“Het zou pas nieuws zijn als studenten genderneutraal beoordelen”
Studenten beoordelen hun docenten niet alleen op kwaliteit, maar ook op sekse. Een onderzoek van het Rotterdamse instituut ISS laat zien dat, ook na correctie van allerlei verzachtende omstandigheden, vrouwelijke docenten niet moeten rekenen op dezelfde behandeling als hun mannelijke collega’s. Volgens hoogleraar Alkeline van Lenning mag dit geen verrassing zijn.Het is niet de eerste keer dat onderzoekers tot deze conclusie komen. Begin dit jaar verscheen het artikel ‘Student evaluations of teaching (mostly) do not measure teaching effectiveness’. Het Rotterdamse ISS komt nu dus tot dezelfde conclusie.Alkeline Van Lenning is Dean van het University College Tilburg en ziet daarom veel studentenenquêtes voorbij komen. “Je moet natuurlijk onderzoek doen om zeker te weten of deze specifieke verschillen hier ook optreden,” zegt ze. “Dat heb ik niet gedaan, dus dat kan ik niet beweren. Wat me wel vaak is opgevallen, is dat jonge vrouwelijke docenten soms worden getest door studenten. Ze zoeken dan bijvoorbeeld direct op de computer op of wat de docent zegt wel klopt. Dit zie je veel minder gebeuren bij mannelijke jonge docenten. Bij oudere en meer ervaren mannelijke en vrouwelijke docenten gebeurt het testen bijna nooit. Het zou daarom interessant zijn om dit onderzoek uit te splitsen naar leeftijd en ervaring.”
De verschillen die het Rotterdamse instituut vond verbazen haar helemaal niet: “Het zou eigenlijk pas nieuws zijn als studenten wél genderneutraal beoordelen. Je ziet het verschillend beoordelen van mannen en vrouwen ook terug in benoemingscommissies en in de financiële beloning van docenten hier aan de universiteit. Zelfs als je de salarisverschillen corrigeert voor alle factoren die erop van invloed kunnen zijn, blijft er een groot verschil over tussen wat vrouwen verdienen en wat mannen verdienen.”
“Je ziet het verschillend beoordelen van mannen en vrouwen ook terug in de financiële beloning van docenten hier aan de universiteit”
Volgens Van Lenning komt dit allemaal door onbewuste genderbias, van alle partijen. “Dit is een beetje psychologie van de koude grond, maar vrouwelijke docenten zijn misschien ook zelf voorzichtiger en eerder geneigd om iets nog een keer op te zoeken voor ze het beweren,” zegt Van Lenning. “Studenten kunnen op hun beurt bij een man die iets wil controleren denken ‘wat correct, wetenschappelijk en imposant’ en bij een vrouw ‘huh, weet ze dat niet?’.” Dit komt door hoe wij allemaal mannelijkheid en vrouwelijkheid beoordelen. Daarover moeten we bewust na blijven denken, zegt ze: “Het kleeft aan ons allemaal. Ik probeer me ook vaak bewust te zijn van waarom ik iets denk. Ik keek pas uit mijn raam, vanaf drie hoog, en zag iemand nogal onhandig een auto inparkeren. Ik ging er direct vanuit dat het een vrouw van mijn leeftijd was en dat ze niet goed kon inparkeren. Toen er een jongeman uitstapte, schatte ik de reden voor zijn manier van parkeren direct in als nonchalance en onverschilligheid. Wanneer mannen en vrouwen dus hetzelfde doen, betekent het iets anders.”
Advertentie.
