Night University: ‘Puberbrein’ Herman Koch

Een kunstenaar interviewen over zijn creatieve brein- het is lastig. Ook in het geval van schrijver Herman Koch ontkom je niet aan clichés: “Ik had het idee om iets te doen met een restaurant”. Toch blijft het gesprek tussen Koch en filosoof Arthur Kok bij Night University boeiend. En op het allerlaatst slaat Koch ineens de spijker op zijn kop. “Eigenlijk heb ik nog steeds een puberbrein. Dat is de periode in mijn leven die ik het makkelijkst weer kan oproepen.”De Night University over het brein werd gisteren druk bezocht- blijkbaar hoefden veel mensen hun hersens niet lang te pijnigen om naar de campus te komen. Ook bij de ingang van DZ1 is het dringen. De zaal is barstensvol als Arthur Kok aftrapt. Dat doet hij met de vraag: “Ben je een absurdistische kunstenaar?” Herman Koch vindt van niet. “Bij absurdisme denk ik aan mannen met witgeschminkte gezichten en bolhoedjes. Wat wij deden met Jiskefet had altijd een duidelijke link met de werkelijkheid.” Met dat humoristische tv-programma van de VPRO werd Herman Koch – samen met collega’s Kees Prins en Michiel Romeyn – in één klap beroemd. Scènes uit Debiteuren Crediteuren of De Lullo’s werden in kantoortuinen en studentenhuizen gretig nagespeeld. Maar Koch is natuurlijk ook schrijver: eerst in de marge maar inmiddels ongekend succesvol.

Komodovaraan
Aan de hand van een sketch uit Jiskefet wil Arthur Kok graag weten hoe al die ideeën precies opborrelen. Koch legt het met zichtbaar plezier uit en kan na zoveel jaren weer smakelijk lachen om het filmpje waarin hij een komodovaraan speelt: “Mensen die worden gepersifieerd, dat zien we zo vaak. Maar dieren goed nadoen, dat is ook wel een dingetje.” Arthur Kok graaft verder: “Op welk moment besluit je om juist een komodovaraan na te doen?” Koch: “Dat weet ik niet meer. Maar het was vast niet na het drinken van een glas limonade.”

Koch gaat wat dieper in op de werkwijze bij Jiskefet: “Ik heb ook de schrijver Maarten ’t Hart geïmiteerd, maar niet één op één. Wij dachten dan: we zetten hem een cowboyhoed op. Zo maak je gelijk een statement: want ’t Hart is alles, behalve een cowboy. Bovendien gaat het bij veel persiflages vooral om de vorm. Je probeert als twee druppels water op iemand te lijken, en de inhoud doet er vervolgens minder toe. Wij focusten juist op die inhoud, op wat er precies werd gezegd.”

“Dieren goed nadoen, dat is ook wel een dingetje”

Het diner
Over inhoud gesproken: ook als auteur ontkom je er niet aan. Kochs roman Het diner – inmiddels gepubliceerd in 37 landen – maakt hem tot de succesvolste Nederlandse schrijver van het moment. Arthur Kok laat Koch een hoofdstuk voorlezen over een man met een baard. Krijgen we zo stiekem ook even een inkijkje in het creatieve brein van de (baarddragende) interviewer?
Koch: “Die man is een zijspoor in het boek. Je kunt je dus afvragen wat hij in het verhaal doet. Maar ik schrijf heel intuïtief. Vaak weet ik zelf pas na een paar hoofdstukken welke onderlinge relatie de verhaalfiguren hebben. Als ik te veel weet tijdens het schrijven, wordt het ook voor de lezer voorspelbaar. Dat is saai. Ik plot helemaal niet. Door de gebeurtenissen in een verhaal, word ik zelf ook verrast.”

Puber
Een dame in het publiek komt met een compliment voor Koch. “Ik vind Geachte heer M. een geweldig boek. Vooral de beschrijving van het groepje pubers en hun gedrag. Is het boek autobiografisch?”

“Zeker”, lacht Koch. “Als je mijn brein in een scan zou gooien die het grondig analyseert, dan is de uitkomst: PUBERBREIN. Ik hoef helemaal niet in het verleden te duiken om me in te leven in zo’n groepje jongeren. Op een natuurlijke manier voel ik me verbonden met de puberteit- om preciezer te zijn: de leeftijd van 17 tot 25. Eigenlijk heb ik meer met jonge mensen dan met mijn leeftijdsgenoten. Die zijn vaak zo… oud.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.