Ook politieagenten hebben recht op een eerlijk proces
Politieagenten kunnen in Nederland worden gedwongen mee te werken aan hun eigen veroordeling. Maar dat mag eigenlijk niet. René Jansen en Marc Groenhuijsen onderzochten deze eigenaardigheid in het strafrecht.
Politieagenten die geweld hebben gebruikt, moeten dat melden. Ze doen dat als getuige van het incident. De leidinggevende speelt die melding door aan de politiechef. Als er een vuurwapen is gebruikt of sprake is van dodelijk of ernstig letsel, heeft de chef geen ruimte zelf een maatregel te nemen. De melding moet worden doorgestuurd naar de officier van justitie. Die kijkt waarmee hij te maken heeft en de Rijksrecherche onderzoekt dan de zaak. Als die enige twijfel heeft over de juistheid van handelen, wordt de agent als verdachte aangemerkt.
“Maar dan is die melding door de agent zelf al gemaakt, als getuige,” zegt Jansen. De informatie kan vervolgens in een strafprocedure tegen de agent worden gebruikt, die dan ineens verdachte is. Dat is in strijd met het nemo tenetur-beginsel, dat bepaalt dat iemand niet gedwongen mag worden mee te werken aan de eigen veroordeling. Verdachten hebben het recht te zwijgen.In de wetenschappelijke literatuur zag men het probleem niet. “De politie gebruikt het geweldsmonopolie van de overheid en daarbij hoort dat men meldt wat er is gebeurd. Dat is de keerzijde van de medaille, volgens de literatuur.”
De overheid was zich wel bewust van een mogelijke strijdigheid met het beginsel, toen zij Ambtsinstructie in 2001 wijzigde. “Vroeger moesten agenten deze melding zelf op schrift stellen. Nu moet dat mondeling gedaan worden aan de meerdere, die schrijft het op. Zo is het de leidinggevende die de melding doet. Daarnaast hoeft de agent niet langer de redenen van het geweldsgebruik te melden.” Genoeg zijn de feiten, omstandigheden en gevolgen van het geweldsgebruik. Bovendien moet het OM het meldingsdocument terugsturen, zodra vervolging wordt ingesteld. “Zo dacht de regering mogelijke strijdigheid met het beginsel te voorkomen.”
In de praktijk is die afstand er volgens onderzoeker Jansen en hoogleraar strafrecht Marc Groenhuijsen niet. De agent zou zijn mond kunnen houden in plaats van te melden, maar kan daar disciplinair voor worden gestraft. Dat doen ze zeer zelden, zegt Jansen: “Van de regering mogen agenten alleen feiten, omstandigheden en gevolgen melden. Maar agenten willen alles melden, ook de emotionele kanten van de zaak. Dat wordt in principe niet opgeschreven, maar de leidinggevende hoort het wel en kan daarover later worden opgeroepen als getuige.” Bovendien moet het OM het meldingsdocument dus wel terugsturen, maar wat eenmaal gezien is, kan moeilijk meer worden weggedacht en het OM kan het document nog opvragen.
Problemen spelen vaak in meerdere disciplines en zijn elders soms al opgelost. Daarom vergeleken Jansen en Groenhuijsen de situatie van politieagenten met die van artsen, die euthanasie uitvoeren. Jansen: “Euthanasie is nog steeds een misdrijf. Artsen kunnen aanspraak maken op een strafuitsluitingsgrond als ze voldoen aan zorgvuldigheidseisen en er melding van maken.” Schiet de arts ergens in tekort, dan stuurt de toetsingscommissie de zaak door naar het OM. De strafbaarheid wordt dan niet uitgesloten, waardoor de arts door zijn melding heeft meegewerkt aan de eigen veroordeling. “In de medische literatuur wordt wél geschreven dat dit gek is.”Er zijn nog geen rechtszaken geweest waarin deze meldingen daadwerkelijk tegen artsen of politieagenten werden gebruikt. Om te weten hoe een rechter hierin zou oordelen, analyseerden de Tilburgse onderzoekers de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over vergelijkbare zaken in onder meer verkeers- en fraudezaken. Het lijkt er sterk op dat meldingen door politieagenten volgens het hof niet tegen ze gebruikt mogen worden: “Als je bepaalde overwegingen van het hof op een rijtje zet, kan je niet precies voorspellen wat het hof in de toekomst zal oordelen in zaken van gedwongen zelfincriminatie,” zegt Jansen. “Maar het geeft een goede indicatie.”
Nu is het nog een theoretisch probleem, want in de praktijk speelt het niet. De Rijksrecherche heeft het beleid de informatie uit meldingen niet te gebruiken en het OM heeft kennelijk genoeg andere informatiebronnen om zaken rond te krijgen. “Maar áls het wel gebeurt, heb je een probleem. Iedereen heeft recht op een eerlijke rechtsgang, ook politieagenten.” Jansen en Groenhuijsen pleiten ervoor een bepaling op te nemen, waarin staat dat deze informatie niet tegen politieagenten mag worden gebruikt. Een kleine moeite, voor de zekerheid.
Publiceren
René Jansen behandelde het onderwerp al in een paper, dat hij onder begeleiding van hoogleraar strafrecht en victimologie Marc Groenhuijsen schreef in de Research Master in Law. Sindsdien werkt hij aan de universiteit als docent burgerlijk (proces)recht en onderzoeker en schreef het paper samen met Groenhuijsen uit tot een wetenschappelijke publicatie. Dat is gepubliceerd in het open access tijdschrift Criminal Law Forum. Jansen had een vooruitziende blik: hij stuitte op de eigenaardigheid voordat de discussie over politiegeweld in Amerika en later in Nederland ontstond. “Eigenlijk liepen we op de muziek vooruit.”