Jellinghaus over contractbreuk binnen voetbalwereld

Analytici roepen het al jaren: de voetbalwereld is op hol geslagen. Tijdens transferperiodes smijten clubs met geld, weigeren voetballers op te dagen voor de training en vieren louche deals hoogtij. Steven Jellinghaus, advocaat en hoogleraar arbeidsrecht aan Tilburg University, duidt de gang van zaken omtrent contractbreuk.

Het komt steeds vaker voor: een voetballer heeft een meerjarig contract, maar wil de overgang naar een grotere club maken. Zijn huidige club wil niet dat de speler vertrekt. De speler wordt boos en probeert een breuk te forceren: hij weigert te trainen en wedstrijden te spelen. Deze transferperiode was het weer raak. Barcelona toont interesse in Ousmane Dembélé (Borussia Dortmund) en Philippe Coutinho (Liverpool), maar de clubs laten hun topspelers niet gaan. Vervolgens worden de twee spelers boos en komen niet opdagen op het trainingsveld. Ze spelen ook geen wedstrijden. Hetzelfde gebeurde bij Diego Costa (Chelsea) en de Nederlander Virgil van Dijk (Southampton). Wat doe je dan als club?

Volgens Steven Jellinghaus heeft de club dan twee opties: loon stoppen of de speler ontslaan. Maar daar zitten behoorlijk wat haken en ogen aan. “Als je de speler ontslaat, vertrekt hij transfervrij. Dan vang je er als club geen geld voor. Dat is forse kapitaalvernietiging.” De andere optie, het loon stoppen, werkt ook averechts, zegt Jellinghaus. “Dan heb je een ongemotiveerde speler in je selectie die je niet kunt opstellen. Hij speelt niet, dus zijn marktwaarde daalt. Kortom: ook kapitaalvernietiging.” Een bijkomend negatief effect voor een club is het volgende: stel je houdt als club je rug recht en verkoopt je topspelers niet. Dan is het voor jonge, talentvolle spelers minder aantrekkelijk om voor jouw club te kiezen. Je verleent ze immers weinig of geen medewerking bij een eventuele transfer naar een topclub. En dat is toch wat iedere voetballer uiteindelijk wil. De clubs zitten dus in een wurggreep.

Afkoopsom

Dat het betaald voetbal juridisch gezien een vreemde eend in de bijt is, blijkt uit de uitzonderingspositie die het bekleedt in de nieuwe wet Werk & Zekerheid. Jellinghaus wees de Federatie van Betaald voetbal Organisaties, kortweg FBO, erop dat voetballers zich vrij konden kopen tegen de restwaarde van hun contract. Dus als een speler een verbintenis voor twee jaar had, met een salaris van 300.000 euro per jaar, kon hij zich uitkopen voor 600.000 euro, in voetbaltermen een appel en een ei. Dat is zeer voordelig voor grote clubs, die op deze manier goedkoop spelers weg konden plukken bij kleinere clubs. Door de nieuwe wet waar Jellinghaus aan heeft bijgedragen, moeten spelers tegenwoordig een royale schadevergoeding betalen als ze hun contract afkopen, waardoor het transfersysteem in stand blijft. “De vergelijking met het bedrijfsleven gaat op dat punt ook mank”, zegt Jellinghaus. “Daar is het gebruikelijk dat je een aantal maanden opzegtermijn hebt, of dat je je contract tegen de restwaarde af kunt kopen.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.