Stroomstoring legt Tilburg University plat

Het universiteitsnetwerk lag er vandaag uit. Aan computers hadden studenten en medewerkers niets. E-mail was onbereikbaar. Directeur Library and IT Services Corno Vromans legt uit hoe dit kon gebeuren. En hoe het wordt opgelost.

Om 08.40u al meldt de ICT-afdeling via Twitter dat het universiteitsnetwerk ‘even niet beschikbaar’ is. Het let medewerkers en studenten niet om de campus te bezoeken. Er moet gewerkt worden of gestudeerd. Wie zijn computer opstart, ontdekt al snel dat geen van beide mogelijk is.

De internetverbinding is weg, waardoor niemand nog bij zijn of haar bestanden kan. Ook liggen de websites van de universiteit (en Univers) eruit. E-mail is onbereikbaar, intranet ook. Koffiezetapparaten staan wel aan, maar zonder netwerkverbinding kan er niet afgerekend worden. Medewerkers zoeken hun heil bij de ouderwetse koffiezetapparaten, studenten bezoeken de Starbucks.

De krant lezen

Achter de balie in gebouw Koopmans zit de ontvangstjuffrouw de krant te lezen. De universiteit is volstrekt onbereikbaar via de digitale weg. Uit de universiteitsbibliotheek druppelen gedesillusioneerde studenten. ‘Ik baal wel,’ zegt een studente. Medewerkers over de hele campus staan met de handen in de zij, strekken de benen op een bankje langs de universiteitslaan of lopen gedesoriënteerd rond. Een verveelde student overweegt Pokemon Go te spelen, een ander had gelukkig al studiemateriaal uitgeprint.

Achter de computer zit geen mens, zelfs niet bij de IT-afdeling. Hoewel, bij de beveiliging zit wel een iemand achter de vele monitoren. Allemaal op zwart. Helemaal hulpeloos zijn ze niet, de portofoons en eigen mobiele telefoons doen het wel. En het noodnummer op de campus wordt keurig doorgeschakeld. ‘Zo zie je hoe kwetsbaar je bent,’ zegt de beveiliger. Het geeft stof tot denken.

In gebouw Koopmans ligt de watervoorziening er deels uit. Die wordt namelijk bestuurd door een waterpomp in gebouw Goossens, die het niet doet. Toiletten spoelen niet meer door, uit de kranen komt lucht.In deze chaos verzamelt het crisis management team zich op de begane grond van gebouw Montesquieu om de situatie door te spreken. Naderhand verspreiden ze zich weer over de campus. Directeur LIS Corno Vromans vertelt dat de directeuren daar ingelicht zijn en dat de aanpak besproken is.

Internet doet het weer

Laat in de ochtend wordt via sociale media gemeld dat er weer internettoegang is, halverwege de middag wordt die melding rechtgezet. Sommigen hebben internettoegang, de meesten niet. Is het er, dan is het erg traag. Rond 16.00u loopt het weer een stuk vloeiender.

Hoe kan een stroomprobleem zo’n chaos veroorzaken? Vromans legt uit in zijn werkkamer. Stroom komt via verschillende kastjes de universiteit binnen en gaat naar de computerzaal in gebouw G, waar de servers draaien. Zit die zaal zonder stroom, dan valt vrijwel alle digitale dienstverlening op de universiteit stil. Dat gebeurde vanochtend.

Een noodoplossing

Dat zit zo. Gisterenmiddag was er een korte spanningsdip, waardoor het noodaggregaat aansprong. In principe is dat een tijdelijke oplossing, maar tegelijkertijd ging ook het eerste kastje (de netwachter) kapot. Daardoor bleef het aggregaat draaien. Geen probleem, zolang er diesel in zit.

“Deze storing komt eigenlijk een paar maanden te vroeg.”

Toch ging het vanmorgen 07.10u mis. Het aggregaat hield ermee op. Een opgeblazen schakelbord, blijkt later op de dag. Een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden, zegt Vromans. “De kans dat deze twee kasten het bijna tegelijk begeven is zo ontzettend klein.”

Voor dit soort noodsituaties wil je een back-up hebben, zegt Vromans. Een andere computerzaal zou het onmiddelijk moeten overnemen. Die zaal is al gebouwd in gebouw S, samen met de gemeente. Maar hoe die overname precies moet gaan lopen, wordt nog uitgedacht. “Deze storing komt eigenlijk een paar maanden te vroeg.”

Toch is de computerzaal in S al helemaal operatief. Daarom schakelt IT deze al in, zodat het netwerk zo snel mogelijk weer online kan. Ondertussen wordt ook gewerkt aan het online krijgen van de zaal in G. Dat de internetverbinding in het begin traag is, wijt Vromans aan de omvang van de situatie: “Je kan je voorstellen dat er ineens nogal wat opgestart moet worden. Allerlei e-mails worden bijvoorbeeld nu ineens verstuurd.”

Vromans betreurt het incident. In zijn vijfentwintig arbeidsjaren aan de universiteit, heeft hij nooit een noodsituatie van deze omvang meegemaakt, op klaarlichte werkdag. “Dit is voor heel veel mensen enorm vervelend. Ik wil daar mijn excuses voor maken.”

“We hebben ook maar één zon.”

Toch denkt Vromans dat de universiteit het niet slecht geregeld heeft. “Zoals ik al zei, de kans dat dit gebeurt is zo klein. En je moet niet vergeten dat techniek altijd kan falen. Dat heb je liever niet, daarom wil je een back-up hebben. Maar ik zeg ook wel eens: we hebben ook maar één zon.”

Problemen in de regio

Ook in de regio hadden scholen, ziekenhuizen en musea last van de storing. De glasvezelverbinding die door de universiteit loopt, verbindt namelijk ook andere instellingen. En de universiteit draait een paar servers met daarop diensten voor andere partijen.

_Advertentie.