Gewelddadige beproeving hoort bij ontgroening

In Groningen laait de discussie over de ontgroening weer op. Daarom een blog van professor Léon Hanssen, cultuurhistoricus aan Tilburg University.  Hij zegt dat een dosis geweld onlosmakelijk verbonden is aan het studentenleven.

In de Groningse universiteitsraad wordt ervoor gepleit de strijd aan te gaan met studentenverenigingen die tijdens de ontgroening gewelddadigheid toestaan. Het is een reactie op foto’s, online verschenen, waarin het hoofd van een aspirant-lid (een ‘feut’ in corpstaal) in een bord eten wordt geduwd.

Een ontgroening is een ritueel, een spelscenario, met zijn eigen regels en met zijn eigen dynamiek

In de goede oude tijd van de slapsticks gold deze manoeuvre als oneindig komisch en nog steeds kan een entertainer met enige zekerheid de lach- en applausmeter tot een maximum voeren als hij een tegenspeler met zijn gezicht in een bod spaghetti of een haringsalade laat verdwijnen. Ook kinderen kunnen er de grootste lol aan beleven.

Mijn gedachten gaan terug naar de hoofdpersoon van een ouder onderzoek van me, de Nederlandse publicist Menno ter Braak (1902-1940). Als aankomend lid van het Amsterdamsch Studenten Corps moest hij in de ontgroening afhaken omdat hij fysiek en psychisch niet bleek opgewassen tegen de ‘gewelddadigheden’ (om dat woord nu maar van Groningen over te nemen), ondergaan in de groentijd. Hij droop af naar het ouderlijk huis in de verre Achterhoek.

Dit afdruipen stond gelijk aan een afgang en Ter Braak ging in corpskringen voortaan door het leven als een nihil, letterlijk een nul. In de praktijk werd de soep echter niet zo heet gegeten. De jaren nadien zou de Achterhoeker, ofschoon een figuur ‘van buiten’, zich ontwikkelen tot het meest prominente en strijdvaardige lid van het letterkundige orgaan van het studentencorps, het weekblad Propria Cures. En na 1933 zou hij zich in zijn actieve protest tegen opkomend politiek extremisme in Europa en Nederland veel waakzamer en moediger tonen dan nagenoeg al de corpsballen tot wier kringen hij niet had vermogen door te dringen.

Hij had een jaap van een litteken (een ‘Schmiss’) dat van zijn linker oorlel tot zijn linker mondhoek liep

Een ontgroening is een ritueel, een spelscenario, met zijn eigen regels en met zijn eigen dynamiek om de grenzen van die regels op te zoeken en zo mogelijk te overschrijden. Aan die dynamiek was Ter Braak tijdelijk bezweken. Corpsleden vonden hem arrogant en wilden hem graag een lesje in nederigheid leren. Ter Braak paste hiervoor. Later hervond hij zichzelf als een polemisch krantencriticus in alternatieve spelscenario’s waarin zaken als groepsvorming, uitsluiting, strijdvaardigheid, moed en symbolische gewelddadigheid evenzeer aan de orde van de dag zijn.

Mijn gedachten spreiden zich ook uit over een figuur uit het onderzoek waarmee ik thans bezig ben, leven, werk en tijd van de schilder Piet Mondriaan. Diens werk werd in Duitsland voor het eerst, in 1924, voor een openbare collectie aangekocht door een museumdirecteur uit Hannover, Alexander Dorner. Dat was pas een personage. Hij had een jaap van een litteken (een ‘Schmiss’), overgehouden aan een studentenduel (een ‘Mensur’) met vlijmscherpe degens, dat van zijn linker oorlel tot zijn linker mondhoek liep. Zo’n ‘Schmiss’ was in de Duitse cultuur van die tijd een teken van grote onderscheiding. Hij symboliseerde niet alleen dat iemand met succes was toegetreden tot een studentencorporatie (een ‘Burschenschaft’), hij stond ook voor het feit dat deze persoon de sociale, mentale en fysieke kracht van een elite achter zich gegroepeerd wist. Het geweld tijdens de ontgroening door de Burschenschaften was de vuurproef voor een aansluitende succesvolle maatschappelijke carrière. Als je getekend was door zo’n litteken, gingen alle deuren voor je open. Een ‘Schmiss’ was de uitdrukking van hoogst gewenste gewelddadigheid.

De regels van het spel… Ik heb makkelijk praten

Later bleek dezelfde Dorner toch iets van een miezerige opportunist te hebben. Als museumdirecteur met de meest avantgardistische culturele ideeën meldde hij zich in 1933 na de machtsovername in Duitsland subiet aan als lid van de nazipartij. De ‘Schmiss’ ten spijt werd de aanvraag niet gehonoreerd. Dorner koos voor een alternatief heldenscenario en bedacht voor zichzelf de rol van redder van de radicaal moderne kunst in Hitler-Duitsland. Hij verzon voor de buitenwereld het verhaal dat hij kostbare kunstwerken naar het buitenland in veiligheid had weten te brengen door ze ingewikkeld in zijn paraplu over de grens mee te smokkelen. In de Verenigde Staten waar hij als emigrant gedurende een aantal jaren weer een baan als hoofd van een museum vond, geloofde men zijn mooie praatjes op den duur niet meer en hij moest het veld ruimen.

De regels van het spel… Ik heb makkelijk praten. In de jaren dat ik studeerde stond de gedachte aan een lidmaatschap van het corps gelijk aan een absurditeit. Het leek een uitstervend fenomeen. Nog steeds koester ik à la Groucho Marx een diep geworteld wantrouwen jegens elke vereniging die mij als lid zou willen opnemen.

Vandaar dat men de kandidaten flink met de smoel in de brei duwt

Laat men elkaar in Groningen vooral met het gezicht in de modder duwen. Een zekere vorm van geweld is onvermijdelijk als je lid van een in meer of mindere mate gesloten gezelschap wilt worden. Vraag het de Hells Angels. Maar achteraf blijken vaak diegenen de moedigsten die in de introductie voortijdig afhaakten, met de staart tussen de benen en met een sliepuit-gebaar. Toen Menno ter Braak in mei 1940 op de avond van de capitulatie van de Nederlandse troepen zelfmoord pleegde, werd dat door verscheidene tijdgenoten (en trouwens ook door critici nadien, zoals W.F. Hermans) beschouwd als een nederlaag en als een herhaling, in het grote, van het echec van zijn ontgroening. Ik zag en zie dat wel wat anders.

Ook de keuze voor de dood getuigt van moed en van het vrijwillig accepteren van gewelddadigheid. Ook de keuze voor de dood is de keuze voor een bepaald spelscenario, in dit geval alleen niet het spel dat anderen (de bezetters) je willen opleggen. Elke rituele overgang naar een andere gesloten orde verlangt de aanvaarding van een mogelijk gewelddadige beproeving, tot de maat vol is en de finale stap over de drempel heen is gezet. Om dit te vieren mag er best worden gelachen. Vandaar misschien dat men de kandidaten flink met de smoel in de brei duwt.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.