Belgische oorlogsvluchtelingen in Tilburg
Zelfs Tilburg is een stukje van Europa. Daarom moet ook de ‘Skônste stad van het laand’ vluchtelingen gaan opvangen. En: dat is niet voor het eerst. Ruim honderd jaar geleden – na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog – wordt Tilburg overspoeld met Belgische vluchtelingen. “Er zijn genoeg parallellen met vandaag. Niet vreemd: het ontvluchten van oorlogsgeweld is universeel, en dus van alle tijden.” Dat zegt cultuurhistorica Astrid de Beer van het Regionaal Archief Tilburg. Zij deed uitgebreid onderzoek naar de ontheemde Belgen.De discussie woedt volop: het College van B&W regelt tijdelijke opvang in de wijk Fatima voor vierhonderd mensen. Er is bovendien sprake van een permanent AZC, waarover in 2016 wordt besloten. Ook de ‘gewone’ Tilburgers laten zich niet ongemoeid. Waar de één de raamposteractie ‘Vluchtelingen Welkom’ ondersteunt, scheldt de ander de burgemeester de huid vol. Hoe was dat honderd jaar terug?
Schommelend aantal
Begin augustus 1914 vallen Duitse troepen onverwacht België binnen. Direct daarna komt de vluchtelingenstroom richting Nederland op gang. Na de val van Antwerpen (10 oktober) groeien de aantallen astronomisch: één bron spreekt van circa één miljoen burgers. Gezien haar ligging is Tilburg een voor de hand liggende keuze. Astrid de Beer: “De eerste groepen die in Tilburg arriveren, hebben een nauwe band met Nederland. Bijvoorbeeld Belgen met familie hier. Trouwens: we zien ook al direct Duitse rijksburgers in de stad. Geboren Duitsers krijgen het hard te verduren in België.”
Over terugkeer wordt – anders dan vandaag vaak het geval is – niet moeilijk gedaan
Een eeuw geleden telt Tilburg ruim 55.000 inwoners. Op het hoogtepunt komen daar 15.000 vreemdelingen bij. “Gedurende de oorlog [die eindigt in november 1918, red.] schommelt het aantal nogal. De hausse ligt dus vrij vroeg. Na de val van Antwerpen loopt het storm, mede door de uitstekende treinverbinding.” Omdat Tilburg als garnizoensstad ook nog eens onderdak biedt aan grote aantallen Nederlandse militairen, is het herfst 1914 dringen in de stad. Later slinken de aantallen weer. Helemaal nadat de Duitse bezetter in het voorjaar van 1915 aan de Belgische grens een ‘dodenhek’ neerzet om grensoverschrijding tegen te gaan. “Ook daarna komen er heus nog wel vluchtelingen binnen. Maar dan met tientallen. Er is geen sprake meer van overvolle treinen.”
Hoe ging de opvang in zijn werk?
De Beer: “In het begin vrij soepel: Tilburgers nemen spontaan mensen in huis en ook de geestelijkheid − toen nog een belangrijke machtsfactor – voelt zich geroepen. Maar met het groeien van de stroom zijn structurele oplossingen nodig. Zo gaat het gemeentebestuur zich ermee bemoeien, ook weer vanaf oktober. De lokale overheid zoekt nauwe samenwerking met het inmiddels opgerichte Tilburgse Vluchtelingencomité, bestaande uit plaatselijke notabelen.”
Een opvallende overeenkomst met 2015 is de noodzaak om te improviseren – staatssecretaris Klaas Dijkhoff kan erover meepraten. De Beer: “De autoriteiten staan vaak voor het blok. Ze weten dat er weer een volle trein onderweg is, en moeten dan knopen doorhakken. De basis is dat mensen voeding en onderdak krijgen. Om epidemieën te voorkomen, wordt iedereen gevaccineerd. Ook komt (bijna) iedere vluchteling in een Tilburgs registratiesysteem.”
De Beer toont een paar van de in fraai handschrift opgestelde kaarten. Vorig jaar is de volledige collectie gedigitaliseerd, mede met hulp van Belgische vrijwilligers. Het systeem biedt inzicht in de achtergronden van de vluchtelingen. “We zien bijvoorbeeld veel jonge kinderen die alleen aankomen. En: hoewel het gros van de vluchtelingen de Belgische nationaliteit heeft, is het een zeer gemêleerd gezelschap: Australiërs, Zweden, Russen, Duitsers en welgeteld één Chinees.”Sancties
Over terugkeer wordt – anders dan vandaag vaak het geval is – niet moeilijk gedaan. “Een week na de val van Antwerpen gaat het Tilburgse college er al vanuit dat de rust is weergekeerd. Sterker: vanaf 16 oktober vertrekken er dagelijks treinen vol vluchtelingen terug naar België. De uitkeringen voor vluchtelingen én aan Tilburgse particulieren die hen huisvesten worden onmiddellijk stopgezet. De opvang moest sowieso een tijdelijk karakter hebben.”
