rijksbijdrage terwijl er 50 procent meer studenten zijn. Je ziet dat opleidingen in de knel komen en niet meer voldoende docenten kunnen aannemen.” De hoogleraar pakt Tilburg als voorbeeld. Zijzelf moet via de tweede en derde geldstroom onderzoek binnenhalen om uiteindelijk het onderwijs te kunnen betalen. “Je kunt niet zeggen dat docenten dan minder onderzoek moeten doen. Als ik dat tegen mijn afdeling zeg, kunnen we de opleiding wel sluiten, omdat het niet meer te betalen is.”

“Uit economische overweging kan ik niet meer kiezen voor kwaliteit”

De tweede en derde geldstroom gebruikt Letschert om tachtig studenten per jaar onderwijs te geven op het niveau zoals zij dat wil. “Daarbij vind ik het uitdagen van studenten erg belangrijk. Het liefst zou ik een opleiding van tachtig studenten in tweeën willen delen (2 keer 40 studenten). Zo krijg je meer interactie met de student, maar dat is financieel niet haalbaar. Uit economische overweging kan ik niet meer kiezen voor kwaliteit, maar heerst de vraag of ik mijn docent in dienst kan blijven houden.”

Perverse prikkels
Nu worden hogescholen gefinancierd op basis van output, zoals het aantal studenten met diploma’s en het afleveren van promovendi. “Van deze perverse prikkels moeten we af”, vindt Letschert. Ook Bussemaker sluit zich daarbij aan, maar vindt dat veel prikkels al zijn aangepast. 80 procent van de financiering van onderwijs loopt via aantallen studenten. De andere twintig procent is gebaseerd op diploma’s. “Anders zou de universiteit niet gemotiveerd zijn om die studenten te laten afstuderen.” Bussemaker vindt dat er te veel wordt afgerekend op het aantal publicaties van universiteiten. Maar daar wordt al iets aan gedaan. Daarbovenop wordt de promotiebonus binnenkort beperkt.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.