Strafrechtdeskundige ziet niks in ‘sisverbod’
Mannen die op straat naar vrouwen sissen, obscene gebaren maken of ‘hoer’ roepen: Amsterdam vindt dat het afgelopen moet zijn. De gemeente wil straatintimidatie gaan verbieden en overtreders bestraffen met hoge boetes. Goed idee, zo’n ‘sisverbod’? Marloes van Noorloos, universitair docent strafrecht aan Tilburg University, denkt van niet: “Als strafrechtdeskundige, vrouw, feminist en Amsterdammer ben ik bezorgd over deze maatregel.” Ook Tilburgse studentes zijn sceptisch.
In Amsterdam geeft acht op de tien jonge vrouwen aan het afgelopen jaar minstens een keer last te hebben gehad van straatintimidatie. Ook homoseksuelen en transgenders worden regelmatig nageroepen of uitgescholden. Amsterdam is er klaar mee, en komt daarom met een intimidatieverbod. De gemeente wil aanstootgevende uitlatingen en gedragingen op straat strafbaar stellen. Media berichtten gisteren over een ‘sisverbod’, wat tot verwarring leidde. Volgens het stadsbestuur dekt die term de lading niet. Nafluiten en sissen is namelijk niet per se aanstootgevend, maar ‘slet’ of ‘wil je neuken?’ roepen wel. En juist die vaagheid maakt het intimidatieverbod volgens universitair docent strafrecht Marloes van Noorloos problematisch.
“Als strafrechtdeskundige, vrouw, feminist en Amsterdammer ben ik bezorgd over deze maatregel, omdat het begrip ‘straatintimidatie’ zo vaag is”, legt Van Noorloos uit. “Strafrechtelijke verboden moeten duidelijk zijn, zodat iedere burger weet wat wel en wat niet mag. De gemeente Amsterdam heeft het over ‘aanstootgevende taal’. Het verbieden van aanstootgevende taal komt al snel in strijd met de vrijheid van meningsuiting, omdat het zo subjectief is: alles hangt af van iemands lange tenen.”
“Strafrechtelijke verboden moeten duidelijk zijn, zodat burgers weten wat wel en niet mag”
Het ‘sisverbod’ is een slecht plan, zet Van Noorloos. “Als de politie aanstootgevende uitingen in Amsterdam wil tegengaan, heeft ze daar een dagtaak aan. Die capaciteit kan beter aan andere problemen worden besteed. Het valt me tegen dat juist een vrije, liberale stad als Amsterdam met zo’n maatregel komt.”
Ook Tilburgse studentes zijn sceptisch over het verbod. “Ik word ook wel eens nagefloten of nagekeken op straat, maar zelf maak ik me daar niet zo druk om. Ik ga gewoon wat harder fietsen. Maar misschien voelt iemand anders zich in diezelfde situatie wél geïntimideerd”, zegt psychologiestudente Lotte (23). “Wanneer is iets dan objectief intimidatie te noemen? Dat lijkt me moeilijk om te bepalen.”
“Wanneer is iets intimidatie?”
Rechtenstudente Elise (21) heeft twijfels over de praktische haalbaarheid van een intimidatieverbod. Want wie gaat het controlen, en hoe? “Ik denk dat de gemeente met een intimidatieverbod wel een goed signaal afgeeft, want met zo’n verbod zeg je dat intimiderend gedrag niet acceptabel is. Maar tegelijkertijd vraag ik me af of je zo’n verbod in de praktijk wel kunt handhaven.”
Studente bedrijfseconomie Floor (21) ziet een intimidatieverbod wél zitten. “Ik zou het goed vinden als er ook zo’n verbod komt in Tilburg”, zegt ze. Op weg naar de universiteit moet Floor in haar eentje langs een bouwplaats lopen waar ’s ochtends mannen aan het werk zijn. “Ik loop daar altijd met tegenzin langs, omdat ik weet dat ze dingen naar me gaan roepen. Als je als meisje alleen over straat loopt, kan dat echt heel vervelend zijn. Mijn nicht woont in Amsterdam, zij belde me laatst alleen omdat ze langs een groepje jongens liep dat vervelend deed en ze daarom iemand aan de telefoon wilde hebben.”
“De oorzaak van het probleem los je hiermee niet op”
Mannen die vrouwen op straat lastigvallen vormen een probleem, vindt ook Van Noorloos. Maar een ‘sisverbod’ lost volgens haar helemaal niets op: “Ik denk niet dat dit een oplossing vormt om discriminatoire opvattingen over de vrouwen tegen te gaan. En dat is de oorzaak van het probleem.”