Ruben Gowricharn verdedigt salafismeproefschrift

Al zou de helft verzonnen zijn, dan nog is het proefschrift over salafistische jongeren in Nederland volgens promotor Ruben Gowricharn voldoende onderbouwd.

Het proefschrift van Mohammad Nazar Soroush heeft wat losgemaakt. De Iraans-Nederlandse socioloog bezocht drie jaar lang preken, religieuze bijeenkomsten en kampeerweekenden van salafistische instellingen in Nederland. In zijn proefschrift schrijft de promovendus wat hij daar heeft gezien en gehoord. Hij concludeert dat Salafistische jongeren ondemocratisch zijn en niet loyaal aan de Nederlandse samenleving.

Co-promotor Jan Jaap de Ruiter was lovend, en zei tegen de Volkskrant dat het proefschrift van Soroush laat zien hoe het er echt aan toegaat in de salafistische wereld. Maar al snel klonk er vooral kritiek. Er werd getwijfeld of Soroush wel overal was geweest en hij zou zich bijvoorbeeld ten onrechte niet als onderzoeker kenbaar hebben gemaakt. Het College van Bestuur van Tilburg University heeft de Commissie Wetenschappelijke Integriteit verzocht onderzoek te doen naar de promotie. Promotor Ruben Gowricharn, wiens naam onlangs ook viel omdat hij premies ontving voor gerealiseerde promoties, laat nu van zich horen. Hij overdenkt de kritiek en verdedigt het proefschrift.

Was hij er bij?

Er wordt aan getwijfeld of Soroush wel overal bij was. Zijn logboek is niet uitgebreid en bevat geen veldwerknotities. Ook gaf Soroush verkeerde beschrijvingen van ruimtes in moskeeën en schreef zelfs bij een lezing te zijn geweest, terwijl hij daar niet door anderen is gezien. Gowricharn zegt dat Soroush die keer om persoonlijke redenen naar huis moest, en dat hij de lezing via YouTube heeft teruggekeken. Was de promovendus verder wel overal bij? Volgens Gowricharn is dat een kwestie van Soroush geloven, of hem niet geloven.

Maar zelfs als Soroush de helft van zijn logboek bij elkaar verzonnen zou hebben, aldus Gowricharn, dan nog blijft er genoeg materiaal over ‘voor een stevige empirische fundering van het onderzoek.’ Dat Soroush geen veldwerknotities maakte maar achteraf zijn verslagen schreef, is volgens zijn promotor helemaal geen probleem. Soroush hoefde volgens Gowricharn niet ‘schools’ de werkwijze te volgen van een antropologisch onderzoeker die een vreemde religieuze gemeenschap onderzoekt. Als moslim kent Soroush die gemeenschap goed genoeg.

Volgens Gowricharn was het onderzoek bovendien helemaal niet ‘undercover’. Al vrij vroeg werd Soroush door een religieuze voorganger ‘spion’ genoemd, waarna hij maar besloten heeft ‘niet rond te bazuinen’ dat hij onderzoek aan het doen was. Dat was geen geheimhouding maar een ‘praktische manoeuvre.’

De hele reactie van Gowricharn op meerdere punten van kritiek is hier te lezen.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.