Brief aan een eerstejaars
Eerstejaars, welkom op de universiteit. Samen met tienduizenden anderen behoor je tot een nieuwe generatie studenten. Jij gaat studeren om de enige juiste reden. Om jezelf te vormen.
Studeren doe je omdat het zo hoort. Dat is geen bewuste keuze te noemen. Om toch iets beredeneerds te zeggen, mompel je dat je later iets met economie of <vul in> wil doen. Velen zeggen: “Ik wil advocaat worden.”
Weet je nog dat je vroeger piloot wilde worden, of brandweerman? Dit is hetzelfde. Voorlopig maak je een gok en dat is prima. Bevalt de gekozen studie echt niet, dan switch je. Meestal is dat niet nodig. Op een universiteit zit je om jezelf (academisch) te vormen. Dat betekent dat je bijvoorbeeld leert analyseren en redeneren. Met die vaardigheden kan je bijna alles worden. Waarschijnlijk niet wat je nu denkt.
Je hebt namelijk nogal wat concurrentie. Wil je kans maken op een gedroomde baan, dan moet je die genadeloos verslaan in cijfers en studiekeuzes, overtreffen met interessante nevenfuncties en hobby’s. Nou ja, moet? Dat is althans wat studenten de afgelopen jaren dachten en wat je nu nog ziet.
Iedereen is ergens stagiair, vrijwilliger of assistent. Tentamentrainingen vinden een gretig publiek. Selecte groepjes vliegen naar China en Zuid-Afrika voor een business course. Twee bestuursjaren en masters is normaal. Wie niet ook in drie commissies zit en ergens voorzitter van is, die is een sukkel.
Studenten kwalificeren zich suf voor gedroomde banen. Of überhaupt een baan op niveau. Velen zijn kansloos, hoe hard ze ook hebben gewerkt. Toen ze begonnen met hun studie, waren de vooruitzichten vaak nog goed. Dat is snel veranderd. De werkloosheid onder hoogopgeleiden is (net als het aantal hoogopgeleiden) gestegen tot een on-Nederlands hoogtepunt. Wie werk vindt op niveau heeft geluk.
Schrale troost is de herinnering aan het gratis geld dat jarenlang werd bijgeschreven. Dat kan jij vergeten. Jij behoort tot een nieuwe generatie studenten. Je zal sneller moeten studeren om je studieschuld te beperken, of meer moeten werken waardoor je minder studietijd overhoudt. Ondertussen komen de robots die banen gaan vervangen steeds dichterbij. De tijden zijn zo grimmig als bejaardenbingo. Uitverkorenen gaan met de prijzen naar huis, de rest ontgoocheld. Zeker lijkt dat jij het moeilijk gaat krijgen.
En makkelijk. Ieder nadeel heeft z’n voordeel. Jij kan studeren om de juiste reden, zonder belachelijk overspannen verwachtingen. Niet om wetenschapper te worden. Die hebben we óók teveel. Jij gaat jezelf vormen. Waarvoor, vraag je? Voor het leven.
Een paar aanwijzingen. Collegestof is vaak saai en toch het bestuderen waard. Je verdiept je in zaken die onbegrijpelijk en onbelangrijk lijken, een ondergewaardeerde kunst. Intellectuele werelden ontvouwen zich, je leert leren en dingen op een acceptabel niveau af te ronden. Onmiddellijk weet je interessant te doen met dure woorden, om het hopelijk snel af te leren. Je legt een netwerk voor het leven, gewoon door een beetje sociaal te doen. Negeer trouwens speculatieve nieuwsberichten. Het CBS kan niet voorspellen en een generatie is pas verloren als ze permanent de weg kwijt is.
Ben actief in verenigingen, ga naar de kroeg en college. Schuif aan bij colleges van andere studies, omdat het kan. Volg je eigen gedachten en intuïtie. Leef! Raak niet overspannen als je wat langer over je studie doet, het maakt niets uit. Ga voor dat droomberoep, als dat echt is wat je wilt. Bedenk wat hier nog meer had moeten staan en voer het uit.
Doe kortom wat studenten vóór je ook deden. Maar doe het om de juiste reden. Vorm jezelf niet voor een beroep dat je eventueel, heel misschien gaat uitoefenen. Je leeft niet over vier jaar maar nu. Gebruik je studiejaren waarvoor ze zijn bedoeld. Vorm jezelf zoals alleen jij dat kan.
Mensen die vragen wat dat voor nut heeft, snoer je de mond zoals een talentvolle achttienjarige dat met gezag kan doen. Zeg: ‘Ik wil niets worden, ik wil iemand zijn.’