Lemmingen

Maar liefst 157 kandidaten solliciteerden naar de twaalf plekken voor veelbelovende jonge vrouwelijke wetenschappers die vrij kwamen dankzij het Philip Eijlander Diversity Program. Dat is buitengewoon veel, zo meldde woordvoerder Tineke Bennema. Het is ook buitengewoon raar. De wetenschap  is namelijk niet bepaald een sector met een veelbelovend carrièreperspectief.

In de vier jaar als promovendus – wanneer je er meer dan vier jaar over doet is je toekomst per definitie al vergooid – wordt tegenwoordig van je verwacht dat je al meerdere publicaties op je naam hebt staan. Is dat niet het geval, dan kan er een kruis over. Naast het schrijven van die publicaties – en je proefschrift, natuurlijk – moet je colleges geven. Daarin krijg je vaak nauwelijks begeleiding. Wanneer je een basiskwalificatie onderwijs wil halen – voor veel docenten tegenwoordig een voorwaarde om college te mogen geven – word je daar door universiteiten over het algemeen niet in ondersteund. Het is geen wonder dat aan de UvA inmiddels één op de drie promovendi tekenen van klinische depressiviteit vertoont. Mogelijkheden voor inspraak zijn er ook nauwelijks. Als je je kop boven het maaiveld uitsteekt wordt hij er genadeloos afgehakt.

Als je na vier jaar dan eindelijk Hora Est!  hoort moet je maar net hopen dat je een docent op je vakgebied zo hebt weten te vleien dat hij een plekje  voor je over heeft wanneer hij met pijn en moeite een beurs heeft weten binnen te harken. Als wetenschapper met een tijdelijk contractje mag je God op je blote knietjes danken als er na afloop van dat projectje weer een collega een beursje wint.

Je kunt je zelf natuurlijk ook wagen aan de tombola die het toekenningsbeleid van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heet. Zoals het een succesvolle loterij betaamt moet er behoorlijk wat worden geïnvesteerd voordat er uitgekeerd wordt. Het schrijven, controleren en honoreren van beursaanvragen kost de Nederlandse wetenschap jaarlijks zo’n 250 miljoen euro, zo becijferde Remco Tuinier van de TU/e. Uiteindelijk wordt er in totaal 767 miljoen euro uitgekeerd, slechts één of twee op de tien beursaanvragen wordt toegekend. Niet meedoen is echter geen optie. Geen beurs betekent geen aanstelling.

Ben je toevallig een heel goede docent en iemand die niet per se een hart voor onderzoek heeft, dan worden je kansen ook geminimaliseerd. Het personeelsbeleid van universiteiten is namelijk grotendeels gebaseerd op onderzoek en dan met name op onderzoeksoutput: schrijven, schrijven, schrijven, publiceren, publiceren, publiceren dus. Onderzoek levert namelijk direct zichtbaar geld op, onderwijs niet.

Ondanks deze helse vooruitzichten zijn er jaarlijks toch duizenden afgestudeerden die hopen dit hele carrièrepad te doorlopen en ooit toponderzoeker of hoogleraar te worden. Ik ken zelfs een paar van die mensen. Allemaal weten ze dat het systeem niet goed werkt en toch werpen ze zichzelf erin als lemmingen. En zolang al deze leuke, slimme mensen dat doen, zal er weinig veranderen.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.