Tilburgse promovendi gaan landelijke PhD-gemeenschap vertegenwoordigen

Tilburgse promovendi gaan landelijke PhD-gemeenschap vertegenwoordigen

Anne de Vries is benoemd tot de nieuwe voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN). De Tilburgse promovenda zal daarbij nauw samenwerken met Martijn Stoutjesdijk, die eveneens promoveert aan Tilburg University en voorzitter interne zaken wordt. Een ‘tandemconstructie’, zo noemen ze het zelf. Wat zijn hun plannen?

De tandem zal worden geleid door De Vries. Zij volgt Rolf van Wegberg van de TU Delft op, die na twee jaar stopt als voorzitter van de landelijke belangenorganisatie voor promovendi. Stoutjesdijk zal als de nieuwe intern-voorzitter meer op de achtergrond blijven, maar net zo hard trappen om de belangen van promovendi vooruit te duwen.

Aan Tilburg University zetten Anne de Vries en Martijn Stoutjesdijk zich al veel langer in voor de PhD-gemeenschap. De afgelopen jaren hebben ze intensief samengewerkt, bijvoorbeeld om een verlenging van het promotietraject bij ouderschapsverlof te bedingen en om de positie te verbeteren van de groeiende groep internationale promovendi die hier zijn op een (vaak kleine) beurs van een buitenlandse universiteit. De Vries nam daarbij voornamelijk de lobby en de samenwerking met externe partijen voor haar rekening, terwijl Stoutjesdijk zich bezighield met het professionaliseren van de promovendivertegenwoordiging aan de universiteit.

Toen De Vries werd gepolst als nieuwe voorzitter van het PNN en Stoutjesdijk als nieuw bestuurslid, was het voor de Tilburgse promovendi dan ook voor de hand liggend om samen op te trekken. Ze blijven hun krachten bundelen, maar verbreden hun aandacht van Tilburg University naar de landelijke PhD-gemeenschap.

Waarom een tandemconstructie?

De Vries: “Als voorzitter heb je een zwaar pakket, waardoor de interne organisatie van de promotievertegenwoordiging er al snel bij inschiet. Martijn gaat zich daarom richten op het versterken van de interne organisatie, zodat ik me volledig kan bezighouden met het inhoudelijke gedeelte. Zo hebben we in Tilburg ook lang samengewerkt, dat is eigenlijk heel organisch ontstaan. Zelf heb ik dat altijd als een heel prettige constructie ervaren.”

Stoutjesdijk: “En we hebben de afgelopen jaren ook echt stappen gemaakt op die manier.”

De Vries: “Er is nog steeds veel te winnen, maar we mogen best trots zijn op de dingen die we voor elkaar hebben gekregen.”

Zoals ouderschapsverlof voor promovendi?

Stoutjesdijk: “Ja, dat is een mooi voorbeeld. Voorheen was het zo dat promovendi geen extra tijd kregen om hun proefschrift af te ronden als ze tijdens hun PhD-traject een kind kregen. Het klinkt misschien bizar, maar je verlofperiode ging gewoon van je onderzoekstijd af.”

De Vries: “Dat is nu aangepakt. Tilburg University heeft als eerste Nederlandse universiteit ouderschapsverlof geregeld voor promovendi. Als promovendi ouderschapsverlof opnemen, gaat dat niet meer ten koste van de proefschrifttijd. Nu wordt dat waarschijnlijk zelfs in de landelijke CAO opgenomen, waardoor de regeling voor alle promovendi geldt. Tilburg is in die zin een voorbeeld geweest voor de andere universiteiten.”

Klinkt alsof Tilburgse promovendi het nog best goed hebben in vergelijking met promovendi aan andere universiteiten. Is dat zo?

Stoutjesdijk: “Ik zou zeggen dat de positie van promovendi hier beter is dan aan andere universiteiten. Dat wil niet zeggen dat het hier een speelplaats is, er valt nog genoeg te verbeteren.”

De Vries: “We hebben hier ook echt voor dingen moeten vechten. Voor het ouderschapsverlof, bijvoorbeeld, maar ook voor de gelijke behandeling van bursale promovendi, die hier promoveren op een kleine buitenlandse beurs en geen medewekersstatus hebben. Zij hadden geen stemrecht voor de medezeggenschap en ze kregen bijvoorbeeld ook geen kerstpakket. Nu wel.”

Stoutjesdijk: “We hebben een actief en goed georganiseerd promovendioverleg aan onze universiteit, TiPP. De laatste jaren is TiPP echt tot bloei gekomen. Het is een orgaan waarnaar geluisterd wordt binnen de universiteit. En het helpt ook dat we in Tilburg een rector hebben die begaan is met promovendizaken.”

En toch wil de rector de looptijd van PhD-contracten terugschroeven van vier naar drie jaar.

Stoutjesdijk: “Die discussie wordt inderdaad gevoerd. Bij TiSEM worden nu standaard driejarige contracten aangeboden. Daar zijn wij het absoluut niet mee eens. Het is heel kwalijk dat je als universiteit tegen promovendi zegt: met drie jaar kun je het ook wel rooien. Vier jaar moet de standaard zijn. Dat is ook wat instituten als KNAW en NWO zeggen.”

De Vries: “Gemiddeld doen promovendi zelfs langer over een promotietraject. Ook met een contract van vier jaar komt het er dus vaak op neer dat je een deel in je eigen tijd moet doen. Drie jaar is zot. De promovendi bij TiSEM werken noodgedwongen vaak parttime zodat ze een jaar langer in dienst kunnen blijven, terwijl ze gewoon fulltime door blijven werken.”

De verschraling van contracten is niet alleen een Tilburgs probleem. Zullen jullie je daar straks ook op landelijk niveau tegen moeten verzetten?

De Vries: “De steeds verdere uitkleding van het promotiestelsel speelt aan alle universiteiten. Je ziet steeds meer dubieuze constructies ontstaan, waarbij het aantal promovendi omhoog gaat en de onderzoekskwaliteit en het welzijn van promovendi omlaag. Bij het PNN is dat een van de grootste dossiers, en tegelijkertijd een van de moeilijkste.”

Stoutjesdijk: “Promovendi worden gezien als verdienmodel.”

De Vries: “Het lastige is dat universiteiten elkaar daarin meetrekken. Als alle andere universiteiten steeds meer promovendi binnenhalen voor steeds minder geld, dan ontkom je er als universiteit bijna niet aan om daar ook aan mee te doen om te blijven concurreren. Als je niet uitkijkt wordt het een race to the bottom. Juist daarom is een landelijke aanpak zo belangrijk.”

Waar gaan jullie je verder voor inzetten?

De Vries: “Persoonlijk heb ik veel affiniteit met integriteitsproblemen, daar wil ik meer aandacht aan schenken. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan promovendi die onder druk worden gezet om hun onderzoeksresultaten af te staan aan iemand in een hogere positie, of doorhebben dat er iets niet klopt maar het niet durven aankaarten.”

“Verder staat er een heleboel op de agenda. De meeste zaken stonden overigens al op de agenda van het PNN: de beknibbeling op promotietrajecten, het psychische welzijn van promovendi, de voorbereiding op de arbeidsmarkt. Daar zullen ook wij ons voor blijven inzetten. Het leuke is dat we al deze kwesties al van dichtbij meegemaakt hebben aan onze eigen universiteit. Nu mogen we die discussies op nationaal niveau gaan voeren.”

Krijgen jullie daar ook nog iets voor terug? Een beurs, of extra tijd om je proefschrift af te ronden?

Stoutjesdijk: “Daar is op dit moment geen geld voor. Soms kun je wat extra tijd krijgen, maar de meeste promovendi bij het PNN krijgen helemaal geen compensatie. Het PNN krijgt geen geld van de Rijksoverheid. Promovendiorganen betalen 150 euro per jaar aan contributie, daarmee wordt de hele organisatie omhooggehouden. Er is geen budget voor een kantoor of iemand die de telefoon opneemt. Studentenorganisties krijgen die financiering wel, wij niet. Dat is vreemd. Wij zijn ook een grote groep belanghebbenden binnen de academische wereld.”

De Vries: “De overheid verwijst het PNN naar de universiteiten voor financiering, maar dat maakt je als belangenorganisatie kwetsbaar. We moeten namelijk wel kritisch kunnen zijn. Als je financieel afhankelijk bent van de universiteit, kan dat lastig zijn.”

Stoutjesdijk: “Om de onafhankelijkheid te kunnen waarborgen, is onafhankelijke financiering nodig. We hopen binnenkort met de minister van Onderwijs om tafel te kunnen om daar over te praten.”

Voor het geld hoef je in ieder geval geen promovendivertegenwoordiger te worden. Wat drijft jullie dan wel?

De Vries: “Idealisme, ben ik bang! En je krijgt er veel voor terug in de vorm van ervaring en voldoening. Het is ontzettend leuk.”

Stoutjesdijk: “Zeker als je af en toe ook nog wat voor elkaar krijgt. In Tilburg is dat wel gelukt.”

De Vries: “Nu gaan we ons inspannen om de situatie voor de landelijke PhD-gemeenschap te verbeteren. Daar hebben we heel veel zin in.”

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.