Tilburgse LISS-peiling valt tegen, maar ‘goudmijn voor politicologen’

Tilburgse LISS-peiling valt tegen, maar ‘goudmijn voor politicologen’

De verkiezingen liggen alweer een week in het verleden en dus is het tijd voor evaluatie: hoe heeft onze LISS-peiling het ervan af gebracht? Niet goed, lijkt het.

Boukje Culenaere

Boukje Cuelenaere

Prendid maakte een overzicht met acht peilingbureaus en hun prestaties. Het Tilburgse LISS-panel van onderzoeksinstituut CentERdata bungelt onderaan de lijst met maar liefst 31 verkeerd voorspelde zetels. Dat terwijl het Center for Economic and Social Research van de University of Southern California met dezelfde methode van peilen de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen als één van de weinige goed voorspelde. Hoe kan dit? Boukje Cuelenaere, hoofd survey onderzoek bij CentERdata, bespreekt de resultaten van het LISS-panel met Univers.

Experiment

“Het verkiezingsonderzoek in het LISS-panel was natuurlijk een experiment”, vertelt Cuelenaere: “In Amerika zijn immers maar twee grote partijen. Via het LISS-panel wilden we zien of eenzelfde methode in een systeem van meerdere partijen even succesvol zou zijn.”

Methode Kapteyn

De methode die CentERdata toepaste op het LISS-panel is bedacht door Arie Kapteyn, voormalig decaan van de Tilburgse economische faculteit. De methode onderscheidt zich door kiezers niet te vragen of ze wel of niet gaan stemmen, maar wat de kans is dat ze gaan stemmen en hoe groot de kans is dat zij op een bepaalde partij stemmen. Hierdoor worden ook zwevende kiezers en kiezers die nog niet zeker weten of ze gaan stemmen meegenomen in de peilingen.

Tijdsvak

Dat het LISS-panel onsuccesvol is geweest valt volgens Cuelenaere niet te concluderen: “Een belangrijke factor is dat wij in onze peilingen telkens de data van de afgelopen zeven dagen mee hebben genomen. De peilingen bovenaan het lijstje van Prendid hebben een kleiner, recenter tijdvak genomen van slechts twee of drie dagen. Wanneer wij naar onze data van de drie dagen voor de verkiezingen kijken, zitten de peilingen al een stuk dichter bij de uiteindelijke uitslag.”

Opkomst

Toch heeft de methode van Arie Kapteyn, anders dan in Amerika, niet opvallend beter gepresteerd dan andere peilingbureaus. “Het zou kunnen dat in Amerika de opkomstpercentages belangrijker zijn dan in Nederland. In Nederland hebben we gezien dat de kans van stemmen bijna even groot was voor elke partij. Het kan zijn dat deze methode zich daarom in Amerika meer onderscheidde van andere methoden.”

Data

Over het daadwerkelijke succes van het verkiezingsonderzoek in het LISS-panel trekt Cuelenaere nog geen harde conclusies. “Wij hebben het panel nu gevraagd wat zij uiteindelijk gestemd hebben. Over ongeveer een week zullen deze data compleet zijn en dan kunnen we natuurlijk echt goed gaan vergelijken in hoeverre dat overeenkomt met alle voorgaande data. Er zijn wel aanwijzingen dat de methode van Kapteyn in Nederland niet beter werkt dan traditionele methodes, maar de data die we hebben, brengen wel heel mooi het proces van de zwevende kiezer in kaart. Dat is natuurlijk een goudmijn voor politicologen en andere geïnteresseerden.”

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.