‘Hoofddoek kan best af’

In de Islam draait alles om de juiste intentie. Als een moslima die heeft, dan is een hoofddoek helemaal niet nodig om mogelijke seksuele spanningen te voorkomen, stelt arabist Jan Jaap de Ruiter in deze opinie.

Het steekspel rond de wetgeving over het boerkaverbod deed me denken aan mijn eigen ervaringen met gehoofddoekte, gesluierde en geboerkade moslima’s door de jaren heen.

Eens was ik op een conferentie in Tunesië en daar ontmoette ik een gehoofddoekte vrouw die, toen we gezellig met z’n allen in Tunis gingen eten, weigerde naar een restaurant te gaan waar eventueel wijn gedronken kon worden. De groep splitste zich al snel op in de, wat mij betreft, saaie, hoofddoekgroep en de gezellige wijngroep. Maar leuk was het niet, die scheiding der geesten.

De vrouw in kwestie wilde me ook geen hand geven en toen ik vroeg waarom, zei ze dat ze dat niet wilde om te voorkomen dat er een erotische prikkel zou kunnen optreden. „Je weet maar nooit wat er kan gebeuren.” Los van het feit dat de vrouw weinig erotisch in me losmaakte, gaf ik haar te kennen dat haar gedrag blijkbaar gebaseerd is op wantrouwen, en dat daarmee het geheel aan relaties tussen de geslachten bezwaard wordt. „Jouw religie is er een van ‘je-weet-maar-nooit’ en daarom doen we het niet.” Dat leek mij de ideale basis voor veel trauma’s en frustraties. De vrouw verstomde en droop af.

Een vergelijkbare ervaring had ik onlangs in Amerika, waar ik een lezing gaf aan bezoekers van een workshop over islam in Europa. Na de workshop toog het groepje sprekers en enkele toehoorders naar buiten om ergens te gaan eten. Iemand stelde voor een selfie te maken en dat voorstel werd met enthousiasme begroet.

“Het is onberedeneerde angst voor het erotische en het seksuele”

Éminence grise die ik inmiddels ben – ik was veruit de oudste van het groepje – ging ik achteraan staan en legde de armen vaderlijk op om het even wiens schouders. Maar daar had ik buiten de waard gerekend, een gehoofddoekt meisje zei dat het voor haar onmogelijk was om op de foto te gaan met een mannenarm om haar schouders. Ik was geïrriteerd en liet dat blijken. Ze verontschuldigde zich later. Stel dat de foto op Facebook zou komen. De ellende zou niet te overzien zijn geweest.

Ik weet dat binnen de islam handelingen niet geldig zijn als ze niet uitgevoerd worden met een oprechte intentie, niyya in het Arabisch. Bid je gedachteloos? Niet met de juiste intentie? Dan is je gebed niet geldig. Ik moet vaak aan die intentie denken bij de onberedeneerde angst voor het erotische en het seksuele bij moslims, vrouwen én mannen. En angst is, zoals we weten, een slechte raadgever en leidt op termijn tot gedoe en frustraties.

Ik heb ook eens gecorrespondeerd met een moslima die een boerka droeg en me daar uitgebreid over schreef. Ze communiceerde alleen via geschreven post met mij, omdat ze vermoedde dat de veiligheidsdiensten in Nederland boven op haar zaten als ze via internet zou communiceren en dat zou zomaar waar kunnen zijn. De brieven die ze me schreef, waren openhartig: in de fysieke wereld hadden we die sfeer nooit bereikt.

Op een gegeven moment deinsde niet zij terug, maar ik. Ze vroeg of ik niet wilde figureren in een film die ze aan het maken was. Ik vond het voor mijn imago – ik zeg het maar eerlijk – schadelijk om met een boerkadame op scherm te verschijnen. Dus weigerde ik.

“Dat kan God of Allah toch nooit zo bedoeld hebben?”

Ik vind de sluier, de hoofddoek, de boerka en de niqaab uitingen van angst. Ik respecteer de wil van moslima’s om ze te dragen. Zeker. Maar ze leiden volgens mij eerder tot het tegendeel van wat beoogd wordt: een situatie waarin een voorschot – namelijk een bescherming – wordt genomen op de seksuele spanning tussen man en vrouw, die er lang niet altijd is.

En dan denk ik weer, dat kan God of Allah toch nooit zo bedoeld hebben? Zijn intentie is immer de Goede; en als de mens God of Allah zou moeten navolgen, dan toch zeker ook Zijn intentie? Hem met de ware intentie navolgen impliceert daarom dat, volgens mij, bedekkende kleding voor moslima’s met onmiddellijke ingang kan worden afgeschaft.

Het bijzondere is dat ik een moslimstudente had die immer de hoofddoek droeg en na verblijf in een – islamitisch – buitenland terugkeerde met wapperende haren. Desgevraagd zei ze dat ze tot de conclusie was gekomen dat het in haar geloofsbeleving om de intentie ging en niet om het uiterlijk.

En dat is precies mijn punt.

Tekst Jan Jaap de Ruiter. Eerder verschenen in de NRC van 9 december 2016.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.