Wetenschappers, kom achter dat bureau vandaan

Grootschalig kwantitatief onderzoek is steeds meer de norm, terwijl ook kleinschalig en kwalitatief onderzoek zijn waarde heeft. In deze opinie bepleit hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen een herwaardering van een wetenschap die zich richt op de leefwereld van mensen.

In deze verkiezingsperiode bekreunen politici en bestuurders zich om de burger, die zij denken kwijt te zijn geraakt. De vraag kan worden gesteld of ook de wetenschap de burger verliest. Zo wordt her en der het dubieuze geluid vertolkt dat wetenschap ‘ook maar een mening zou zijn’.

Uit de wetenschap zelf kwam recent een internationaal manifest met de boodschap dat de cultuur van ‘publish or perish’ niet bijdraagt aan een betrouwbare en geloofwaardige wetenschap. Er moet meer worden gecontroleerd en er is meer training nodig van studenten en onderzoekers in statistiek en methoden.

Die laatste boodschap begrijp ik. Maar ik zie ook een paradox. De wetenschap is de afgelopen twee decennia al steeds meer gebruik gaan maken van geavanceerde modellen, dataverzameling en statistische methoden, op basis van toegenomen computerkracht. En de nieuwe datawetenschap en ‘big data’ bieden ongekende mogelijkheden om verbanden te leggen die eerder niet konden worden voorspeld. Een fantastische ontwikkeling die enorme winst oplevert in bijvoorbeeld gezondheidsonderzoek. En daar profiteert de burger alleszins van.

Blinde vlek

Tegelijkertijd levert de nadruk op kwantitatieve methoden ook een blinde vlek op, in het bijzonder in de sociale wetenschappen. In deze wetenschappen groeien jonge wetenschappers op met de boodschap dat een kleine ‘N’, een kleine groep respondenten of cases, niet telt. Dat soort kleinschalig en kwalitatief onderzoek wordt in statistische zin niet significant bevonden. Je kunt er ook moeilijk mee aankomen bij toptijdschriften en dat is weer slecht voor je academische loopbaan.

Methoden als participerende observatie en life history zijn niet geheel afgezworen, bijvoorbeeld in de antropologie, maar hebben aan wetenschappelijke statuur verloren. Op actie-onderzoek, zoals dat in de jaren zeventig populair was, ligt al helemaal een taboe. Liever draait de wetenschapper veilig zijn cd-rom met data. Wetenschappers moeten altijd laveren tussen enerzijds distantie en anderzijds betrokkenheid, maar de afstandelijke kant van de wetenschap domineert nu.

Dit leidt ertoe dat wetenschappers zich bij het bestuderen van sociale problemen te snel richten op personen die in staat zijn deel te nemen aan standaard vragenlijstonderzoek. Die vragen worden ook het liefst online afgenomen. Personen die deze competenties niet hebben of om welke reden dan ook geen zin hebben om vragenlijsten in te vullen, blijven buiten beeld. Daarmee ontstaat onbedoeld een selectie-effect en neemt de validiteit van wetenschappelijk onderzoek af.

Werkloze jongeren

Neem het onderzoek naar werkloze jongeren. Het is cruciaal om diepgaand kennis te nemen van hun denkbeelden, motivatie, levensloop, zelfbeeld en cultuur. Bij een deel van deze jongeren moet je als onderzoeker niet meteen aankomen met een vragenlijst. Als je als onderzoeker niet wordt vertrouwd, en dat gebeurt pas na lange tijd, zul je ook geen informatie krijgen. En weer een deel van deze jongeren heeft dermate last van problemen en stoornissen dat het afnemen van een gestandaardiseerde vragenlijst überhaupt niet aan de orde is.

Daarnaast, een jonge onderzoeker die aan het promoveren is, heeft niet zo maar de gelegenheid om langdurig en intensief met jongeren op te trekken. En dan blijft de N ook nog klein. Het is verleidelijk om de bovenlaag van de groep werkzoekende jongeren te nemen, die wél al in een reïntegratieprogramma zitten en bereid en in staat zijn om aan standaard en grootschalig onderzoek deel te nemen. Maar deze groep is niet volledig representatief te achten. Hun problemen zijn kleiner en hun kansen groter dan die van de groep die ten onrechte geen stem krijgt.

De stad in

Op allerlei andere gebieden, zoals de ouderenzorg, wijkbeheer, dakloosheid, religieuze vraagstukken en vluchtelingenproblematiek, zijn soortgelijke voorbeelden te geven. De sociale wetenschap kan en mág zich niet beperken tot oppervlakkige kenmerken en meningen van mensen die makkelijk praten hebben. Ik zie wetenschappers en studenten graag de stad ingaan, in de traditie van de Chicago School in de jaren twintig. Ik pleit voor herwaardering van een wetenschap die zich diepgaand richt op de leefwereld van mensen, op het op wetenschappelijk verantwoorde wijze optekenen van de verhalen die anders niet worden gehoord.

Tekst Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan Tilburg University. Deze opinie verscheen eerder in Trouw.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.