Wie begeleidt promovendi naar een baan?
Van de duizenden promovendi in Nederland ambieert 80% een carriere in de wetenschap. Slechts 20% kan er ook daadwerkelijk terecht. Oriëntatie op de arbeidsmarkt blijft in de drukte van het onderzoek vaak achterwege. Career Center begeleidde de jonge onderzoekers naar een baan buiten de wetenschap. Tót reorganisatieplan BEST per 1 januari 2016 een streep trok door de afdeling. Wie helpt de promovendi nu aan een baan?
Met hun onderzoekservaring en analytische vaardigheden zijn promovendi voor veel werkgevers interessant. Voor promovendi die zich op een loopbaan buiten de wetenschap richten zijn de perspectieven volgens het CBS niet slecht. Daar hebben ze vaak wél een duwtje in de rug voor nodig.
Career Center kan de promovendi dus niet meer helpen. Het argument voor opheffing volgens het reorganisatieplan: “De doelgroepen en hun specifieke loopbaanvraagstukken zijn te divers om hier met eigen loopbaancoaches invulling aan te kunnen geven.” Afdelingshoofd Mirjam Baars ziet dat anders: “Er waren verschillende loopbaanbegeleiders actief die zich specifiek richtten op het begeleiden van promovendi naar de arbeidsmarkt. Sommigen daarvan waren zelf gepromoveerd.”
Zorgen
Personeel meldt zich voortaan bij de HR adviseur van de faculteit of dienst. Daarna kan eventueel een extern begeleidingstraject worden gestart. Baars heeft weinig vertrouwen in de nieuwe opzet: “In de meeste gevallen zal hier geen extern bureau voor worden ingehuurd, aangezien een kosten-baten analyse gemaakt zal worden.” De WW lasten worden dan volgens Baars afgezet tegen de kosten van het inhuren van een bureau. Baars: “De kans dat men dan hierin gaat investeren, is minimaal.”
Ook het Tilburgs Overleg Promovendi (TOP) is bang voor kwaliteitsverlies. TOP-lid Koen van der Krieken merkt op dat opheffing van Career Center nota bene indruist tegen de principes van BEST. “Er is gezegd: we willen alles efficiënter, doelmatiger inrichten. En dan ga je iets dat op centraal niveau goed werkt decentraliseren?”
“De kans dat men dan hierin gaat investeren, is minimaal.”
Bovendien speelt de vertrouwenskwestie. Van der Krieken: “Carrièrebegeleiding kan óók betekenen dat je je afvraagt of je wel op je plek zit. Voorheen had je contact met professionals die jarenlange ervaring hadden met begeleiding en dat vertrouwelijk deden.” Dat HR dit nu doet, is volgens Van der Krieken onwenselijk. Die zijn namelijk ook betrokken bij een eventuele contractverlenging. Promovendi zouden zich zo minder vrij voelen om over deze onderwerpen te praten. Baars deelt die opvatting: “PhD’s willen hun interne kansen op doorgroei naar een UD-functie niet verspelen.” Dit helpt dus niet bij een groep die al weinig aandacht heeft voor de arbeidsmarkt.
HR
Omdat Mirjam Baars volgens HR niet meer in functie is, zijn haar uitspraken volgens HR op persoonlijke titel. Daarop wilde HR niet direct reageren. Wel laat HR training coördinator Ramona van der Linden weten dat de begeleiding van promovendi naar de arbeidsmarkt hoog op de agenda staat. Overigens is Baars formeel niet uit dienst. Wel is ze ontslagbedreigd.
“De trainingen en begeleiding blijven bestaan”
Individuele loopbegeleiding voor medewerkers blijft bestaan. Van der Linden spreekt over een laagdrempelige mogelijkheid om in gesprek te gaan over de loopbaan en stappen die daarin kunnen worden gezet. “Medewerkers kunnen hiervoor terecht bij hun leidinggevende dan wel HR adviseur. De HR adviseur zal zich een beeld vormen van de vraag en indien nodig doorverwijzen naar een externe adviseur. Binnen elke faculteit is er een HR adviseur met als achtergrond/specialisatie loopbaanbegeleiding.”
Ook de training Career Counseling (voorheen verzorgd door Career Center) blijft bestaan. HR zoekt momenteel in overleg met onder andere TOP naar externe trainers. Verder merkt Van der Linden op dat met de graduate schools gewerkt wordt aan “Optimalisering van het opleidingsprogramma voor PhD’s.” Zo wil HR het voor alle PhD’s mogelijk maken zich te (blijven) ontwikkelen en daarmee hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.
Eerder uitten TOP en Baars hun zorgen aan de universiteitsraad. Van der Krieken gaf aan later deze maand in gesprek te gaan met de rector.In Univers no. 7 (verschijnt 11 februari) lees je over het promoveren dat altijd uitloopt.