‘Malloot’ Elsinga beklimt Ventoux voor tiende keer
De Mont Ventoux is een mythische berg. Dat is al zo sinds 1336, toen de Italiaanse dichter Petrarca zijn beklimming van de berg inspirerend verwoordde. Ook de dood van wielrenner Tommy Simpson op de flanken van de Ventoux tijdens de tour van 1967 draagt bij aan het drama van de kale berg. Vandaar dat de 64-jarige pedel van Tilburg University en fietsliefhebber Wilko Elsinga de berg ook moest beklimmen. Maar waarom tien keer?Vorige week maakte Elsinga het tiental ritjes naar de top vol. Hij was er nu eenmaal, legt hij uit. “Ik was er voor de ondersteuning van oud-voetballer Bud Brocken, oud-ijshockeyer Theo van Gerwen en zes andere min of meer bekende Tilburgers die de Ventoux voor het goede doel drie keer op een dag hebben beklommen.” Hij was er als ervaringsdeskundige en om onderweg vanuit de auto flesjes water en zo meer aan te geven. “Maar als ik daar dan toch ben, wil ik niet alleen maar met een auto de berg op en af rijden. Daarom heb ik de dag daarna met mijn vrouw de Ventoux nog met de fiets beklommen. Dat was voor mij de tiende keer.”
Loodzwaar
Je hebt bergen en bergen. En je hebt de Ventoux. Regelmatig terugkerend in de Tour de France en elke keer zie je renners meer dood dan levend over een slopend maanlandschap zwoegen, volkomen onbeschut voor de brandende julizon en de heersende winden. In juli 2002 beklom Elsinga de berg zelf voor het eerst. “Ik had mazzel, want het was die dag niet te heet. Maar het is ook dan nog lood-, en loodzwaar.”
Zwaar of niet, vijf jaar later beklimt hij de monsterberg zelfs drie keer op één dag. Wie dat doet mag zich namelijk Cinglé du Mont-Ventoux noemen. Elsinga: “Je kunt dat vertalen met Malloot van de Ventoux.” Dat klinkt wel enigszins juist als je bedenkt dat zijn snelste tijd op de beklimming van 21 kilometer zo’n tweeënhalf uur is. Als pedel is het zijn taak vooraan te lopen in een cortège van hoogleraren in toga, maar als wielrenner vind je hem eerder in de staart van een groep. “Ik ben over de zestig en ook een paar kilootjes te zwaar. Ik ben niet echt een klimmer.”
Het landschap mag dan leeg en kaal ogen, vervelen doet het nooit, vertelt Elsinga. “Het is elke keer anders. Het mag dan een kaal landschap zijn, maar het is ook heel mooi. En in de omgeving zijn prachtige dorpjes. Je bent ook veel met jezelf bezig. Je denkt na over alles en over niets. En ik ben altijd aan het berekenen hoe ver het nog is tot de top.” En of de tiende de laatste keer is? Elsinga: “Volgend jaar word ik 65 en ik heb het huisje daar al gehuurd.”