CAO-impasse vakbonden en universiteiten
De cao-onderhandelingen tussen de vakbonden en de VSNU, de Vereniging van Nederlandse universiteiten lijken muurvast te zitten. De laatste maakte deze week bekend met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016 een loonsverhoging van 0,8 procent door te voeren. Daarmee zet de VSNU extra druk achter het ‘eindbod’ dat zij de bonden vorige maand deed.
De vakbonden – FNV, VAWO, CNV en AC/FBZ – zijn verbolgen over het feit dat de VSNU meteen spreekt van een eindbod. Zij vinden dat de VSNU erg radicaal piketpaaltjes heeft geslagen. Volgens de bonden is de 0,8 procent onderdeel van cao-afspraken die al begin 2015 zijn gemaakt en zou het loonakkoord daar nog bovenop moeten komen. De lonen zouden daarom niet met 0,8 procent maar met 2 procent omhoog moeten.
Minstens zo kwalijk vinden de bonden echter dat de VSNU geen afspraken wenst te maken over werkdruk en duurzame inzetbaarheid. De werkdruk wordt steeds groter, zo horen de bonden op alle universiteiten. En ook voor wat betreft de duurzame inzetbaarheid – bijvoorbeeld de omgang met oudere werknemers en het inlopen van onderzoek na zwangerschapsverlof – moet er een slag gemaakt worden. Volgens de bonden wordt door hun leden hieraan zelfs zwaarder getild dan aan de loonafspraken.
“Het eindbod van de VSNU wijkt nauwelijks af van wat er in eerste instantie is geboden.”
“Dat blijkt echter onbespreekbaar voor de VSNU”, stelt Donald Pechler van VAWO. “De werkgevers vinden het prima als daarover gepraat wordt, maar niet in nationaal verband: daarover moeten op elke universiteit afzonderlijke afspraken worden gemaakt. Waarmee het eindbod van de VSNU na vier bijeenkomsten feitelijk nauwelijks afwijkt van wat er in eerste instantie werd aangeboden.”
Waarmee de universiteiten zich al snel in het onderhandelingsproces in de loopgraven verschansen. De bonden hebben daar inhoudelijk nog geen verweer op geformuleerd. Zij zijn al een tijdje bezig een rondgang te maken langs het personeel van alle universiteiten. Zo was er op 16 juni een bijeenkomst voor werknemers van Tilburg University. “De opkomst had hoger gemogen”, is het enige dat Pechler daarover kwijt wil. “Wij willen nu eerst overal hebben gehoord wat onze leden te vertellen hebben. Pas daarna formuleren wij ons antwoord richting de VSNU.”
Advertentie.
