Sylvester Eijffinger: “Economisme is een nietszeggende term”

Sylvester Eijffinger: “Economisme is een nietszeggende term”

De verkiezingscampagne is alweer volop bezig en met onze tophoogleraar financiële economie Sylvester Eijffinger, politiek actief voor het CDA, bespreken we zo nu en dan de plannen van de verschillende partijen. Wat vindt hij eigenlijk van het ‘economisme’, de sleutelterm van GroenLinks-voorman en nieuwe politieke wonderboy Jesse Klaver? Een nieuw ideologisch modewoordje om het grote ‘Kwaad’ te duiden, of een aanduiding van een reëel probleem?

Professor Eijffinger, wat dacht u, toen u de term economisme voor het eerst hoorde?

“Moeten we het daar echt over hebben?”

Nou, de term zingt rond, zoals dat heet. Wat denkt u ervan?

“Ach ja, die Jesse Klaver is een handige jongen. Mag ik dan nog heel even refereren aan het tv-programma van Arjen Lubach, die zo scherp neerzette dat Klaver alles van Obama heeft gejat? Ter zake: ik vind economisme een nietszeggende term. Als ik het goed begrijp, is economisme een negatieve aanduiding voor teveel economie en teveel economen, terwijl er ook andere waarden gelden. Laat ik voorop stellen: die financiële crisis sinds het ineenstorten van Lehman Brothers was en is nog steeds serieus. Geen wonder en ook niet onterecht dat economen dan het publieke debat domineren.”

Economen zijn dus geen cijferfetisjisten en neoliberale tunneldenkers die vastzitten in hun econometrische modellen?

“Welnee! Mensen vergeten vaak dat Adam Smith, grondlegger van de economie, zowel een boek over de economie als de moraalfilosofie schreef. En die zijn niet los van elkaar te denken. Zoals ook onze Martinus Cobbenhagen priester én econoom was. Zij hadden oog voor de ‘moral hazard’ dat de cijfers alleen niet zaligmakend zijn.”

Bent u het dan ook niet een beetje eens met Klaver dat politiek tegenwoordig wordt gereduceerd tot management van het telraam?

“Toch wel voor een deel, maar daar gaan de betere economen evengoed tegenin. Kijk, met tellen is niets mis, maar je moet wel weten wat je telt en daarom moet je ook voorbij het gehanteerde model kunnen denken. Neem de briljante Harvard-wetenschapper Philippe Aghion van de ‘endogene groeitheorie’. Die stelde empirisch vast dat investering in Research & Development en onderwijs zich uitbetaalt in een hogere productiviteit. Dat wordt echter nooit meegewogen in de doorrekeningen van bijvoorbeeld de CPB, omdat ze daar niet weten hoe ze dat in de modellen moeten vervatten.”

En dat leidt tot kortzichtig beleid?

“Jazeker. Je ziet dat partijen als SP en PVV handig aan de knoppen draaien en zo uit de bus komen als partijen die het financieel op orde hebben. Dat is narrow-minded gedacht. Partijen als D66 en CDA investeren daarentegen in onderzoek en onderwijs en dat lijkt misschien duurder, maar levert juist winst op.”

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.