Geen wetenschappelijke fraude bij promoties de Ruijter, wel forse kritiek

In het radioprogramma Argos werden vorige week vermoedens van fraude op Tilburg University uitgesproken. Oud-decaan Arie de Ruijter werd door de journalisten beticht van fraude met promotiegelden. Van wetenschappelijke fraude is geen sprake, blijkt nu uit het rapport van de hiervoor ingestelde commissie.

Oud-decaan De Ruijter zou begeleidingsactiviteiten van promovendi hebben uitbesteed aan bedrijven van familieleden. De bedrijven in kwestie waren bovendien niet bepaald wetenschappelijke instellingen. Argos onthulde in de uitzending dat De Ruijter de begeleiding van zijn promovendi onder meer aan de schoonheidssalon van zijn nicht uitbesteedde. Per promotie zouden deze bedrijven €30.000,- ontvangen hebben.

Naast de financiële en ethische vraagstukken in deze kwestie werden er in het radioprogramma van NPO vragen gesteld over de wetenschappelijke integriteit en de kwaliteit van de promoties. Voorzitter van het College van Bestuur Koen Becking wilde niet bevestigen dat het om De Ruijter ging, maar vertelde in de uitzending dat er geen sprake was van integriteitsschendingen. Het rapport van de commissie Hol die het onderzoek deed is hier te vinden.

Rapport

De commissie zet in het rapport kort uiteen welke vragen het College van Bestuur aan de leden heeft voorgelegd. Ook wordt behandeld hoe de commissie te werk is gegaan en wat haar bevindingen waren.

De commissie oordeelt dat er onvoldoende bewijs is om te stellen dat er is sprake is van inbreuk op wetenschappelijke integriteit. De commissie uit daarentegen wel forse kritiek op het niveau van de proefschriften. Er wordt onder meer geschreven: “De vraagstelling was vaak zeer ruim en abstract, alsof deze achter nog was toegevoegd” en “De conclusies laten zich vaak moeilijk generaliseren waardoor de wetenschappelijke meerwaarde beperkt was, zo niet ontbrak.”

De commissie concludeert dat er voor schending van wetenschappelijke integriteit geen, of onvoldoende bewijs is gevonden. Ze stelt echter wel dat er duidelijk sprake is van “questionable research practice.”

In het rapport wordt overigens nog altijd niet bevestigd dat de promotor in kwestie Arie de Ruijter is. De naam van de promotor en het aantal promoties zijn in het rapport vervangen door “XXX”.