Split.

Met twee masterdiploma’s op zak kom je tegenwoordig nergens aan de bak. Waarom zou je nog studeren? Lees mee met schrijver James Worthy.

Ze dumpt hem op een maandagochtend. Hij staat net onder de douche als ze de badkamer binnenloopt.

“Het is uit,” zegt ze.

“Wat is uit? De geiser?”

“Nee, Domingo, het is uit. Ik ga bij je weg.”

“Ben je mij nou serieus aan het douchedumpen, Carmen?”

“Ja, dan kan je niet achter mij aan rennen.”

“En waarom is het uit?”

“Jouw totale gebrek aan ambitie heeft mij nagenoeg frigide gemaakt. Daarnaast heb ik al drie maanden iemand anders.”

“Gebrek aan ambitie? Ik heb drie studies afgerond.”

“Maar je werkt in een bowlingcentrum.”

“Ja, omdat ik in een bowlingcentrum wil werken.”

“Ik wil dat je groeit. Dat vind ik aantrekkelijk in een man.”

“Carmen, jij werkt in een drogisterij.”

“Ja, dus?”

“Jij weegt zakken drop en verkoopt condooms. Maar je hebt dus een nieuwe vriend?”

“Ja. Hij heet Kas en hij is echt zo iemand die de wereld wil veroveren.”

“Wat doet Kas dan?”

“Kas is dj.”

“Dus hij is zo iemand die andermans muziek in elkaar over laten lopen met behulp van allerhande apparatuur? Onze Kas klinkt inderdaad als een ambitieus baasje. Maar doe je dit om mij te plagen? Want jij weet dondersgoed hoe ik over dj’s denk.”

“Ik weet precies hoe jij over dj’s denkt. Wat zeg je ook alweer altijd over dj’s? Iets over dat als je twee schilderijen aan elkaar kunt plakken, je nog geen schilder bent?”

“Godverdomme zeg, een drogisterijmedewerkster zegt dat ik een gebrek aan ambitie heb. Toen ik je leerde kennen, kreeg je betaald in kokindjes.”

“Je staat gewoon stil, Domingo.”

“Nee, ik ben tevreden.”

“Ik ga.”

“Ik hoop dat Kas spoedig gehoorproblemen krijgt.”

“Heel chique, Domingo.”

“Zegt de vrouw die al drie maanden vreemdgaat.”

“Eigenlijk ga ik al een jaar vreemd, maar ik wilde je sparen.”

“Erg nobel van je. Super menselijk ook. Je bent echt een soort Nelson Mandela.”

“Ik ga, Domingo.”

“Ik hoop dat je van de trap valt, Carmen.”

James Worthy. Foto: Marc Deurloo

James Worthy. Foto: Marc Deurloo.

Hij hoopt echt dat ze van de trap valt en dat ze dan bewusteloos onderaan de trap ligt naast die almaar groeiende stapel reclamefolders. En dat hij haar dan maandenlang moet verzorgen. Als kind heeft hij ooit eens voor een vogeltje met een gebroken vleugel gezorgd. Domingo stopte het beestje in een schoenendoos en gaf het warmte en te eten. Hij wil Carmen ook in een schoenendoos stoppen. Hij wil gaten in de bovenkant van de doos prikken zodat ze kan ademen. En hij wil dat ze van gedachte is veranderd als ze haar ogen opent. Die prachtige kastanjekleurige ogen. Maar diep van binnen weet Domingo dat ze nooit meer van gedachte gaat veranderen, grotendeels omdat ze gewoon gelijk heeft. Een man die rechten, Nederlands en fysiotherapie heeft gestudeerd, zou zich niet moeten verstoppen in een bowlingcentrum. Maar ja, hij is nooit gaan studeren om succesvol te worden, Domingo is gaan studeren, omdat hij bepaalde dingen wilde leren. Kennis is voor hem geen macht, nee, voor hem is kennis niets meer dan uit de hand gelopen nieuwsgierigheid.

Het is woensdagmiddag en op woensdagmiddag geeft Domingo altijd bowlingles aan lastige kinderen. Op deze ‘uit de goot blijven’-middagen probeert hij aan de hand van de ondergewaardeerde balsport de kinderen over het leven te vertellen. Het is een soort semi-sportieve maatschappijleer. En na iedere ‘les’ koopt hij bitterballen en koolzuurhoudende frisdranken voor de zeven tieners die allemaal al bekenden van de plaatselijke politie zijn.

“Zien jullie dat, jongens, dat is precies wat ik vorige week bedoelde. Wiebelen is niet om. Wiebelen is niet om! Dat is het hele leven. Bijna is niets,” schreeuwt Domingo, terwijl hij naar een wiebelende kegel wijst.

“Ik begrijp precies wat je zegt, meester. Als mensen bang voor je zijn en bibberen, moet je ze neerslaan. Bibberen is niet genoeg, toch?”

“Nee, Jordy, dan begrijp je het dus niet. Je moet al die kegels omverblazen. Je moet het leven omverblazen.”

“Met een uzi, meester?”

“Nee, Jordy, dat is omver maaien. Je begrijpt me niet.”

“Leg het me dan uit. Je bent toch mijn meester? Ik betaal je toch niet voor niets?”

“Ik doe dit gratis, dat weet je best.”

“Waarom doet u dit gratis? Bent u een pedofiel?”

“Nee, ik ben geen pedofiel, ik hou gewoon van jullie.”

“Als een pedofiel?”

“Nee, als een vriend.”

“Als een homofiel?”

“Nee, als een vader.”

 ‘Eigenlijk ga ik al een jaar vreemd, maar ik wilde je sparen’

Als alle kinderen naar huis zijn, gaat Domingo aan de bar zitten. Hij ziet dat er een nieuw meisje achter de bar staat. Ze heeft borsten als kerkklokken.

