‘Informatie wordt belangrijker dan geld’
Oxford-professor Viktor Mayer-Schönberger geeft vanmiddag de Vrienden van Cobbenhagen Lecture in de aula. Univers kreeg de hoogleraar Internet Governance te spreken in hotel Auberge.
Wat zijn belangrijkste boodschap is aan de toehoorders in Tilburg? Mayer-Schönberger lacht en zegt: “Vooral hoe vereerd ik ben om hier te zijn. Misschien hebben jullie niet de naam van Oxford of Cambridge, maar ik volg onderzoekers van Tilburg University op de voet.”
Mayer-Schönberger, rechtsgeleerde en econoom van achtergrond, geldt als expert op het gebied van Big Data en internettechnologie. Onlangs verscheen het boek dat hij samen schreef met Thomas Ramge in Nederlandse vertaling onder de titel De data-economie. Hierin is ook de stelling te vinden die hij vanmiddag in Tilburg verdedigt, namelijk dat de digitale informatiestroom minstens zo belangrijk of misschien nog wel belangrijker wordt dan geld in de economie.
Geld
“Behalve als waarde- en ruilmiddel was geld ook de belangrijkste informatiebron die mensen hadden. We blijven met geld betalen, maar de keuze voor een product is straks niet meer voor het belangrijkste deel afhankelijk van de prijs.” Vroeger konden we slechts likkebaardend kijken naar de plaatjes in de catalogus met vakantietrips, maar wisten we eigenlijk al bij voorbaat dat die plaatjes een te rooskleurig beeld gaven. Je kon ‘tussen de regels’ proberen te lezen – betekent een rustig strand niet vooral een overmaat aan rotsen? – maar de prijs was eigenlijk het enige waar je op af kon gaan. “En als het dan een geslaagde vakantie bleek, gingen we de volgende keer voor de zekerheid opnieuw naar die plek.”
Revolutie van informatie
Dat is nu al compleet veranderd: “We krijgen veel meer informatie dan alleen de prijs. We kunnen via Google Streetview kijken hoe het strand er echt uit ziet, we krijgen reviews te zien en foto’s. En dan niet de foto’s van het hotel, maar van de gasten! Heel snel kunnen we de duizend opties terugbrengen tot een stuk of drie die in de buurt komen van wat we echt willen.” Algoritmes maken dat dit keuzeproces nog meer wordt geoptimaliseerd. De prijs wordt dan minder belangrijk dan de veelheid aan variabelen die we belangrijk vinden, en hoe snel we het product dat hieraan voldoet via een digitaal platform weten te vinden.
Mayer-Schönberger ziet dat consumenten betere keuzes kunnen maken door de digitale ontwikkelingen. Hij ziet zichzelf dan ook niet als een onheilsprofeet die zich overdreven zorgen maakt over de privacy. Zolang we maar goed worden ingelicht: “Bekend is dat Apple bijvoorbeeld meer geneigd is data te beschermen dan andere fabrikanten. Daar adverteren ze ook mee op hun website. Je hebt dan de keuze: wil ik meer bescherming of wil ik misschien een betere service?”
Gafa’s
Toch zal hij zeker ook een kritische noot plaatsen: “Bedrijven als Google, Apple en Amazon – de ‘Gafa’s’ – zijn te groot geworden. En dan niet zozeer grootte qua ‘headcount’, want zo bezien zijn ze eigenlijk relatief klein, maar wel qua macht over de data.” We hoeven ze niet te verbieden naar onze data te kijken, maar wel dat ze duidelijk zijn in wat ze van ons vragen en dat ze ook inzicht geven in wat zij zien. Voor wat hoort wat, zegt Mayer-Schönberger, want ook andere bedrijven moeten de kans krijgen voor innovaties. Hij ziet hier een rol weggelegd voor de Europese Unie: “Iemand als Trump maakt het moeilijk afspraken met alle landen van de wereld te maken, maar als de EU met regelgeving komt, dan kan ook Google zich daar echt niet aan onttrekken. Daarvoor is het belang van de Europese markt te groot.”
De Cobbenhagen Lecture is hier te bekijken: