Promotiestudent straks ook in Nederland
Het experiment rondom promotiestudenten (ook beurspromovendi genoemd) gaat volgend collegejaar definitief van start. Slechts twee Nederlandse universiteiten doen eraan mee: de Rijksuniversiteit Groningen en de Erasmus Universiteit. Aantallen? Groningen 800, Rotterdam 15.
Daarmee is het bewogen experiment niet zo groot geworden als waar velen voor vreesden. Er is landelijk ruimte voor 2000 promotiestudenten. Veel universiteiten lieten zich al snel kritisch uit over de plannen. Het is mogelijk dat meer universiteiten zich later toch nog aansluiten bij het experiment.
Kostenbesparing
Momenteel zijn promovendi nog werknemer van de universiteit (als assistent in opleiding) of doen ze het in hun eigen tijd (als buitenpromovendus). Door het experiment kan je na je bachelor- en masteropleiding promoveren, terwijl je formeel ‘student’blijft. De promovendus krijgt dan een beurs, in plaats van loon. De constructie was nog niet mogelijk in Nederland, maar al wel in omringende landen. De minister hoopt met het experiment Nederlandse studenten in eigen land te houden voor promotieonderzoek.
Critici vrezen dat het promotieklimaat zal verslechteren en wijzen erop dat een student-promovendus geen uitkeringsrechten of pensioen opbouwt omdat hij geen arbeidscontract heeft. Het zou daarom vooral een kostenbesparende maatregel zijn. Gedurende het experiment wil het ministerie ongewenste effecten bijhouden. Zo mag de kwaliteit van promoties niet dalen. Ook mogen universiteiten de proef niet gebruiken als kostenbesparing. Bij misbruik kan het ministerie trajecten tussentijds stopzetten.
“We zullen er alles aan doen om het beurspromovendi-systeem te dwarsbomen”
Tilburg University waakzaam
Op Tilburg University kent het experiment een bewogen geschiedenis. ABVAKABO frontman Marinus Verhaegen zei eerder er “alles aan te zullen doen om het beurspromovendi-systeem te dwarsbomen”, terwijl TiU International wel iets voelde voor het experiment. Ook studentenfracties waren waakzaam.
Tilburg School of Economics and Management (TiSEM) gaf eerder aan wel deel te willen nemen aan het experiment. Vice-decaan Onderzoek Geert Duijsters zei toen dat het belangrijk is dat deelname aan de Tilburgse variant van het experiment vrijwillig is. “We dwingen niemand om mee te doen.” Er lijken veel nadelen aan het promotieonderwijs te kleven, maar er zijn ook voordelen, aldus Duijsters. “Beurspromovendi krijgen vier jaar de tijd om te promoveren (één jaar extra) en het is niet de bedoeling dat ze structureel worden ingezet in het onderwijs.” Met dat extra jaar stijgt wellicht de kwaliteit van de promotie en het rendement, hoopt Duijsters: “Het is uiteindelijk de bedoeling van het systeem om tot meer promovendi te komen.”
TiPP kritisch
Volgens Het Tilburg PhD Platform (TiPP) wil Tilburg vanaf september 2017 deelnemen aan het experiment. De groep blijft onveranderd kritisch over de plannen. Lid van TiPP Koen van der Krieken licht toe: “We zijn absoluut geen voorstander van de plannen zoals ze nu worden ingevoerd in Rotterdam en Groningen. Wat dat betreft is dit een zwarte dag te noemen voor promovendi in Nederland.”
“Een zwarte dag voor promovendi in Nederland”
“In de huidige opzet wordt er getornd aan goede arbeidsvoorwaarden, dus er moet eerst nog gesproken worden over hoe Tilburg de plannen gaat inrichten. Daarover blijven we in gesprek met de rector en andere belanghebbenden.”
Bij TiSEM was nog niemand bereikbaar voor commentaar. Eerder werd duidelijk dat de faculteit eerst meer duidelijkheid wenste, voordat het zou deelnemen aan het experiment.