Wat doet Van Engelshoven aan de verengelsing?

In het regeerakkoord is vastgelegd dat Engels in het hoger onderwijs een toegevoegde waarde moet hebben, maar geeft de minister hier wel echt gevolg aan?

Het nieuwe kabinet leek het advies van de KNAW over het taalbeleid aan het hoger onderwijs op te volgen: Engels als voertaal mag niet de regel worden. Maar nu lijkt de minister daar niet meer zo zeker van te zijn, en eerst uitvoerig in gesprek te willen ‘met het veld’ om tot een nieuwe ‘internationaliseringsvisie’ te komen.

Treuzelen

Regeringspartij CDA en oppositiepartijen GroenLinks en SP zien dit als nodeloos geaarzel van onderwijsminister Ingrid van Engelshoven, zegt NOS. ScienceGuide ziet dat de critici het meer dan treuzelen vinden: de minister houdt zich ‘niet aan de afspraken’.

KNAW

KNAW stelde vorig jaar juli in een rapport over taalbeleid in het hoger onderwijs dat de keuze voor het Engels vaak zonder goede argumentatie wordt gemaakt, terwijl de wet dat wel voorschrijft. Bovendien ziet het adviesorgaan de verengelsing als een probleem voor de toegankelijkheid van het onderwijs voor bijvoorbeeld migrantenjongeren.

De minister zei toe ernaar te zullen kijken. Bovendien kwam in het regeerakkoord te staan dat het kabinet scherper gaat toezien op ‘de naleving van de wet dat opleidingen alleen Engelstalig zijn wanneer dit een toegevoegde waarde heeft’ en dat ‘de kwaliteit van voldoende niveau is en er in voldoende mate Nederlandstalige opleidingen zijn’.

Vrijblijvend

Van die controle zien de kritische partijen niets terug en ze vermoeden dat de regering op de schreden terugkeert. Zihni Özdil van GroenLinks:  “De minister heeft ons inziens niet genoeg duidelijk gemaakt van wat er in het regeerakkoord staat waargemaakt gaat worden. Namelijk toezien op naleving van de wet als het gaat om verengelsing. In het antwoord staat bijvoorbeeld dat de minister het vrij wil later aan de instellingen zelf en hun de ruimte wil bieden om dat zelf te doen. Maar als je zegt als regering: ‘wij willen toezien op het naleven van de wet.’ En je zegt vervolgens: ‘we laten het aan de potentiële daders’, en dat bedoel ik niet verkeerd richting de universiteit gezien. Dan blijven er bij mij nog wel vragen open.”

Rekbaar begrip

CDA’er Harry van der Molen stelt in ScienceGuide dat ‘de wet heel eenduidig is’ en dat het de hoogste tijd is die ‘scherper te handhaven’: “De minister zegt dat ze met een visie komt voor de zomer, dat is een heel rekbaar begrip en dat vind ik te lang duren. Want ik ben met de heer Özdil van mening dat het antwoord van de minister over hoe ze dit aan de vork wil steken niet op alle onderdelen bevredigend is. Zeker niet in het licht van de afspraken in het regeerakkoord. Ik wil ook niet tot na de zomer wachten omdat de minister haar visie op de laatste dag voor het zomerreces naar de kamer stuurt.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.