Wonder Woman: een mannenfantasie

Superheldenspektakel Wonder Woman werd door de filmkritiek unaniem onthaald als een ‘feministisch icoon’. Maak dat de kat wijs.

In de ideologiekritiek spreekt men tegenwoordig wel van een ‘whitey helper’: witte mensen die het opnemen voor zwarten die niet voor zichzelf zouden kunnen opkomen. Op het risico af voor vrouwenhelper te worden uitgemaakt, moet ik toch zeggen: dit is geen feminisme, dit is een waardeloze film, Wonder Woman.

Laat ik wel even eerlijk zijn: ik ben bij voorbaat geen fan van superhelden à la Captain America en Superman, goddelijke wezens die de goedheid zelf zijn, übermenschen en dus nauwelijks te verslaan. Behalve dan wanneer een of andere anti-god zich aandient als een duveltje uit een doosje. Wonder Woman (uit de stal van D.C. Comics) past in deze categorie: een goddelijke amazone met bovenmenselijke krachten.

Geef mij maar helden als Batman of Spiderman. Spiderman verwierf zijn superkracht door een mislukt experiment en kampt met puberale problemen. Batman heeft helemaal geen bovenmenselijke vermogens, maar put zijn kracht uit technologie en training gemotiveerd door een tomeloos wraakgevoel. Het maakt het allemaal net wat meer geloofwaardig.

Dit gezegd, valt een goddelijk wezen soms nog best te genieten wanneer de verhaalwereld eromheen een en ander geloofwaardig maakt. Ik kan me best een universum voorstellen waarin Superman tot de mogelijkheden behoort (een universum waarin ook de planeet Krypton bestaat). De nieuwe film Wonder Woman, geregisseerd door Patty Jenkins, geproduceerd door onder meer Zack Snyder, overtuigt op dit vlak al niet.

De film opent met de jeugdige prinses Diana op het paradijselijke amazone-eiland Themyscira. Tegen de wil van de koningin Hippolyta neemt ze vechtlessen bij generaal Antiope (gespeeld door Robin Wright, bekend van House of Cards). Diana wordt volwassen (vanaf dat moment gespeeld door de Israëlische actrice Gal Gadot) en leert van haar goddelijke krachten, ze is immers op de wereld gezet door oppergod Zeus om het geweld van oorlogsgod Ares te counteren.

Het eiland bleef verborgen voor de rest van de wereld en zo kon het dat de vrouwen hier nog rondlopen in oud-Griekse wapenuitrusting. Totdat er plotseling een Duits jachtvliegtuig uit de Eerste Wereldoorlog neerstort voor de kust, met daarin de Britse spion genaamd Steve Trevor (Chris Pine), die de formule voor chemische wapens stal van de Duitse generaal Ludendorff en diens kompaan Doctor Poison. Diana redt Trevor uit zee en verslaat de Duitsers die hem achtervolgden, waarna ze met Trevor meegaat naar West-Europa om Ludendorff te verslaan, omdat ze denkt dat hij in werkelijkheid Ares is.

Een eiland vol met hypergetrainde amazones die sinds de oude Grieken geen vijandige man meer hebben gezien en opeens worden ontdekt tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Twintigste Eeuw? Ik weet dat hiermee het oorspronkelijke D.C.-verhaal wordt gevolgd (zij het dat toen de Tweede Wereldoorlog het decor was), maar het staat de filmmaker vrij om het geloofwaardiger te maken, zoals dat recent ook met Batman is gebeurd door Christopher Nolan. Nog potsierlijker wordt het wanneer Diana (a.k.a. Wonder Woman) zich hogelijk verbaast over voor haar onbekende Westerse ideeën (zoals het huwelijk), maar geen enkel probleem lijkt te hebben met moderne concepten als ‘intelligence’ en alle talen van de wereld spreekt.

Een tijdje lijkt het erop dat de film iets min of meer revolutionairs gaat doen in het genre. Diana gelooft in goden als Ares, maar je krijgt het idee dat ze ergens tot de conclusie moet komen dat goden helemaal niet bestaan. Haar moeder spreekt van een ‘verhaaltje’ wanneer ze haar thuis wil verlaten om Ares te verslaan, Trevor probeert de mythe te ontkrachten dat zoiets als het ‘Kwaad’ bestaat en belichaamd zou worden door een enkele Duivel. Hij zegt dat mensen nu eenmaal geen schone zielen hebben, maar aanleg vertonen om elkaar wat aan te doen. Die Ares lijkt er vervolgens inderdaad niet te zijn, wanneer Wonder Woman tegenstander Ludendorff met relatief gemak een kopje kleiner maakt. Maar dan de teleurstelling van het duveltje uit het doosje. Opeens laat de ware Ares zich zien, en moet Wonder Woman alsnog alles uit de kast halen. Raadselachtig blijft waarom ze toch opeens weet te winnen.

Met Zack Snyder hadden we dit misschien kunnen verwachten: de man kan een spektakel neerzetten, maar bracht ook de Batman-franchise weer terug bij af met het misbaksel Batman versus Superman (2016), dat schril afsteekt tegenover de intelligentie van de door Christopher Nolan geregisseerde The Dark Knight-trilogie (2005-2012) met Christian Bale als Batman.

Al helemaal een raadsel is het feminisme waarom deze film wordt geroemd. Ondanks de vrouwelijke regisseuse Patty Jenkins is er van emancipatie weinig te ontdekken, behalve dat het nog steeds niet heel vaak voorkomt dat een vrouw de superheldenrol vertolkt (met geslaagde films en series als Lucy en Jessica Jones komt daar allengs wel verandering in). De vrouwen in het spel zijn stuk voor stuk bevallige supermodellen in kittige pakjes (incluis een rolletje als amazone voor Doutzen Kroes). Nou ja, behalve dan de lesbische Doctor Poison met haar gehavende tronie, die niet ingaat op de avances van Trevor en liever mensen vergiftigt met zenuwgas.

Het mooiste mannetje, Trevor, blijkt alsnog de typische Ridder op het witte paard die zichzelf opoffert in zijn gevecht met de draak, het mooiste vrouwtje blijft de goddelijke Madonna die boven en buiten de mensenwereld staat (en dus ook niet ouder wordt, lelijker wordt of gewond raakt). En wanneer ze haar vijanden uitschakelt, predikt ze ‘de liefde’, ten koste van de man die haar omarmde. Het mag wat mij betreft hoor, het gros van de Hollywoodfilms blijft trouw aan de comfortabele sociale en commerciële patronen, maar praat me niet van feminisme of doorbraken in het genre.

De mannenfantasie blijft volledig in stand, de mythe onweersproken.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.