Mensen zijn slecht in het herkennen van leugenaars

Leugenaars zijn lastiger te herkennen dan we denken. Maar er zijn manieren, ontdekte de Tilburgse promovenda Anna E. van ’t Veer. “Leidt de aandacht af en de leugenaar valt door de mand.”

Liegen is lastig. In ieder geval voor onze hersenen. Van ’t Veer onderzocht voor haar proefschrift Effortless Morality hoeveel cognitief vermogen liegen vereist. Wat blijkt: het is makkelijker om de waarheid te vertellen. Met intelligentie heeft dat niks te maken. Liegen vraagt vooral meer van het werkgeheugen dan een eerlijk verhaal. Voor een potje geslaagde onzin moeten de hersenen een tandje bijzetten.

Dat vereist concentratie en daar ligt de sleutel voor het herkennen van een leugenaar. Van ’t Veer: “Leidt iemand af tijdens een gesprek, laat hem bijvoorbeeld een flesje water opendraaien, en de kans is groot dat een leugenaar even hapert.” Wie liegt kan er weinig andere dingen bij hebben.

Vertrouw je gevoel

De truc kan goed van pas komen. “Mensen zijn echt slecht in het herkennen van een leugenaar,” vertelt Van ’t Veer. “We denken dat we door goed te kijken naar hoe iemand zich gedraagt sterk zijn in het ontmaskeren van onwaarheden, maar dat zijn we helemaal niet.” Wat wel werkt: afgaan op je onderbuikgevoel. “Eerlijke mensen vinden we sneller aardig dan oneerlijke mensen. Ons gevoel is een betrouwbaarder instrument om leugenaars te ontmaskeren dan ons verstand. Hoewel je er zo natuurlijk nooit direct achter komt of iemand daadwerkelijk liegt.”

“Ons gevoel is een betrouwbaarder instrument om leugenaars te ontmaskeren dan ons verstand”

Overigens is het niet altijd een voordeel om leugens te herkennen. “Mensen kunnen met goede en met kwade intenties liegen. Complimentjes zijn bijvoorbeeld vaak niet gemeend, maar kunnen een positief effect hebben op degene die ze hoort. Goedbedoelde leugens versterken de sociale band.” Niet iedere leugen moet dus perse ontmaskerd worden, bedoelt Van ’t Veer maar te zeggen.

Lichamelijke leugendetector

In de toekomst moet verder onderzocht worden of een dergelijk onderbuik gevoel wordt weerspiegeld in de fysiologie. Van ’t Veer schrijft in haar proefschrift dat alleen kijken naar de lichamelijke spanning bij de leugenaar zelf, zoals bijvoorbeeld met de polygraph gedaan wordt, een incompleet beeld geeft van interacties waar mogelijk misleiding plaats vindt. “Het kan zijn dat je hersenen getriggerd worden wanneer iemand een verhaal vertelt en daarbij niet-passende lichaamsgebaren maakt, wat kan duiden op oneerlijkheid. Omdat zo’n inconsistent verhaal minder vloeiend overkomt, zou het kunnen dat het ook meer moeite kost om een dergelijk verhaal aan te horen. Die moeite kan je bijvoorbeeld meten door naar de wijdte van iemands pupillen te kijken.”

Als het gaat om de lichamelijke reacties geeft haar onderzoek niet meer dan eerste aanzetten, benadrukt Van ’t Veer. “Uiteraard is nog lang niet alles hierover bekend, maar dat is het leuke aan onderzoek doen – er valt altijd nog wat te ontdekken.”

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.