“Vol is vol, koekwauzen!”

‘Fatima is boos. Fatima is geen op drift geraakte Syrische vluchtelinge, maar de Tilburgse volkswijk die zichzelf plotseling geconfronteerd ziet met de komst van (…) 400 asielzoekers’. Zeker, Brabants Dagblad zet het mooi neer. Eerder deze week was er in de wijk tussen Ringbaan Zuid en het Wilhelminakanaal een nogal ‘hete’ informatieavond.De vluchtelingen komen terecht in het voormalige verzorgingstehuis Jozefzorg. De noodopvang loopt over een periode van drie jaar. Tijdens de bijeenkomst in de wijk gaat het er hard op. Op het podiumpje de bestuurders: de Tilburgse burgemeester Peter Noordanus en Robert Ploeg van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). In de zaal een meute boze bewoners. Ook Broekhoven – de wijk naast Fatima – is goed vertegenwoordigd.

Pinokkio’s
Sommige buurtbewoners houden het ‘gewoon’ bij scheldwoorden: pannenkoeken, leugenaars, koekwauzen, Pinokkio’s, clowns, mafkezen, homo’s. Anderen proberen ook te beargumenteren: zij zijn bang voor een toeloop van jonge mannen met oorlogstrauma’s of storen zich aan het gebrek aan inspraak. Maar door de bank genomen zijn de sentimenten ongenuanceerd. “Als ze mijn vrouw en kinderen straks pakken, weet ik je te vinden, Noordanus!” of: “Eigen volk eerst!”.

Volgens BD drukken de plannen van het College van B&W vol op een open zenuw. Bij de achterliggende sentimenten kunnen we ons allemaal wel iets voorstellen. Maar waar komen die inventieve scheldwoorden en de geweldsbedreigingen vandaan? Peter Achterberg − hoogleraar Cultuursociologie aan Tilburg University − duidt: “Op zich is de weerstand makkelijk te verklaren. Die mensen denken gewoon: Not in my backyard. Maar wat er achter die ongehoorde felheid zit, is een diepgeworteld gevoel van anti-establishment. De hoogwaardigheidsbekleder wordt vandaag de dag op precies dezelfde wijze benaderd als de buurman.”

Het opkomen tegen de gevestigde orde brengen we altijd in verband met de jaren ’60. Achterberg: “Toen waren er continu protesten, maar dat ging meestal gepaard met het besef dat argumenten ook tellen. Er werd meer beargumenteerd en minder gescholden. Er was nog wat over van het respect dat je in de decennia daarvóór voor notabelen hoorde te hebben.” Nu is dat dus anders. “Met als gevolg dat bestuurders of politici nogal eens met de mond vol tanden staan. Trouwens: een tweede katalysator is de kloof tussen politiek en burger. Mensen krijgen steeds vaker het gevoel dat ze toch geen invloed hebben op de besluiten van de politiek.”

Tip voor burgemeester Noordanus: de volgende keer gewoon terugschelden

Nieuw leiderschap
Als hoogleraar is Peter Achterberg natuurlijk even goed een notabele. “Ik mag dat graag relativeren. Zo beschouw ik mijn studenten absoluut als gelijkwaardig. En wie de bal kaatst… Dus als ik doe alsof ik één van de studenten ben, word ik ook zo behandeld. Ze slaan soms taal tegen me uit waarvan men vroeger zou denken dat het absoluut ongepast zou zijn. Maar dat maakt me niet uit.”

Op het oog is burgemeester Noordanus (nog) niet zo’n informele notabele. Achterberg: “Zoek naar nieuwe vormen van leiderschap. Kijk naar Mark Rutte. Misschien is hij niet zo ideologisch ingesteld en een tikkeltje te goedlachs, maar hij ziet het publiek wel als zijn gelijke. Daardoor kan hij ook beter omgaan met heftige sentimenten. Zo’n burgemeester die niet weet wat hij moet zeggen, bevestigt juist het beeld van totaal verschillende werelden. Misschien moet je je dus wat opportunistischer gedragen.”

Tip voor Noordanus: de volgende keer gewoon terugschelden.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.