Gelauwerde criminoloog Jan van Dijk: “Je moet doorgaan”
Hoogleraar Jan van Dijk krijgt vrijdag de ESC European Criminology Award 2016. Voor zijn bijdrage aan de Europese criminologie. Met Univers blikt hij terug op zijn zeer vruchtbare carrière.
Op zijn 23e studeerde Jan van Dijk in Leiden af in de rechten. In de 46 jaren die zijn verstreken, heeft hij heel wat gepresteerd. Hij zette vernieuwende onderzoeken op, richtte een onderzoeksinstituut en Slachtofferhulp Nederland op (zie onderaan zijn wapenfeiten). In de tussentijd was hij ook werkzaam in zware functies bij de (internationale) overheid. Maar het had ook heel anders kunnen lopen. Na zijn studie was Van Dijk een half jaar werkloos. “Toen voelde ik me erg buitengesloten. Ik schreef recensies voor wat nu het NRC Handelsblad is, maar ik miste de aansluiting bij een instelling, een kantoor of instituut.” Advocaat had Van Dijk zo kunnen worden, hij had een aanbod op zak. Dat wilde hij niet: “Ik had geen zin om voor andermans financiële belangen te vechten. Na mijn studie wilde ik een academische loopbaan, of iets doen in de publieke dienst.”
“Zo is het precies gelopen,” blikt hij terug. Na een cursus statistiek te hebben gedaan, werd Van Dijk aangenomen in Nijmegen, zijn scriptiebegeleider was daar hoogleraar geworden en had hem gevraagd te solliciteren. Die cursus was daarvoor van belang, legt hij uit. Van Dijk ging criminologie doceren, een vak waarvoor je overweg moet kunnen met sociaalwetenschappelijke methodes. Tegenwoordig zijn er speciale opleidingen voor en zijn criminologen overwegend sociale wetenschappers, die onder mee gebruik maken van statistische methodiek. In Amerika was dat altijd al zo, maar in Europa niet. “Toen ik studeerde was criminologie nog een bijvak, dat deden hoogleraren strafrecht er een beetje bij.”Er is een groot verschil tussen criminologie in Europa en Amerika, vertelt Van Dijk. Zelf voelde hij zich altijd aangetrokken tot de Amerikaanse variant. Die is empirisch, op basis van feiten. “In Europa is de criminologie theoretischer en meer ideologisch, wordt van academici verwacht dat ze kritiek leveren op strafrechtelijk beleid.” Van Dijk voelde zich meer thuis in de Amerikaanse stroming. “Daarom is het wel begrijpelijk dat ik mijn eerste prijzen heb gekregen van jury’s waar overwegend Amerikanen in zaten. En is het extra leuk dat ik nu een Europese prijs krijg.”
Als Europeaan met interesse voor de Amerikaanse criminologie heeft Van Dijk een nieuwe richting aangeboord. De criminologie probeert criminaliteit te verklaren door zich te verdiepen in maatschappelijke achtergronden en de persoon van de dader. Van Dijk keek juist naar het slachtoffer: wat is zijn rol bij het ontstaan van het delict, wat doet het delict met het slachtoffer en hoe reageert het slachtoffer daarop? “Ik ben de eerste geweest in Europa die bij slachtoffers van geweld langs de deuren ging om ze te interviewen.”
“Ik heb meer gepubliceerd dan ooit tevoren, vroeger had ik er alleen tijd voor in het weekend”
Begonnen in de wetenschap van de jaren zeventig, heeft Van Dijk het nodige zien veranderen. Waar wetenschappers nu gestrest jagen op onderzoeksgelden en onderzoeksvoorstellen schrijven die meestal worden afgewezen, was het toen Van Dijk begon wel anders. “Er waren voortdurend vacatures, je kon zonder moeite geld krijgen van het ministerie om onderzoek te doen. Hoogleraren hadden totale vrijheid te doen wat ze willen.” Bovendien had Van Dijk naar eigen zeggen het geluk dat hij in Tilburg een aanbod kreeg voor de gesubsidieerde Pieter van Vollenhoven-leerstoel. Daardoor kon hij na zijn werk bij de Verenigde Naties fulltime onderzoek doen. Geen onderwijsverplichtingen of bestuurstaken: “Het mooiste dat je kan wensen aan het einde van je carrière. Ik heb meer gepubliceerd dan ooit tevoren, vroeger had ik er alleen tijd voor in het weekend.”
Op zijn 69e denkt Van Dijk er nog niet over te stoppen. Hij heeft net een contract getekend om een enquête-onderzoek op te zetten in Kazachstan. Terugkijkend op een actief leven zegt hij: “Ik heb het een heerlijk leven gevonden. Wetenschapsbeoefening vind ik heel spannend. Zeker als je invloed kan uitoefenen op beleid.”
“Wetenschapsbeoefening vind ik heel spannend”
Er kan heel wat worden gedaan in een mensenleven, blijkt. Voor de studenten die anno 2016 slechte toekomstperspectieven hebben, biedt dat troost. Zelfs wetenschappers uit de gouden jaren lopen wel eens tegen de realiteit aan. “Een onderzoek wordt afgewezen of mislukt. Je moet doorgaan, er komt wel een nieuwe opening. Een leven is lang.”
Wapenfeiten
Jan van Dijk was verbonden aan de universiteiten van Tilburg, Leiden en Nijmegen. Slachtofferenquêtes die hij opzette zijn uitgegroeid tot de International Crime Victims Survey die ruim tachtig landen bestrijkt. Hij was directeur van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en van het United Nations Centre for International Crime Prevention. Ook was hij voorzitter van de World Society of Victimology. Van Dijk is één van de oprichters van het Tilburgse onderzoeksinstituut voor victimologie INTERVICT en Slachtofferhulp Nederland (en de eerste voorzitter). In 2014 gaf hij colleges bij de Universiteit van Nederland.