ISO bezorgd: tekort op onderwijsbegroting en studenten armer
Het demissionair kabinet vertrekt met een enorm gat op de onderwijsbegroting, blijkt uit de Rijksbegroting die op Prinsjesdag werd gepresenteerd. Het is aan het nieuwe kabinet om dit gat te dichten. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) maakt zich grote zorgen.
Het begrotingstekort van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bedraagt 244 miljoen euro in 2018 en loopt in 2019 op tot 415 miljoen euro. Het tekort is volgens ScienceGuide ontstaan door de groei van het aantal studenten in het mbo en in het wetenschappelijke onderwijs (wo). In het wo is vooral het aantal internationale studenten flink toegenomen.
Zorgelijk
ISO-voorzitter Rhea van der Dong reageert op het begrotingstekort: “Het demissionaire kabinet stelt dat ze het land beter achterlaat dan ze het aantrof, maar laat vervolgens wel een gigantisch tekort op de onderwijsbegroting achter. Dat is een beetje alsof je je studentenkamer na je verhuizing voor de volgende bewoner als een enorme puinhoop achterlaat.”
Univers belde met Bob van Soolingen, bestuurslid van het ISO voor nadere toelichting: “De begroting is beleidsarm. Er komt dus een nieuwe regering en een nieuw beleid. Wij maken ons zorgen omdat er een enorm begrotingstekort achterblijft voor die nieuwe regering. Voordat zij kan investeren in onderwijs, moet dat gat op de begroting gedicht geworden.” Het ISO had gehoopt dat het demissionair kabinet meer had gedaan om dat gat al te dichten.
“Wij verwachten dat het enorme gat op de onderwijsbegroting wordt gedicht, maar niet met middelen die ergens binnen het hoger onderwijs worden gehaald”
Omdat de formerende partijen met een oplossing moeten komen voor het begrotingstekort, richt het ISO zich nu op hen. De studentenorganisatie roept hen op om de gemaakte beloftes na te komen en echt extra te investeren in onderwijs. Van Soolingen: “De student heeft de basisbeurs ingeleverd en zou daar extra investeringen in onderwijskwaliteit voor terug krijgen. Wij willen dat het nieuwe kabinet zich daar aan houdt. Daarnaast verwachten we dat het enorme gat op de onderwijsbegroting wordt gedicht, maar niet met middelen die ergens anders binnen het hoger onderwijs worden gehaald.”
De afschaffing van de basisbeurs baart het ISO al langere tijd zorgen. De financiële ondersteuning is sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 voor studenten zonder aanvullende beurs naar nul gedaald en uitgaven voor collegegeld, kamerhuur en studiekosten nemen elk jaar toe. Hierdoor gaan studenten er al jaren flink op achteruit.
Langzaam afknijpen hoger onderwijs
Ook de vereniging van universiteiten (VSNU) uit haar zorgen. De VSNU ziet dat de Rijksbegroting weinig nieuws bevat voor het hoger onderwijs en de wetenschap. Het demissionaire kabinet maakt in deze begroting geen geld vrij om te investeren in onderwijskwaliteit of wetenschappelijk onderzoek. Volgens de VSNU bij uitstek zaken die Nederland tot een sterke economie maken.
Ondertussen gaat er wel 270 miljoen euro naar het basisonderwijs, voor een salarisverhoging van de leraren. VSNU-voorzitter Karl Dittrich vindt het een mooi gebaar en een noodzakelijke stap die positieve gevolgen zal hebben voor het gehele onderwijs. “Tegelijk constateer ik dat de werkdruk en de opgave voor universiteiten minstens eenzelfde gebaar zouden rechtvaardigen. Ik hoop dat de formerende partijen inzien dat het langzaam afknijpen van het hoger onderwijs en de wetenschap slecht is voor iedereen.”