Shanne Braspennincx: verder fietsen als je hart stopt

Na een hartinfarct miste ze de Spelen in Rio. Nu zet ze, met een kast vol prijzen in haar kielzog, koers naar Tokio. TiU-studente en wielrenner Shanne Braspennincx geeft niet op. “Ik ben best wel een adrenaline-junkie.”

Shanne Braspennincx. Beeld: Jack Tummers

Op een van de eerste zonnige dagen in mei pak ik de trein. Ruim twee uur later stap ik het kantoor van Shanne binnen: de wielrenbaan Omnisport in Apeldoorn. Met een kop koffie tussen ons in, raken we aan de praat. Het ijs is al snel gebroken nadat we erachter komen dat we op dezelfde middelbare school hebben gezeten. Na de middelbare school ging ik studeren in Tilburg. Shanne deed hetzelfde in Deventer.

Maar terwijl ik naast mijn studie vooral in de kroeg stond, fietste zij een kast vol prijzen bij elkaar. De ambitie die haar al die prijzen opleverde, bracht de vrolijke Brabantse twee jaar geleden ook dicht bij de dood. Tijdens een trainingskamp werd ze overvallen door een hartinfarct. Het kostte haar de spelen van Rio.

Heb je jezelf twee jaar geleden te ver gepushed?

“Uiteindelijk heb ik geprobeerd wat te slapen, maar dat lukte voor geen meter. Toen ik niet veel later naar de badkamer liep, voelde het al een beetje alsof ik aangeschoten was; het was meer strompelen dan lopen. Ik merkte toen dat het zweet aan alle kanten uit mijn lijf gutste. Na overleg met mijn coach en de teamarts hebben we toch maar besloten naar het ziekenhuis te fietsen.

“Vanaf dat moment is het een beetje een waas, maar ik weet nog wel dat er op een moment vijf artsen zenuwachtig om me heen liepen. Als je dan ook je eigen hartslag helemaal ziet flippen op zo’n monitor, dan weet je dat het fout zit. Achteraf bleek het een hartinfarct te zijn.” 

En toen?

“Ja, dat was wel een reality check. Ik was daarna echt even helemaal klaar met fietsen. Ik ben toen twee maanden gestopt met fietsen. Ik zag niet in waarom ik ooit nog op een fiets zou willen stappen. Tijdens het revalideren in Nederland bleek bovendien dat ik nog een keer geopereerd moest worden, omdat ze het in Amerika niet goed hadden gedaan. Toen ik van die tweede operatie aan het herstellen was, begon het toch langzaamaan weer te kriebelen.

“Waarom zou ik langs de zijlijn een beetje toekijken hoe de rest wedstrijden kan rijden?”

“Uiteindelijk ben ik bijna een half jaar na mijn hartinfarct weer medisch goedgekeurd. Toen ben ik als een malle gaan trainen omdat ik de Spelen in Rio nog wilde halen. Ik wilde mijzelf over een paar jaar in de spiegel kunnen aankijken zonder dat ik ergens spijt van zou hebben. Het was onwijs hard werken om weer in de buurt van mijn oude niveau te komen, maar uiteindelijk is het redelijk gelukt. Ik mocht als reserve mee.” 

Was die reserveplek een overwinning of een teleurstelling?

“Achteraf gezien was het een heel dubbel gevoel. In eerste instantie was ik ontzettend teleurgesteld. Na de testdagen voor de spelen kreeg ik te horen dat een status als reserverijder het hoogst haalbare was. Toen was ik echt link. ‘Waarom zou ik langs de zijlijn een beetje toekijken hoe de rest wedstrijden kan rijden?’

“Mijn coach wist die teleurstelling redelijk om te buigen in een gevoel van trots. Uiteindelijk mocht ik zo kort na mijn hartinfarct wel gewoon mee naar Rio. Hij vertelde me dat ik het gewoon moest zien als een beloning voor mijn harde werk, achteraf gezien heeft hij daar wel gelijk in gehad.

