Big data is booming in Brabant
Big data borrelt en bruist in Den Bosch. De universiteiten van Tilburg en Eindhoven richtten daar twee jaar geleden de Jheronimus Academy of Data Science (JADS) op. Om datawetenschappers op te leiden die niet alleen analyseren, maar ook programmeren en nadenken over ethiek. Maar wat gebeurt er nou eigenlijk in dit fonkelnieuwe big data paradepaardje?
Er broeit iets in Noord-Brabant, de provincie die lang bekend stond om haar megastallen, weilanden en boerderijen. In de zeer nabije toekomst gaat het niet meer om boeren en hooibergen, maar om ondernemende wetenschappers die algoritmes loslaten op de snel groeiende databergen van de wereld. In het hart van de regio, op loopafstand van Den Bosch centraal, zit in het Mariënburg-klooster de Jheronimus Academy of Data Science (JADS). Daar worden data scientists opgeleid. Het klooster in Den Bosch is de spil in de samenwerking op het gebied van data science tussen de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), Tilburg University (TiU), de provincie Noord-Brabant en de gemeente ‘s-Hertogenbosch. Een vergaande samenwerking die tot voorheen heel onwaarschijnlijk was.
“Deze universiteiten zijn zo verschillend, dat kan je je bijna niet voorstellen,” zegt Emile Aarts, rector magnificus van TiU en daarvoor decaan van de Eindhovense faculteit Wiskunde en Informatica en chief scientific officerbij Philips. In Eindhoven staat ingenieurswetenschappen centraal en wordt in teamverband aan hard- en softwaresystemen gebouwd. In Tilburg slaat juridisch, economisch en sociologisch onderzoek de klok. Jaren terug ontstond in Eindhoven het besef dat ze iets met data moesten doen, maar ze hadden niet alle expertise in huis. Er kwam een gesprek op gang met TiU, zegt Aarts in een ruime vergaderzaal in het klooster. “Er was een klik, deze universiteiten vullen elkaar aan.” De keuze voor Den Bosch lag vervolgens voor de hand: de stad wilde graag een universiteit, had geschikte panden en ligt tussen de universiteitssteden in.
Financiën
Een project van deze omvang kan een financieel risico zijn, maar met de centen zat het meteen goed. De gemeente kocht en verbouwde het klooster, de provincie betaalde met innovatiegelden de voorinvesteringen om JADS op gang te brengen en houden. Tegenover deze investering in JADS, die uitgesmeerd over tien jaar neerkomt op twintig miljoen euro, staat dat universiteiten twintig miljoen investeren in data science. Het chequeboekje hoeven de universiteiten daarvoor volgens Aarts echter niet te trekken: ze zetten eigen mensen in, die dit werk toch al zouden doen. December 2016 werd JADS officieel geopend door koningin Maxima, en sinds de zomer van dat jaar zat er al een klein team. Begin april 2018, als we het klooster bezoeken, is het pand net verbouwd. Aarts is hier één dagdeel per week, om met eigen ogen te zien wat er gebeurt. Anders blijven cijfers en berichten over de ontwikkelingen wel erg abstract. Zo ervaren velen in Tilburg en Eindhoven dat ook. Zeker sinds er sinds een summiere begroting rondging door de medezeggenschapsorganen, waar in plaats van een beoogd tekort van 3,34 miljoen euro in 2018, een tekort van 4,75 miljoen euro stond.
Onder de streep kost dit de universiteiten niet direct geld, maar de subsidiepot wordt er sneller door leeg getrokken. Toch maken de universiteitsbesturen zich geen zorgen. Emile Aarts weet dat er meer gebeurt in Den Bosch dan voorzien, en dan is het logisch dat het geld sneller wordt besteed. De Eindhovense collegevoorzitter Jan Mengelers denkt dat ook. Volgens Mengelers verdienen de mensen in Den Bosch complimenten voor wat ze hebben bereikt.
Ondertussen blijft de medezeggenschap met vragen zitten In Tilburg leidde dat zelfs tot een negatief advies op de begroting. Want wat doen ze daar in Den Bosch eigenlijk?
Den Bosch
“We hebben meer binnengehaald dan verwacht,” zegt wetenschappelijk directeur Arjan van den Born in zijn werkkamer. En met ‘meer’ bedoelt Born: meer studenten, bedrijven, startups en projecten. In korte tijd zijn er nauwe banden met het bedrijfsleven gelegd, wat niet wil zeggen dat er een kennisfabriek wordt opgezet, die draait naar believen van de klant. “Ons onderzoek moet fundamenteel en onafhankelijk zijn.
De locatie heeft allerlei voordelen. “JADS had nooit kunnen werken als het alleen in Tilburg en Eindhoven was gebleven,” zegt Van den Born. Het werkt omdat mensen in één werkkamer of collegezaal zitten. “Daar gaan ze elkaar begrijpen.” Studenten weten bedrijven te vinden, bedrijven wetenschappers, en zo voorts. Niet onbelangrijk, want bij JADS willen ze niet alleen studenten opleiden. In de hele maatschappij is behoefte aan kennis over data, en zeker in het bedrijfsleven. Er vindt dan ook volop beroepsonderwijs plaats. Het luisterrijke pand is opgeknapt, er is een dak over de binnenplaats gelegd zodat er geluncht kan worden, er staat nog een orgel in de kapel die niet zou misstaan als aula en er zijn strakke technologische en moderne aanpassingen doorgevoerd. Het klooster is een symbiose met, door de glazen deuren en wanden die reiken tot het plafond, een op veel plekken opvallend gebrek aan privacy. Het is verleidelijk deze letterlijke transparantie te zien als tekenend voor de tak van sport: privacy, dat is toch een hindernis bij het gebruik van prachtige en nuttige data? Wellicht is het juist omgekeerd. Ethiek speelt bij JADS een belangrijke rol, zegt Van den Born: “Dat gaat om hoe je transparant en accuraat met data omgaat, op een vertrouwelijke manier. We doen bijvoorbeeld onderzoek naar de transparantie van algoritmes. Weten we wel wat die precies doen?”
