Nexit?
De afgelopen week was een sociologisch goudmijntje. De afloop van het Brexit-referendum is bekend. Ongeveer de helft koos voor het verlaten van de EU, en ‘the rest is history’. De alom verfoeide experts krijgen vooralsnog gelijk: Crisis alom, economisch en politiek; buitenlanders worden uitgescholden; en families vallen uit elkaar. Sterker nog, het Verenigd Koninkrijk staat op het punt uiteen te vallen. Gaat lekker daar aan de overkant van de plas! Onderwijl gaan er in De Haag ook stemmen op om te kunnen kiezen voor een Nexit (PVV), of een soortevannemette Nexit (SP). Anderen zijn, zoals bekend, mordicus tegen (de rest van het soepje). Maar goed, wat men in Den Haag denkt, hoeft men nog niet in de rest van Nederland te denken. Dus hoe zit dat dan?
In Groot Brittannië bleken vooral jongeren sterk voor een verder avontuur in de EU te kiezen. Maar hoe zit dat bij Nederlandse jongeren? In het kader van het internationale Generation What programma verzamelde BNN pas geleden gegevens onder jongeren van 18-34 over hun toekomstverwachtingen, mening over Europese eenwording, over de economische toestand in het land, en wat al niet meer. Uit het figuurtje hieronder blijkt dat jongeren in Nederland nogal verschillend denken over een aanstaande Nexit. Grofweg een derde is voor, iets meer mensen zijn tegen, en de rest weet het nog niet.
Dan de vraag hoe deze voorkeur te verklaren valt. (Zie de figuur hieronder, die de sterkte van de verbanden met een voorkeur voor een Nexit laat zien). Naast leeftijd, dat niet echt een super grote rol van betekenis speelt in onze gegevens (vermoedelijk omdat we alleen jongeren hebben geanalyseerd) zijn er nog twee factoren die van belang zijn: Geslacht en opleidingsniveau. Roekeloos Moedig en stoer als ze zijn kiezen mannen vaker voor een zuiver nationaal avontuur dan vrouwen. En lager opgeleiden doen dat ook vaker.
Daarnaast steunen Nederlandse jongeren de Nexit om een aantal redenen. Zij doen dat omdat zij niet zo van culturele diversiteit houden. De EU maakt het mogelijk om lekker van land tot land te reizen, te wonen en te werken waar je maar wilt, en door de EU kom je in aanraking met culturele diversiteit. Dat wekt weerstand. Te meer vanwege het nogal problematische immigratiebeleid van de EU zelf. Mensen die het niet zo hebben op immigratie, zijn eerder geneigd de stekker eruit te trekken.
Ook steunen Nederlandse jongeren een mogelijke Nexit vanwege hun gebrek aan sociaal kapitaal. Jongeren met weinig vrienden die ze kunnen vertrouwen en waar ze op terug kunnen vallen, vertrouwen de EU minder. Waarschijnlijk komt dat door hun algehele wantrouwen – waardoor eerder terug gevallen wordt op het eigene en het meest nabije. Heb je veel vrienden waarop je kunt terugvallen, dan houd je veel meer van de EU, en zie je een Nexit minder snel als iets nastrevenswaardigs. Ten slotte steunen jongeren een Nederlands uittreden vanwege hun maatschappelijk pessimisme en het daarmee verbonden anti-institutionalisme. Vanwege hun onbehagen ten aanzien van de toekomst, en hun kritiek ten aanzien van instituties, de politiek, de rechtstaat, en wat al niet meer, trekken zij de EU van geen kant, en benadrukken alle negatieve kanten van de EU, en schaffen ze deze liever vandaag dan morgen af.
De gegevens die hier gepresenteerd zijn komen van net voor het Brexitgebeuren. De vraag is of de resultaten anders zouden zijn met de kennis van nu. Ik heb daar mijn twijfels over. Zo blijken mensen nogal standvastig in hun denkbeelden ook al blijkt uit de feiten (die zij opvatten als de ‘feiten’) dat het allemaal anders zit. En mensen zitten nou eenmaal met pessimistische, anti-institutionalistische, en anti-buitenlandersentimenten, en die veranderen niet zodra blijkt dat een paar multinationals en banken het investeringsklimaat in je land niet meer zo leuk vinden. Het prachtige artikel When in Doubt, Use Proxies van Anderson maakt in ieder geval zonneklaar dat zodra mensen het eventjes niet meer weten, dan vallen ze terug op dit soort denkbeelden.
Maar goed, alle toestanden in Groot-Brittannië en Nederland (we wachten nog steeds op een Haagse reactie op het vermaledijde Oekraine referendum) overziend, met alle sociale onrust van dien, durft de Socioloog des Vaderlands de volgende stelling wel aan. Democratie is een feestje, een sociologisch feestje!
PA