Zó herkenbaar
Als er één woord is dat ik sinds een aantal weken niet meer kan horen, is het wel het woord ‘herkenbaar’. Dat heeft te maken met het NPO kijkcijferkanon ‘de Luizenmoeder’. Voor wie de afgelopen weken onder een steen heeft geleefd of zo hardnekkig tot de Netflix-en-YouTube-generatie behoort dat alles wat met nationale televisie te maken heeft je totaal ontgaat: de Luizenmoeder is een serie/satire/documentaire over een basisschool. Dat is niet raar, maar wel erg bijzonder.
Even een uitstapje naar mijn ervaring met ‘De Luizenmoeder’. Ik heb mij hardnekkig verzet tegen het kijken van dit programma. Gedeeltelijk omdat ik alles wat niet met ‘Wie is de Mol’ te maken heeft op de NPO bij voorbaat al niet de moeite waard vind en gedeeltelijk omdat mijn interesse in een Tv-programma grofweg invers gerelateerd is aan de interesse van de gemiddelde Facebookmoeder in dat programma. Ik ben echter ook maar een mens; op een gegeven moment werd ik nieuwsgierig, dus heb ik de eerste aflevering met het schaamrood op mijn kaken stiekem op mijn kamer onder de dekens gekeken.
Als wetenschapper in spé heb ik de plicht om toe te geven wanneer ik verkeerd zit. Mijn hypothese van een pijnlijk niet-grappig programma heb ik dus verworpen. Ik heb namelijk toch een aantal keer stevig moeten grinniken tijdens het kijken van ‘De Luizenmoeder’. Schijnbaar werken passief-agressieve kinderliedjes op mijn lachspieren en heb ik niet genoeg empathie om verontwaardigd te raken voor minderheden om de ietwat-pijnlijke-net-over-de-lijn-semi-racistische grappen. Sorry.
Ik heb echter niet creperend van het lachen piesend in mijn broek op de grond liggen rollen met tranen in mijn ogen, zoals klaarblijkelijk half Nederland wél deed tijdens het kijken van dit programma. Noch voel ik bij het binnenkomen van iedere ruimte de nood om ‘HALLO ALLEMAAL’ te scanderen of reageer ik met de tranen-met-tuiten-lachen-emotie op de inhakers van gehaaide marketeers.
Dat ‘De Luizenmoeder’ bij mij niet de hysterische reactie opwekt, zoals het bij een groot deel van de Nederlanders wel doet, is mijnsinziens te wijten aan één ding. Hiermee komen we namelijk weer terug op het woord ‘herkenbaar’. Ik daag iedereen bij deze uit om een lovend artikel te vinden waarin ‘De Luizenmoeder’ níet de stempel “zó herkenbaar” krijgt. Wat er precies, buiten die herkenbaarheid, zo grappig is, kunnen veel mensen eigenlijk niet eens uitleggen. Toen aan de makers van de befaamde serie werd gevraagd waarom de serie zo’n hit was, leverde dat ook niet veel meer op dan een schaapachtige blik in de camera en de uitspraak dat het wel zal komen doordat het, (allemaal tegelijk), “zo herkenbaar” is. Blijkbaar zijn fantasiewerelden met draken, ridders en epische avonturen best lollig, maar zien we toch vooral graag een serie over onszelf.
Ik voel me best een beetje buitengesloten binnen de Luizenmoeder-community. Ik heb namelijk geen kinderen in de luizenpluismoeder-leeftijd (of überhaupt kinderen, overigens) en zit al wat jaartjes niet meer op de basisschool. Daarom kan ik niet zo goed meepraten over deze “herkenbaarheid”. Omdat ik dit gewoon vet oneerlijk vind, stel ik voor dat we het tweede (deze week aangekondigde) seizoen van de Luizenmoeder zich laten afspelen op een plek die mij wat bekender voorkomt: Floor (zo heet het kind van Hannah met twee H’s in de Luizenmoeder) gaat studeren aan de universiteit.
Wat de personages, verhaallijnen en grappen precies zullen zijn in dit nieuwe seizoen, heb ik nog niet verzonnen, maar het wordt in ieder geval erg… nou ja, je weet wel.