Studenten
In het klooster zitten studenten van de tweejarige master Data Science and Entrepreneurship. Van hen wordt veel verwacht, meer dan het lezen van boeken. Ze moeten modellen maken, oplossingen bouwen, marktstrategieën ontwikkelen en ethisch-juridische vragen niet schuwen. Ze worden onderwezen in de domeinen van data engineering, mining, decision making, entrepreneurshipen in society. Er zijn overkoepelende vakken, waar kennis toegepast wordt op casussen uit het bedrijfsleven. En daaronder ligt een vaardighedentraject, dat vanaf dag één begint met een assessment en de toewijzing van een coach. Verplicht is het niet, maar veel studenten richten ook een eigen bedrijf op.Een student uit Eindhoven zal er niet van opkijken, voor een Tilburger is het een unicum. Wonen op de campus, in Den Bosch kan het. Er zijn 77 wooneenheden in het klooster, met ruime voor 88 mensen. Die worden door de eigenaren van het pand ook verhuurd aan docenten, promovendi en anderen die met JADS van doen hebben. “Zo krijg je een echte campusgedachte,” zegt directeur bedrijfsvoering Angelique Penners. De collegezalen en kantoren zijn ‘s nachts gesloten voor de inwoners, al is het op termijn de bedoeling om 24/7 open te zijn. De vakken worden gegeven door iemand uit Tilburg en iemand uit Eindhoven, voor scriptiebegeleiding geldt hetzelfde. Bij vrijwel alle vakken worden datasets gebruikt, zegt onderwijsdirecteur Willem Jan van den Heuvel. “Als het er bijvoorbeeld om gaat welk privacy model het beste werkt voor iTunes, wordt niet gekeken naar intuïtie, maar naar harde data.” Voor de scriptie wordt niet alleen een paper geschreven, er moet ook een project worden opgeleverd voor (eigen) bedrijf of overheid. Het onderwijs zelf moet bovendien innovatief zijn door nieuwe leervormen, zegt Van den Born. “Als data science instituut moet je een lichtend voorbeeld geven. En je ziet dat studenten niet allemaal meer de energie hebben om naar een pratend hoofd te kijken.” Toch zijn pratende hoofden nog even de realiteit, aldus senior-beleidsmedewerker onderwijs Carlien Geelkerken. “Eerst willen we een goed curriculum gedraaid hebben.” Ook dat vergt continue aandacht, in het begin was er bijvoorbeeld nog wel eens overlap. “En we hebben sponsoren nodig, want het is duur.” Er worden al gesprekken over gevoerd.
Tegengesteld
JADS draait amper twee jaar en is een bedrijvig epicentrum aan het worden voor de (data)wetenschap van de toekomst. Een aantal zaken moet daarvoor wel worden gladgestreken. Dat de twee universiteiten andere regels hebben over bijvoorbeeld onderwijsreglementen, personeelszaken, financiering en intellectuele eigendom, is wel eens lastig. Dit erkent Angelique Penners, al ziet ze er ook een voordeel in. “De universiteiten zijn tegengesteld aan elkaar, maar wat leren we veel over en weer. En we hebben het geluk dat we soms het mooiste van alles kunnen kiezen.” Toch is het tijd voor regels die specifiek gelden voor de locatie Den Bosch, zegt Arjen van den Born. En een eigen departement. “Waar we tegenaan lopen, is dat iedereen nu gedetacheerd is.” In Tilburg en Eindhoven krabben mensen zich nog weleens achter de oren: waar zijn hun collega’s? Ah, die zitten weer in Den Bosch. Emile Aarts heeft ook nog wat wensen. “Tot nu toe gaat het bij JADS vooral over de regionale ontwikkelingen en historie, er moet een stap gezet worden naar een visie op de wereld. Welke bijdrage wordt geleverd, en hoe?” Voor 2020 wil hij dit helder hebben, dan bestaat de organisatie vijf jaar en is ze niet jong meer. En er moet de overstap gemaakt worden van een ondernemende mentaliteit, wat in de opstartfase nodig is, naar een aanpak met meer routine en zorg voor kwaliteit. “We komen te langzaam in een stabiele fase.” Die routine is bijvoorbeeld nodig in omgang met de buitenwereld. JADS trekt veel aandacht, en dat betekent ook veel telefoontjes en e-mails. Aarts: “Straks zeggen ze dat je JADS niet hoeft te bellen, omdat ze de telefoon toch niet opnemen.”
Ze zijn ermee bezig, zegt Arjan van den Born. Het jaar 2018 is er een van reflectie en vooruitkijken. De organisatie is gegroeid van zeven naar honderdvijfitg mensen en veel lukt al. Hij wil verder groeien en de processen vastleggen, maar wil ook goed kijken wat er is bereikt en wat de kwaliteit daarvan is.
Waarmee verder te gaan? Eerst de studentenaantallen maar eens opkrikken. “Er zijn bedrijven die vijfhonderd stagiaires per jaar van ons willen. Die hebben we nog niet, en bovendien moeten studenten eerst afstuderen,” aldus Van der Born. Maar als dat eenmaal is gelukt, ziet de toekomst er zonnig uit. Carlien Geelkerken over de eerste lichting afstudeerders. “Ik kan ze wel vijf keer wegzetten.”Univers schreef over JADS met Han Konings, hoofdredacteur van Cursor, het magazine van de Technische Universiteit Eindhoven.