Mannen citeren zichzelf vaker dan vrouwen
Onderzoek van de Universiteit van Stanford wijst uit dat mannelijke wetenschappers zichzelf vaker citeren dan hun vrouwelijke collega’s. Typisch gevalletje van mannelijk narcisme? Coosje Veldkamp, die als Tilburgse promovenda onder meer onderzoek doet naar gender in de wetenschap, houdt het onderzoek kritisch tegen het licht.
Competitiedrang
Mannelijke competitiedrang en narcisme zijn volgens het onderzoek mogelijke verklaringen. Wie zichzelf citeert, komt hoger in de citatie-index en daarmee hoger op de apenrots. Veldkamp acht dit echter niet bewezen, want het onderzoek geeft volgens haar ook een meer plausibele verklaring: dat mannen meer werken in vakgebieden waar specialisatie belangrijk is. “Als je veel doorgaat op hetzelfde onderwerp is zelf-citatie niet meer dan logisch.” Toch vraagt Veldkamp zich af of we dit nu voor waarheid mogen nemen. Ze heeft meer twijfels bij het onderzoek.
Niet internationaal
Want is het onderzoek bijvoorbeeld wel internationaal genoeg om iets over het verschil tussen mannen en vrouwen te beweren? “De auteurs zeggen dat het een internationale dataset is waarin ‘sommige nationaliteiten ondervertegenwoordigd zouden kunnen zijn’. Ze hebben echter de sekse van de auteurs bepaald door de namen te vergelijken met de Amerikaanse top 1000 jongensnamen en de top 1000 meisjesnamen. Alleen namen die in één van de gemeten jaren op die lijsten voorkwamen, werden gebruikt om te bepalen of een auteur een man of een vrouw was. Die bevatte waarschijnlijk nauwelijks Aziatische, Zuid-Amerikaans, Afrikaanse, of Europese namen, waardoor deze auteurs überhaupt niet meegenomen zijn in het onderzoek.” Het is dus maar de vraag of dit fenomeen zich ook buiten Engelstalige landen ook voordoet. Ze plaatst bovendien nog een belangrijke kanttekening bij een derde verklaring.
Productiviteit
Mannen zouden meer publiceren en daarom ook zichzelf meer citeren. Maar het verschil in zelf-citatie tussen mannen en vrouwen wordt volgens Veldkamp groter gemaakt dan het is. “Er wordt maar in 10% van de papers geciteerd uit eigen werk, waarbij de verschillen tussen mannen en vrouwen niet zo groot zijn als het nieuwsartikel van Nature het doet lijken.”