Alumnidag en cantus: kennis slurpen en bier atten

Afgelopen zaterdag vierden een paar honderd alumni dat de universiteit 90 jaar bestaat. Er was een dagprogramma op de campus en ’s avonds bij Vidar een cantus. Het dak ging eraf.

De alumni betraden gebouw Cobbenhagen. Ze waren blij elkaar weer te zien op de campus van de universiteit, waar het ooit allemaal begon. Blikken van herkenning schoten in het rond, maar echte verrassingen waren er niet: de deelnemerslijst stond namelijk online. Daar zit een gedachte achter. Je weet welke vrienden je weer gaat zien, en wordt niet voor het blok gezet door een onverwachts opduikende scharrel uit je studententijd. Je wilt zo’n dag ontspannen en zonder zorgen beginnen. Het is immers een feestje.

Het dagprogramma

Het programma begon. Frederique Knoet en Koen Becking spraken over de groeiambities van de universiteit. En over dat de universiteit zich nog sterker wil verbinden met de stad Tilburg. Daarom kwam ook directeur citymarketing en alumnus Marc Meeuwis spreken over zijn gevoel bij Tilburg. Daarna was het tijd voor een aantal kennissessies. Blijft toch een leergierig volk, die alumni. Peter Achterberg, Max Louwerse, George Knox, Ben Vollaard, Remco Mannak, Willem-Jan van den Heuvel en Frank Bosman gaven een sessie. Allemaal mannen. Om het diversiteitsprogramma van de universiteit nog wat kracht bij te zetten. Afsluitend volgde een quiz over Tilburg en een bordje stamppot. Doorgaans een goede bodem voor een cantus.

En laten we eerlijk zijn: iedereen is overdag met hun koppie al bij die cantus. Dat zie je aan alles. Je kunt kersverse alumnus zijn of in 1970 zijn afgestudeerd: zo’n cantus gaat in je hoofd zitten. Je bent daar mee bezig. Ik ken niemand die ooit ’s avonds naar een cantus ging en overdag aan heel andere dingen dacht. Die gewoon lekker een kenniscollege bijwonen en een quizje spelen, zonder telkens te bedenken na hoeveel nummers ze ongeveer dronken willen zijn. Dat is onmogelijk, ook voor alumni.

Cantus

Toen het eenmaal zo ver was, voelde je de opluchting dan ook in de Vidarzaal neerdalen. Hier deed je het toch de hele dag voor. Toch begon de cantus wat onwennig; aarzelend. Want ja, hoe gedraag je je als alumnus? Je bent geen student meer, hebt net een fatsoenlijk bestaan opgebouwd. Je wilt dan niet meteen alle remmen losgooien en bier naar binnen pompen alsof je als tweedejaarsstudent op de TUC staat. Maar uiteindelijk was er geen houden aan. De ware inborst van de alumni kwam naar boven na een biertje of vijf. Ze werden amicaler, gingen wat vrijer bewegen, sloegen armen om andere alumni heen, mistten het ritme van de muziek en struikelden over rondzwervende bankjes. En ineens was iedereen dronken tijdens de pauze. Zo snel kan het gaan. Het mannentoilet lag onder het braaksel.

Die tweede helft van de cantus speelde je dan maar gewoon uit. Van orde en regelmaat was geen sprake meer. Iedereen liep maar wat verward in het rond. Als je aan een willekeurig persoon vroeg wat ze aan doen het was, had ze geen idee.

Er waren overigens veel jonge mensen, een aantal wat oudere mensen en een handvol écht oude mensen. Van die zestigplussers. Die zaten een tafeltje achter me. Kwam de passage: ‘Seks op de cantus, achter het gordijn, Hollandse hoeren doen het overal’ langs. Moesten ze wel even aan wennen hoor. Tikte een de ander op de schouder: ‘Haha, wat zingen ze nou. Wie heeft dat bedacht, joh. Wel leuk hoor.’ En hij atte zijn biertje. Baasjes vind je overal, net uit de luier of genietend van hun pensioen.

En dan loopt zo’n avond alweer tegen zijn eind. Het was ook mooi geweest. Een aantal alumni ging naar huis en moest nog een trein halen. Anderen hadden daar weinig tot geen last van en feestten nog een paar uur door in de stad.

Waarom dit verslag pas vier dagen na de cantus verschijnt? Uw schrijver, inmiddels ook alumnus, moest even bijkomen. Daar moeten we ook eerlijk over zijn. 

Foto’s cantus.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.