Hoe reageren de Tilburgers op de komst van de vluchtelingen?
“In het algemeen constructief. Daarop wordt van verschillende kanten aangedrongen. Burgemeester Raupp zegt in de krant dat de bevolking kalm moet blijven. Het al genoemde Vluchtelingencomité komt met een pamflet. Ook dat is een warme oproep voor begrip. Het helpt: in Tilburg gelegerde Nederlandse militairen leveren spontaan een paar dagen soldij in. Burgers starten inzamelingsacties. En particulieren nemen vluchtelingen in huis. Je kunt dus wel zeggen dat de bereidheid om te helpen groot is.”
Eén van de dossiers die de Tilburgse ambtenarij nauwkeurig bijhoudt is de map ‘Publieke Vrouwen’
Toch is niet alles positief. “De overheid houdt een paar zaken scherp in de gaten. Bijvoorbeeld de volksgezondheid en de handhaving van de goede zeden.” Eén van de dossiers die de Tilburgse ambtenarij nauwkeurig bijhoudt is de map ‘Publieke Vrouwen’. “Logisch. Veel Vlaamse vrouwen verblijven alleen in Tilburg. Dat is bij voorbaat verdacht. Deze vrouwen worden bij de minste aanleiding naar een strafkamp in Nunspeet gestuurd.” Ter bescherming van dezelfde goede zeden, worden de armen strikt gescheiden van hun meer bemiddelde mede-vluchtelingen. Eén specifieke groep vluchtelingen ligt continu onder de loep: de deserteurs. Gevluchte militairen – Fransen en Belgen maar ook Duitsers – belanden in een speciaal opvangkamp en worden te werk gesteld in de textielindustrie.
Ten slotte is het stadsbestuur huiverig voor een te sterke vermenging tussen Nederlanders en Belgen. Astrid de Beer: “Tilburg is in die dagen klein en beschermd, in veel opzichten een dorp. Nederland is neutraal en wil dat koste wat kost blijven. Er is de concrete angst dat de plaatselijke bevolking te veel gruwelverhalen hoort of op een andere manier betrokken raakt bij de oorlog.”
“Er vinden opstootjes plaats. Kijkend naar de processen-verbaal, zie je vooral geweldpleging en openbare dronkenschap. Niet verwonderlijk: de gemobiliseerde Nederlandse soldaten vervelen zich nogal eens. In de omgang met de vluchtelingen verschuiven naar verloop van tijd de panelen: begrip wordt ergernis en (kleine) cultuurverschillen krijgen steeds meer gewicht.”
Vorig jaar herdacht Tilburg de komst van de Belgische vluchtelingen, aan de hand van het project ‘Grenzeloos Tilburg’. Wat was het voornaamste doel?
“We deden dit project in samenwerking met het Stadsmuseum. Hoofddoel was het digitaliseren van alle persoonskaarten. Het Regionaal Archief wordt veel bezocht door hobby-genealogen die hun familiegeschiedenis uitpluizen. Ook het registratiesysteem voor vluchtelingen speelt hierin een belangrijke rol. Die database is nu compleet toegankelijk. Daarnaast was er een cultureel programma, met als neerslag een boek en een site.”
Welke parallellen zie je met de Syrische vluchtelingen van vandaag?
“De beschrijvingen uit 1914 van hordes mensen die huis en haard verlaten en in een nieuwe, onzekere situatie belanden, komen direct overeen. Daarvoor heb je niet veel fantasie nodig. De beelden en de emoties zijn hetzelfde… Als historica kan ik daaraan toevoegen dat het op de vlucht gaan voor oorlogsgeweld universeel is, en in bepaalde opzichten van alle tijden. Misschien geldt dat ook wel voor de opvang. Mensen reageren min of meer op dezelfde manier.”
Foto’s: Collectie Regionaal Archief Tilburg
Op donderdag 22 oktober aanstaande organiseert het Hartslagcafé de thema-avond ‘De vluchteling begrensd’. Daarop vooruitlopend publiceert Univers een aantal bijdragen over het vluchtelingenvraagstuk.