Wat apen ons leren over conflictgedrag tussen politie en burger

Wat apen ons leren over conflictgedrag tussen politie en burger

Hoe kan de politie een openlijk conflict met burgers het beste aanpakken? Onderzoeker Sara Stronks gebruikt inzichten uit de apenwereld om menselijk groepsgedrag te begrijpen. “Iemand in de ogen kijken kan belangrijk zijn.”

Conflicten tussen politie en burger komen geregeld voor, maar eigenlijk kan de politie niet eens partij zijn bij zo’n conflict. De politie is immers het instituut dat de vrede bewaart. Zo’n conflict wordt vaak gemanaged met juridische procedures, klachtenmanagement of onderzoek en advisering. Allemaal best tijdrovend en inefficiënt, schrijft Sara Stronks in haar proefschrift. Er lijkt meer nodig, we moeten kijken naar de sociale dimensie: de relatie tussen politie en burgers.

Politieagenten zijn – net als burgers –mensen. Om het gedrag van mensen in een conflict beter te begrijpen en te zien hoe conflicten opgelost kunnen worden, hanteert Stronks het relationele model van conflict, samenwerking en verzoening. Dat heeft zijn wortels in onderzoek van primatologen Frans de Waal en Filippo Aureli naar het (groeps)gedrag van sociale dieren, waaronder de evolutionaire neefjes en nichtjes van de mens: de chimpansees, makaak en baviaan.

Het model veronderstelt dat sociale dieren wederzijds afhankelijk zijn. Ze hebben elkaar nodig om te overleven. Daarom moeten ze conflicten, die zich onvermijdelijk voordoen, repareren door verzoening. Zo kan de groep relaties onderhouden en mogelijk versterken en zijn ze bestand tegen dreigingen van buitenaf. Het model leert ons mogelijk ook iets over hoe politie en burgers omgaan met conflicten, vermoedde Stronks toen ze met haar onderzoek begon. 

Stronks onderzoek is op onontgonnen terrein en daarom exploratief: ze heeft achteraf gesprekken gevoerd met politieagenten en andere betrokkenen bij conflicten, om conflictprocessen tegen het licht te houden. Zo keek ze naar een conflict tussen de politie en Molukse jeugd in Tiel met nieuwjaar 2007-2008. Ze vermoedde dat er sprake was geweest van verzoening tussen politie en burger, want een jaar na het openlijke conflict werkten partijen samen aan een probleemloze jaarwisseling.

Daarvoor vond ze bevestiging, waarna ze verder keek naar gevallen waar dat misschien niet zo was. “Voor een goede wetenschapper is het van groot belang dat je je blik wijder zet. Dat je niet alleen naar bevestiging zoekt.” Ze vond de processen van conflict en verzoening ook in situaties waar ze het niet direct had verwacht. “We zien dat verzoening tussen burgers en politie een proces is, dat tijd in beslag neemt. En dat er op momenten van direct contact tussen vertegenwoordigers van de partijen iets gebeurt waarna het conflict omslaat in samenwerking.”

“Geen contact is altijd de slechtste optie”

Hoe kan de politie het beste omgaan met conflicten, die onvermijdelijk zijn? “In elk conflict raakt er iets beschadigd, wat een gevoel van onveiligheid kan geven. Als je een sterke relatie hebt is dat niet per se fundamenteel schadend.” Is de relatie minder sterk, dan moet er meteen iets aan schade worden gedaan. Anders blijft het dooretteren.

Positief en op herstel gericht contact is belangrijk, om een negatieve vicieuze cirkel te voorkomen of te doorbreken. De denkbeelden die partijen van elkaar hebben zijn namelijk heel belangrijk en beïnvloeden interacties. “Geen contact is altijd de slechtste optie.” Er moeten signalen zijn dat de ander belangrijk is, of er moet informatie worden gedeeld. Welke signalen betekenisvol zijn hangt deels af van de context van een conflict en de betrokken partijen.

Het bespreken en tonen van emoties kan helpen: “Burgers zien dan dat politieagenten ook mensen zijn, en andersom kunnen agenten zien dat jongens het ook niet leuk vinden steeds weer van straat te worden getrokken. En iemand recht in de ogen kijken kan een heel belangrijk signaal zijn, waaruit de waarde relatie kan blijken. Van daaruit moet je een dialoog proberen te bereiken.” Het lijkt ook beter om niet in termen van ‘jij’ en ‘ik’ te spreken maar over ‘wij’.” Voor sociale dieren is het namelijk erg belangrijk tot welke groep ze horen. Wordt een ander beschouwd als lid van een andere groep, dan verkleint dit de kans op vriendschappelijk contact.

“In oorlogstijd kan je wel relaties opbouwen, maar eigenlijk ben je dan al te laat”

Conflicthantering is niet alleen een kwestie van achteraf met elkaar praten. “Eigenlijk begint het al voordat er een conflict is,” zegt Stronks. “Conflicten spelen zich vaak af in een wijk. Je hoeft niet met iedereen een kopje koffie te drinken, maar het is wel verstandig om vooraf na te denken over wie je nodig hebt als er sprake is van spanning of een openlijk conflict. Als je weet met wie er een goede relatie bestaat, kan je sneller handelen en beter een samenwerking opzetten. In oorlogstijd kan je wel relaties opbouwen, maar het is prettiger dat te doen in tijden van vrede. Anders ben je eigenlijk al te laat.”

Het onderzoek begon bij de Politieacademie, waar Stronks de resultaten nadien ook heeft gepresenteerd. Ze vond veel herkenning, maar hoorde ook over capaciteitsproblemen en de nadruk die leidinggevenden, politici en de media leggen op aspecten die het relationele perspectief in de weg zitten. “Er is nog veel werk aan de winkel.” Daar wordt een begin mee gemaakt: in Amsterdam heeft de politie interesse in het relationele model en zelf zou Stronks graag een post-doc doen, waarvoor ze een voorstel schrijft. “Het exploratieve deel hebben we gehad, nu moeten we gaan observeren.” En dat kan nog veel breder, ook in andere institutionele contexten: de mens bevindt zich altijd en overal in wederzijdse relaties waar er moet worden samengewerkt en waarin conflicten ontstaan.Proefschrift: From conflict to cooperation. Exploring post-conflict interactions between police and citizens.

Promovenda: Sara Stronks (1982) studeerde Organizational Sciences aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2009 startte ze haar promotieonderzoek aan de Politieacademie. Sinds 2015 werkt ze als docent en onderzoeker aan de Saxion hogescholen. Ze promoveerde vrijdag 2 juni 2017 op haar onderzoek.

Promoteren: Gabriël van den Brink (em. Tilburg University) en Otto Adang (Universiteit Groningen)

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.