Parochiaal altruïsme

Univers publiceert een reeks opinies over het vluchtelingenvraagstuk. Vandaag deel 2 door Bart Nooteboom.

Altruïsme bestaat, zo is duidelijk aangetoond in empirisch onderzoek. Het bestaat bij mensen en bij sommige mensapen. In het bijzonder de bonobo, zoals onderzoeker Frans de Waal heeft laten zien. De eigenschap ‘altruïsme’ blijkt van nature aanwezig te zijn, als een instinct. Maar altruïsme geldt vooral binnen de eigen groep, en niet daarbuiten. Het is ‘parochiaal’.Het was een tijd lang een puzzel hoe altruïsme als instinct − als ‘iets in onze genen’ − in de evolutie kon overleven. Zou het niet verdwijnen doordat altruïsten genetisch weggeconcurreerd worden door opportunistische egoïsten? En altruïsme is weliswaar goed voor de groep, maar niet groepen hebben genen- dat zijn toch altijd de individuen. Theoretisch is een argument ontwikkeld dat alleen kon overleven als het gepaard ging met enige bescherming van een altruïstische groep tegen een invasie van opportunistische buitenstaanders die in de evolutionaire selectie voordeel hebben door te parasiteren op altruïsten.

Met andere woorden: de hypothese is dat altruïsme gepaard gaat met een instinctieve argwaan en discriminatie tegenover ‘indringers’. Ziedaar de evolutionaire wortels van vreemdelingenhaat. Omdat het instinctief is, is het zo moeilijk te verdrijven met cultuur en met rationale argumenten. Het zit ‘in de onderbuik’. Maar helemaal onmogelijk is het uitbannen van xenofobie niet. Er is een basis van altruïsme binnen de groep waarop kan worden gebouwd. Met invoelbare plaatjes van de ellende van vluchtelingen, bijvoorbeeld.

Is Geert Wilders wellicht ‘pro-socialer’ dan andere Nederlanders, of lijdt hij aan een overproductie van oxytocine?

Precies dat altruïsme binnen en argwaan buiten de groep is aangetoond in een berg van literatuur, in psychologie en sociologie, waar het bekend staat als parochiaal altruïsme. Daarbij is er één belangrijke kwalificatie. Er ligt meer gewicht op interne solidariteit en voorkeur dan op externe afkeer. Kijk. Dat vergroot meteen de hoop om wat te kunnen doen tegen dat laatste. Interne voorkeur is − niet verwonderlijk − sterker naarmate de samenwerking binnen de groep en de concurrentie tussen groepen belangrijker zijn. Verwondelijker is al dat interne voorkeur zich óók sterker manifesteert bij meer op anderen georiënteerde, ‘pro-sociale’ individuen. Je zou kunnen verwachten dat die mensen zich juist welwillender opstellen tegenover buitenstaanders, maar dat blijkt dus niet het geval. Met andere woorden: een sterkere oriëntatie op anderen versterkt discriminatie van buitenstaanders, in plaats van die te temperen.

De Nederlandse arbeidspsycholoog Carsten de Dreu onderzocht het effect van het ‘liefdeshormoon’ oxytocine. Ook in dit geval zou je verwachten dat het de discriminatie van outsiders vermindert. Het tegendeel is waar: het ‘knuffelhormoon’ intensiveert de voorkeur voor de eigen groep, rivaliteit tussen groepen en discriminatie. Dat rechtvaardigt de vraag: Is Geert Wilders wellicht ‘pro-socialer’ dan andere Nederlanders, of lijdt hij aan een overproductie van oxytocine?

In zijn onderzoek naar mensapen vond de Frans de Waal ook empathie binnen de groep en wantrouwen van buitenstaanders. Echter: dat geldt niet voor bonobos. In plaats van oorlog te voeren bedrijven zij de liefde met indringers, op even promiscue wijze als binnen de eigen groep. Aldus vermijden zij spanning en conflict tussen ‘ons’ en ‘zij’. De Waal beweert dat wij mensen kenmerken gemeen hebben met zowel chimpansees en bonobos- dit vanwege een gemeenschappelijke voorouder. Kan de politiek geen beleid maken om de bonobo in ons te stimuleren?

De Waals analyse is ook van belang voor goed begrip van vertrouwen. Als de mens enerzijds een instinct heeft van eigenbelang en individuele overleving en anderzijds een instinct voor loyaliteit in de groep − in parochiaal altruïsme − dan verklaart dat de spanning tussen wantrouwen en vertrouwen, en de fragiliteit van het vertrouwen in buitenstaanders. Enfin. De economische wetenschap doet er goed aan om naast eigenbelang en wantrouwen ook systematisch aandacht te besteden aan altruïsme en vertrouwen (inclusief de grenzen daarvan) in de basisveronderstellingen over menselijk gedrag. Vertrouwen, ook tegenover buitenstaanders, binnen grenzen, is nodig om te putten uit de economische voordelen van diversiteit, vooral voor innovatie.

Bart Nooteboom is emeritus hoogleraar innovation policy aan Tilburg University.

Op donderdag 22 oktober aanstaande organiseert het Hartslagcafé de thema-avond ‘De vluchteling begrensd’. Daarop vooruitlopend publiceert Univers een reeks blogs over het vluchtelingenvraagstuk.

You can read an English version of this blog on Bart Nootebooms personal blog: http://philosophyonthemove.blogspot.nl

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.