“Uiteindelijk heb ik het ook echt onwijs naar mijn zin gehad in Brazilië. Nadat Elis (Ligtlee, red.) de titel pakte, heb ik het wel goed op een zuipen gezet. Ik was echt blij voor haar, maar eigenlijk was ik de eerste keus op dat nummer geweest. Ik zie heel de ervaring van Rio nu gewoon als extra motivatie voor Tokio. Ik wil dan alleen zélf op de baan staan.”

Hoe combineer je het drukke leven als topsporter met een studie?

“Toen ik in de nationale wegselectie bij de junioren reed, werd ik uitgenodigd om in Papendal te komen wonen. Daar kon ik trainen terwijl ik een studie in Deventer volgde aan de topsportacademie. Dat was vrij eenvoudig te combineren, want heel mijn studieprogramma werd daar aangepast aan mijn sportschema. Wanneer ik een trainingskamp of een wedstrijd had, werden de tentamens gewoon verschoven.

Shanne Braspennincx. Beeld: Jack Tummers

“Op de universiteit is het een stuk lastiger. In Deventer kon ik overal wel tussendoor fietsen, nu moet ik wel echt aan de bak. Vorig jaar heb ik mijn premaster in een jaar gehaald, maar mijn master Marketing Management wordt echt een meerjarenplan. Helemaal omdat mijn dagindeling het niet echt toestaat om vanuit Apeldoorn heen en weer te reizen. Het liefst zou ik alles in de collegezaal volgen, dat werkt voor mij het beste. Voorlopig is dat in ieder geval niet haalbaar.”

Hoe ben je gekomen waar je nu bent als sporter?

“Ik ben er eigenlijk gewoon vanzelf in gerold. Toen ik bij de junioren goed genoeg bleek te zijn, werd ik uitgenodigd voor de nationale wegselectie. Dat was als tiener sowieso een droom voor me. Als dat dan goed gaat, ga je verder vooruit kijken. Mijn kleine-meisjes droom van wereldkampioen worden leek ineens een stuk dichterbij.

“Ik kan alleen voor geen meter klimmen, dus wereldkampioen worden op de weg was erg lastig geworden. Ik heb toen besloten me toe te leggen op het baanwielrennen, dat doe ik nu zes jaar.”

Je geeft heel veel op voor je sport. Is dat het waard?

“Ja. Ik had mijn studententijd ook heel anders kunnen invullen. Tot en met mijn juniorentijd heb ik me sowieso wel redelijk te buiten kunnen gaan. Toen ik uiteindelijk in Papendal tussen de topsporters kwam te wonen is dat wel minder geworden.

“Ik kan niet meer ieder weekend in de kroeg staan, maar alsnog kan ik een paar keer per jaar wel goed stoom afblazen. Dat doe ik ook echt wel. Uiteindelijk is dit gewoon eens kans die weinig mensen krijgen, ik pak hem met beide handen aan.” 

Waar komt die enorme motivatie vandaan?

“Van alles eigenlijk. Los van dat ik het gewoon leuk vind, ben ik best wel een adrenaline-junkie. Het geeft een onwijze kick om jezelf steeds verder te pushen. Ik ben ook vooral gewoon benieuwd wat er fysiek nog allemaal in het vat zit.

“Daarbij kan ik nu ook veel reizen. Ik ga binnenkort weer voor een maand naar Amerika op trainingskamp, dat soort dingen had ik anders nooit kunnen doen. Heel de levensstijl maakt me gewoon gelukkig. Op kantoor zitten kan altijd nog.”

Shanne Braspennincx (Turnhout, België, 18 mei 1991) is een Nederlandse baanwielrenster en volgt de master Marketing Management aan Tilburg University. Ze werd Nederlands kampioen keirin in 2013 en haalde tweemaal goud op het Europees kampioenschap baanwielrennen in Apeldoorn. Tijdens de Wereldkampioenschappen baanwielrennen in 2015 won ze de zilveren medaille op het onderdeel keirin. In juli 2015 kreeg Braspennincx een hartaanval tijdens een training in de Verenigde Staten en stopte tijdelijk met fietsen. Inmiddels fietst ze weer en traint ze voor de Olympische Spelen van 2020 in Tokio.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.