“Jij bent nieuw zie ik.”

“Dat klopt.”

“Hoe heet je?”

“Dirkje.”

“Dirkje?”

“Ja, Dirkje. En hoe heet jij?”

“Domingo.”

“Ben je Spaans of zo?”

“Nee, en dit is precies waarom mijn vader mij de naam Domingo heeft gegeven. Ik hoor hem lachen in zijn graf. Ik ben helemaal niet Spaans, maar iedereen vraagt altijd of ik Spaans ben als ze mijn voornaam horen. Dat was zijn doel.”

“Wat een klootzak.”

“Met je mensenkennis is weinig mis, Dirkje.”

“Met mijn levenskeuzes helaas wel.”

“Hoezo dat?”

“Ik sta achter de bar in een bowlingcentrum.”

“Ik werk hier al vijf jaar.”

“Maar je ziet er helemaal niet geestelijk gehandicapt uit.”

“Dat ben ik ook niet. Ik heb zelfs drie studies afgerond.”

“Drie? Ik vind één studie afronden al moeilijk.”

“Wat studeer je dan, Dirkje?”

“Kunst- & cultuurwetenschappen in Tilburg. Maar jij hebt dus drie studies afgerond en je werkt in een fucking bowlingcentrum? Is dat hoe het tegenwoordig gaat? Mensen studeren af, ze kunnen geen baan vinden en dan worden ze maar hondenuitlaatster of zo?”

“Ik kan vast een betere baan krijgen, maar er is altijd een betere baan. Ambitie is wat dat betreft een lintworm. Je vindt een betere baan en na twee jaar wil je nog een betere baan. Ik ben tevreden hier. De ballen glimmen, de schoenen stinken en de nieuwe barvrouw is prachtig.”

Dirkje staat naakt voor de boekenkast in Domingo’s huiskamer. Ze heeft de billen van iemand die vroeger op zeer hoog niveau heeft gehockeyd. Hij kijkt vanaf het balkon naar haar. Van Carmen moest hij altijd buiten roken en hij weet niet waarom hij in zijn nieuwe Carmen-loze leven ook buiten staat te roken, maar Dirkje ziet er goddelijk uit zo vanachter het glas van de balkondeuren. En niet als een prostituee of zo, maar meer als een zeldzame vis in een rommelig aquarium. Domingo sluit zijn ogen en neemt een trekje van zijn mentholsigaret. Als hij zijn ogen weer opent, is Dirkje weg, maar dan hoort hij de keukenvloer kraken en de deur opengaan. Dirkje staat voor hem in het maanlicht. Haar ondeugende glimlach speelt belletje trek met zijn hart.

“Je bent de mooiste vrouw die ik ooit heb gezien.”

“Wat vind je dan zo mooi aan mij?”

“Je alles. Je lach. De kuiltjes in je wangen. Je gebrek aan ambitie. En het feit dat we net allebei bowlingschoenen aanhadden tijdens de seks. Enkel bowlingschoenen. Wat studeerde je ook alweer?”

“Kunst- & cultuurwetenschappen in Tilburg.”

“Lieve Dirkje, als je echt kunstwetenschappen wilt studeren, hoef je alleen maar in de spiegel te kijken.”

Niets op deze wereld is mooier dan een gapende naakte vrouw

De volgende ochtend, als de maan weer als een vogeltje met een gebroken vleugel in een schoenendoos is verdwenen, krijgt Domingo een sms’je van Carmen. In de sms staat dat ze hem nog één laatste kans wil geven, maar dan moet hij wel beloven dat hij iets van zijn leven gaat maken. Domingo kijkt naar Dirkje. En hij kijkt naar zijn telefoon. Kiest hij voor zijn hart of kiest hij voor zichzelf? In het bowlen noemen ze dit een split. Ga je voor links, ga je voor rechts of probeer je alles om te gooien waardoor de kans bestaat dat alles gewoon blijft staan? Domingo weet dondersgoed wat hij moet doen, maar, nee, geen maar, hij gaat naast Dirkje liggen en streelt met zijn ochtenderectie een hartje in haar linkerdijbeen. Zijn nieuwe vlam ontwaakt. Ze gaapt. Niets op deze wereld is mooier dan een gapende naakte vrouw.

“Ik heb nagedacht,” zegt Dirkje.

“Over wat?”

“Ik ga denk ik stoppen met mijn studie. Ik ben met deze studie begonnen omdat het moest. Omdat ik dacht dat het moest. Je kent het wel. Een moeder die zegt dat je niets bent zonder diploma’s. En een vader die zegt dat je later meer kan verdienen als je een studie hebt afgemaakt. Maar dat zijn leugens. Er zijn geen zekerheden.”

“Ik begrijp je, Dirkje, maar ik ga je één vraag stellen. De belangrijkste vraag die een student zich kan stellen.”

“Hoelang heb ik nog recht op studiefinanciering?”

“Nee, de belangrijkste vraag die een student zich kan stellen is: maakt deze studie een beter mens van mij? Niet succesvoller of kansrijker, nee, gewoon een beter mens.”

“Ik denk zeker dat deze studie een beter mens van mij maakt. Blijkbaar dus ook indirect.”

“Helder. Dan breng ik je straks op de fiets naar de universiteit.”

“Gisternacht vertelde je trouwens me over die woensdagmiddagen en dat je die kinderen echt iets bij probeert te brengen. Wat heb je ze gisteren geleerd?”

“Ik leer ze leven via het bowlen. We hebben ook echt een motto en zo. En shirtjes met bijnamen.”

“Wat is jullie motto dan?”

“Liever rollend door de goot dan vastzitten in het systeem. Ja, liever rollend door de goot dan vastzitten in het systeem.”Door James Worthy

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.